K

Wederom een verrassend meesterwerk boordevol intrinsieke schoonheid dat aan de catalogus van Aspen Edities toegevoegd wordt. Deze keer van een duo gevormd door de Finse sopraan Aino Peltomaa en de Belgische bassist Nathan Wouters. Ze hanteren een van Picasso zijn vraagstellingen: “Why do two colors, put one next to the other, sing?”.

Het unieke verhaal van Kaan Çelen begint in 1994, wanneer een arts door een medische fout een aantal breuken veroorzaakt in de linkerarm van de baby die maken dat deze niet meer gebruikt kan worden. Dankzij een fysiotherapeut die hem 15 jaar later aanmoedigt, waagt hij het toch om drumlessen te nemen en zijn muzikale droom te realiseren. Met zijn door de jaren heen opgebouwde reputatie kon hij tevens een bijzonder getalenteerde groep samenstellen, waarbij saxofonist Tamer Temel en contrabassist Volkan Topakoğlu mee voor de composities zorgden.

Luis Vicente, trompet; Jan Daelman, fluit; Thijs Troch, piano; Nils Vermeulen, contrabas; Elias Devoldere, drums, Carlos Godinho, percussie

Kabas drong voor het eerst onze atmosfeer binnen in 2015 met ‘Abel’ (elNEGOCITO). Thijs Troch (piano), Jan Daelman (fluit), Nils Vermeulen (contrabas) en Elias Devoldere (drums) ontsponnen er introverte improvisatiestructuren.

Kaléïdoscopes is een ensemble geleid door bassist Alexandre Furnelle en rietblazer Daniel Stokart, met een strijktrio en als gast gitarist Peter Hertmans. Ze nodigen met ‘Voyages Immobiles’ uit voor kleurrijke kamermuziek vol nuances en sfeer.

So bunt schillernd wie die Motive eines Kaleidoskop ist auch die Musik der Band, die aus nachstehend genannten Musikern besteht: Dimitrij Markitantov: Alto- und Sopranosaxofon, Christian Hammer: Guitar, Alex Morsey: Bass und Fethi Ak: Percussion.

Im Ruhrgebiet sind die Musiker, die sich als Kaleidoskop präsentieren, keine Unbekannten, sind sie doch häufig in eigenen Bands oder aber in Formationen wie The Dorf oder EJO zu hören. In den vorliegenden Aufnahmen verschmelzen sie in einem bunten musikalischen Mix Volksweisen aus Südosteuropa und dem Orient mit Modern Jazz und darüber hinaus. Die Suche nach Schönheit, also nach schönen Melodien, ist den Musikern eine Herzensangelegenheit, wie auch der Plattenname verrät. Entstanden sind die Aufnahmen in den letzten Jahren; nun liegen sie bei Unit Records als CD vor.

Der aus Finnland stammende, aber seit Jahren in Berlin residierende Gitarrist Kalle Kalima hat sich mit dem Kontrabassisten Greg Cohen und dem Schlagzeuger Max Andrzejewski zusammengetan, um Country und Western Music in neuem Gewand zu präsentieren. Dass der Filmtitel „High Noon“ - in der Hauptrolle Gary Cooper – auch als Albumtitel dient, muss als bewusste Entscheidung gewertet werden. In der Mittagshitze werden wir auf eigenwillig gestrickte Klänge eingestimmt, auch wenn immer wieder die bekannten Themen wie zum Beispiel aus „Ghost Riders In The Sky“ auszumachen sind. Mitsummen ist keine Frage.

Nein, auf diesem Album wird nicht der Versuch unternommen, Disco-Musik der 1970er und 1980er Jahre eine jazzige Frischzellenkur zu verpassen. Eher erinnern sich die Herren Axel Fischbacher (git) und Heinrich von Kalnein (sax) an ihre eigene musikalische Sozialisation. Rhythmisches Feuer ist bei allen Eigenkompositionen vorhanden, die die beiden genannten Musiker mit Charles Sammons (Bass) und Ralf Gessler (Drums) aufgenommen haben. Will man die Musik charakterisieren, so erscheint der Begriff Fusion angebracht. Blues schwingt mit, Rock obendrein. Jeff Beck, Eric Clapton, Ten Years After und andere scheinen im Geiste mit von der Partie zu sein, ebenso David Sanborn und Barbara Thompson. Dieses Namedropping soll in keiner Weise die musikalische Brillanz der Kalnein-Fischbacher-Group mindern, sondern lediglich im Ansatz versuchen, eine wie auch immer geartete musikalische Einordnung vorzunehmen.

De Canadese Kalya Ramu grijpt met haar debuut ‘Living In A Dream’ onverbloemd terug naar de tijd toen jazzzangeressen nog stijl hadden.

Aan bizarre groepsnamen geen gebrek tegenwoordig in de Belgische (jazz)scene. Nieuwste in het rijtje is Kameel. Muzikaal worden de aanvankelijk vertrouwde referentiekaders al snel onderuit gehaald.

Der Vokalist, Bassist und Gitarrist Axel Gilain ist kein Unbekannter in der belgischen Musikszene. Er gehört unter anderem zur belgisch-finnischen Formation Drifter und hat zudem ein eigenes Quartett. In einem Text zum jüngsten Album formulierte Axel Gilain, dass er sich wenig um Stile und Einordnungen kümmere. Irgendwie schien es ihm gleichgültig, ob man seine Musik als Elektronik-Jazz oder Soul oder in anderer Art und Weise einordnet. Er begreift, so ein O-Ton, die Musik als ein Gebet, als eine weltweite Botschaft. Seine Band versteht er als zum Blasinstrument umfunktionierten Oberschenkelknochen, durch den er seine Emotionen in die Welt hinausposaunt. Das irritiert. Doch man muss wissen, was der Bandname Kangling bedeutet. Wörtlich übersetzt ist es Bein oder Flöte. Im Tibetischen meint der Begriff eine Trompete oder ein Horn, das aus einem menschlichen Oberschenkelknochen geschnitzt worden ist.

Karel Van Deun (1962) is een veelzijdig gitarist/componist die vanuit een gehoorschade vooral akoestisch speelt.

Wie al eens verdwaalt in de schemergebieden tussen rock, jazz en improvisatie heeft drumster Karen Willems zeker ontmoet. ‘Grondwerken – 01’ is haar nieuwste solo outing, volgens de huidige tijdsgeest uitgebracht op cassette.

De los-vaste residenties van Karen Willems bij KAAP/De Werf leveren regelmatig concrete resultaten op. De release van de dubbel-lp ‘Grichte’ (W.E.R.F., 2022) was daar een van de opmerkelijkste in het oor springende voorbeelden van. Nu is er de cassette ‘Kaap Mij’, een al even opvallend kunstwerkje.

Die Plattenfirma, die das aktuelle Album verlegt, schreibt über den finnischen Gitarristen Kari Antila: „Esteemed Finnish jazz guitarist and composer, Kari Antila, is set to release his new album "Dahill Road", weaving a rich tapestry of melodic journeys and rhythmic explorations. With a career that spans over fifteen years, traversing the realms of jazz from Finland to Belgium and New York, Antila has become one of Finland’s most internationally acclaimed jazz guitarists. His previous works have graced numerous significant domestic and international festivals, including the renowned Pori Jazz and the Belgian JazzLab Series.“

Im Mittelpunkt der Einspielung stehen die beiden Gitarristen Kari Antila und Peter Hertmans, die das vorliegende Album mit einem Duett eröffnen.

On avait découvert le pianiste et claviériste Kari Ikonen au sein de l'Orchestra Nazionale della Luna, en compagnie de Manu Hermia (sax,fl), Sébastien Boisseau (cb) et Teun Verbruggen (dm) et on avait dit tout le bien qu'on pensait de ce projet à dimension européenne.

Dass ein abstraktes Werk des russischen Künstlers Wassily Kandinsky das Cover des Albums schmückt, ist kein Zufall. Der finnische Pianist Kari Ikonen erläutert seine Beziehung zu den Abstraktionen Kandinskys in den Liner-Notes. Kandinsky sei, so Ikonen, sein bevorzugter bildender Künstler, der sein Werk in drei Kategorien ordnet: Impressionen, Improvisationen und Kompositionen. Zwischen allen drei gibt es verbindende Linien, so seien Improvisationen spontane Entäußerungen eines inneren Gefühlszustandes; Impressionen seien Improvisationen, die von außen angestoßen werden, und Kompositionen seien die Bündelungen visionärer Ideen des Künstlers. Das gelte, so Ikonen, für die bildende Kunst ebenso wie für die Musik.

Le pianiste finnois Kari Ikonen en est à son huitième album personnel alors qu’une cinquantaine l’ont déjà vu se produire entre autres avec Louis Sclavis (en duo), mais aussi épisodiquement avec Lee Konitz, Tony Malaby, Ron McClure et, plus près de nous, avec Manu Hermia et leur projet commun « Orchestra Della Luna » avec Sébastien Boisseau et Teun Verbruggen, avec qui il a sorti deux albums à l’originalité incontestable. Déjà lors des concerts de ce quartet, on avait pu apprécier les couleurs, souvent arabisantes, dont le pianiste parsemait le répertoire en utilisant un petit appareil qu’il attachait aux cordes du piano pour jouer des quarts de ton caractéristiques de la musique arabe. Ce « maqiano » (mot valise composé de maqam et piano) est une invention du pianiste qu’il utilise aujourd’hui régulièrement et qui participe à l’originalité de son album en solo.

Dat je met een album van amper 40 minuten veel kan vertellen bewijst het onderhavige recensie-exemplaar. 8 januari 2021 verscheen op het Finse label Ozella het solo-album Impressions, Improvisations and Compositions van de multi-instrumentalist en muzikale veelvraat Kari Ikonen.

Sinds hij deel uitmaakt van het Orchestra Nazionale Della Luna geraakt de Finse pianist Kari Ikonen al wat bekender in onze contreien. Met ‘Wind, Frost & Radiation’ verrijkt hij zijn eigen discografie met een nieuwe trio-cd.

‘Opening’ is het vierde geesteskind van de Karin Hammar FAB4 sinds de groep in 2014 boven de doopvont werd gehouden.

Im Kontext der Herausgabe des Albums „On the Brighter Side“ lesen wir von einem magischen fliegenden Teppich, der über die kanadische Prärie hinweggleitet, eine sehr lyrisch-poetische und auch ein bisschen pathetisch klingende Beschreibung des Albums. Mit diesem präsentiert der Drummer, Lyriker und Komponist Karl Jannuska, ursprünglich aus Manitoba stammend und nun in Paris beheimatet, sein sechstes Album.

Akoestische gitaarweelde in zes nummers verspreid over twee plaatkanten gebracht door de zwaar onderschatte Karl Van Deun. Wederom een waar kunstobject van Aspen Edities door de verzorgde en gelimiteerde vinyluitgave.

Le guitariste Karl Van Deun, qui a fait participé à l'Hommage à René Thomas, mis en place par Fabien Degryse avec la crème de la guitare en Belgique, a enregistré deux albums en duo avec Ruben Machtelinckx (Ask me Don't ask me, en 1014, Shapes en 2016) et un album solo (WeekendArt en 17. Il a aussi participé au trio de Kurt Van Herck et a composé pour lui  la musique de l'album Le Mariage gravé avec Jacques Pirotton et Mimi Verderame.

Een oude opname van gitarist Karl Van Deun opnieuw uitgebracht als mini-cd met een kunstzinnige en genummerde hoes. Een heus hebbeding helemaal in de stijl van het Aspen label.

Neben Karolina Strassmayer (alto saxophone, flute) und Drori Mondlak (drums) sind der Bassist John Goldsby und der Pianist Rainer Böhm auf der aktuellen Einspielung zu hören. Zu diesem Album sagt Karolina Strassmayer: „Beauty means different things to different people. But there is a universal truth about it, regardless of taste aesthetic; beauty has the power to move the heart.“ Also dürfen wir Musik für die Seele erwarten? Weiter lesen wir von der Bandleaderin und Komponistin: „I feel that it is my responsibility as an artist to search for those little melodic twists and harmonic turns that make my heart leap – in the hope that they will touch the heart of others.“

Eingespielt wurden die vorliegenden Aufnahmen mit der aus der Steiermark gebürtigen und bei der WDR Big Band tätigen Altsaxofonistin Karolina Strassmayer, mit dem Schlagzeuger Drori Mondlak, dem Gitarristen Cary DeNigris und dem Bassisten Ingmar Heller. Zu hören sind überwiegend Titel, die Strassmayer komponiert hat.

This is the second album by Copenhagen based composer and singer Karoline Wallace; the title translates as "cuttings". It is a highly personal soundscape created by an electro-acoustic octet of improvising musicians. Jonas Engel on alto sax and clarinet makes a strong impression with his rich tone and assertive soloing. Cello and double bass players Ida Nørby and Petter Asbjørnsen work closely together creating a variety of bowed as well as pizzicato effects. Thibault Gomez plays prepared piano which is appropriate because the production makes heavy use of ambient sounds in the spirit of John Cage. Further instrumental colours are provided by Erik Kimestad on trumpet and Szymon Pimpon on drums and percussion. The magic ingredient is Kristian Tangvik on cassettes; he manages to integrate found-sound recordings with special meaning to the composer, many of them dating from her childhood.

La harpe n'occupe pas une place centrale dans l'histoire du jazz. Pourtant…

Auf dem eigenen Label hat die Alt- und Baritonsaxofonistin Katrin Scherer gemeinsam mit dem Posaunisten Moritz Wesp, dem Kontrabassisten Stefan Schönegg und dem Drummer Leif Berger das vorliegende Album eingespielt. Was nur meint die Musikerin mit dem zweiten Gehirn? Entstanden ist das zweite Album des Quartetts im Herbst 2020. Dabei ist es vom Charakter her sehr an Brüchen, an Fragmenten orientiert, wie man dem Klappentext der Cd entnehmen kann. Auf das klassische Harmonieinstrument verzichtet Katrin Scherer, die eher auf die Klangfärbungen von zwei Blasinstrumenten setzt, um ihre Musik zu realisieren. Liest man den Text weiter, dann versteht man auch das Bild vom zweiten Gehirn. Es handelt sich dabei um die Fortsetzung der Ideen und der Kreativität der Bandleaderin durch die Mitmusiker, die ihre eigenen Statements abgeben.

Das neue Projekt der Kölner Saxofonistin Katrin Scherer befasst sich mit dem Thema Schwarm, Bündel, Zusammenballung, soweit man sich auf den Begriff Cluster bezieht. Kammermusikalisches mischt sich mit Experimentellem, geschlossene Formen mit ungebundenen Formen. Es scheint, dass sich dabei im Cover das widerspiegelt, was zu hören ist. Melodisch weichgespült ist keiner der Kompositionen Katrin Scherers. Sie hat das Cover gestaltet, das aus einer Zusammenballung spitzwinkliger, aber auch rechtwinkliger Dreiecke besteht, die wie Dornen oder Stachel erscheinen und eine lang gezogene Einheit oder Traube bilden. Aus ihr ragen wie gesagt hier und da „Dreieckshälse“ heraus. Das kann man auch als Hinweis auf die Akzente deuten, die in der Musik aus dem Gleichmaß fallen, präzis gesetzte Höhepunkte sind, sozusagen Paukenschläge ohne Pauken, da es diese im Cluster Quartett nicht gibt.

Le pianiste Thys Troch et le flûtiste Jan Daelman forment, depuis quelques années, le duo Keenroh (album en 2014). On avait déjà entendu Troch au sein du trio Jukwaa et, avec Daelman, au sein de la formation réunie par la chanteuse italienne Costanza Alegiani pour l'album Fair is fool and fool is fair, un projet inspiré par l'oeuvre de Shakespeare.

Der Flötist Daelman und der Pianist Troch - sie sind Keenroh – haben es sich auf ihre Fahnen geschrieben, beschränkt auf zwei ganz unterschiedliche Melodie- und Harmonieinstrumente das Fahrwasser der improvisierten Musik zu befahren und dazu auch andere Musiker jeweils zu einer Bootsfahrt einzuladen. 2014 gewann das Duo den  Young Jazztalent Ghent Price (gestiftet vom Gent Jazz Festival). Dies war die Voraussetzung das Duo Keenroh zum Projekt Keenroh XL zu erweitern und das vorliegende Album einzuspielen. Mit von der Partie waren die nachstehend genannten Musiker: Bart Maris (Trumpet), Marti Melia (Clarinet & Bassclarinet), Ruben Verbruggen (Altosax & Baritonsax), der auch bei der Band Sgt Fuzzy mitwirkende Thomas Jillings (Tenorsax & Alto Clarinet), Niels Van Heertum (Euphonium). Laurens Smet (Electric Bass) und schließlich Teun Verbruggen (Drums & Electronics).

Pile cinquante ans que sortait le premier album solo du pianiste, aussi son premier album sur le label ECM : « Facing You », considéré par beaucoup comme un de ses meilleurs solos, ce qui n’est pas peu dire vu la pléthore d’enregistrements sortis depuis, tous aussi saisissants, lyriques, inventifs, bref brillants les uns que les autres.

Schon wieder ein Trio werden viele Jazzfreunde denken. Ja gewiss, es ist sogar ein klassisches Jazz-Trio bestehend aus Kekko Fornarelli (piano, synth, samples), Federico Pecoraro (electric bass) und Dario Congedo (drums). Doch es ist nicht dem Mainstream verbunden, versucht nicht in die Fußstapfen von Garner, Monk oder Peterson zu treten, ist nicht im amerikanischen Jazz total versunken, der sich für den genuinen Jazz hält.

Latin Jazz mit und ohne weiche und sanfte Flötenschummerungen ist das, was Ken Wiley uns mit seinen Mitmusikern zu Gehör bringt, schwungvoll-losgelöst, mit laszivem Hüftschwung, beschwingt, fein gesetzt, nicht verkopft, Weichklang für das „Baumeln der Seele“. Es beginnt mit „Bolero“. „Kubanisches Blau“ („Cubano Blue“) ist zu vernehmen. Man erfährt klanglich von einer „schwarzen Orchidee“ („Black Orchid“) und am Ende heißt es „Cuerno Exotica“.

A soixante et un an (il est né à Detroit en  1960) Kenny Garrett possède un des étoffés curriculum de la scène jazz américaine : membre du Duke Ellington Orchestra à 18 ans, sideman de Woody Shaw à 24, puis membre pendant deux années des Jazz Messengers d’Art Blakey, il laisse par la suite d’inoubliables souvenirs de ses concerts avec Miles Davis où il ajoute à sa grande technique un jeu de scène d’une intensité spectaculaire qu’il développera encore dans sa carrière en leader. On le verra aussi avec Chick Corea dans un hommage à Bud Powell ou dans le « Five Peace Band ». Kenny Garrett est sans doute un des musiciens qui a le mieux réussi à concilier la tradition bop et les tendances contemporaines.

Dit jaar veertig jaar geleden bracht saxofonist Kenny Garrett zijn eerste album uit onder eigen naam ("Introducing Kenny Garrett").

Kenny Werner (net 67) is een inspirerende en invloedrijke pianist, zowel individueel – denk maar aan Randy Brecker, Chris Potter, Joe Lovano, Toots Thielemans met wie hij 17 jaar lang toerde en het als Grammy gelauwerde Inspiration opnam – als vele internationale bigbands o.a. The Village Vanguard Orchestra, Metropole Orkest en het  Brussels Jazz Orchestra (Naked in the Cosmos – 2003, Institute Of Higher Learning – 2011). Evengoed vormde hij zijn ijzersterk trio (met Ari Hoenig op drums en Johannes Weidenmueller op bas) en kwintet met Chris Potter, Dave Douglas, Scott Colley en Brian Blade, waarmee hij in 2007 Lawn Chair Society op Blue Note Records uitbracht.

Ist es Jazz, was Andreas Kerber (Gitarre, Hackbrett, Alphorn, Gesang), Markus Kerber (Flöten, Saxophone, Klarinette, Gesang), Martin Kerber (Zither, Scherrzither, Trompete, Akkordeon, Gesang ) und Tiny Schmauch (Kontrabass, Gesang) gemeinsam machen? Gibt es so etwas wie Alpenjazz, also eine Mischung von bayerischer Folklore und Jazz? Man muss die Frage wohl bejahen, wenn man das Album hört. Bisweilen ist jedoch die volkstümliche Note sehr aufdringlich. Kein Wunder, kommen doch die Gebrüder Kerber aus der Volksmusik. Das merkt man auch an den Instrumenten, die man gewöhnlicherweise auch im Jazz aus Europa nicht zu hören bekommt. Hackbrett, Alphorn, Scherrzither und Zither sind aus der Volksmusik, ob in Bayern oder in Österreich, nicht wegzudenken. Die Scherrzither, auch Kratzzither oder Schlagzither genannt, ist eine typische bäuerliche Zither mit diatonisch angeordneten Bünden und eine alpenländische Besonderheit.

De Franse gitarist Kevin Seddiki behoort tot het kransje polyvalente muzikanten dat maar al te graag andere horizonten verkent. Met de solo-cd ‘Cenotes de Oro’ beperkt hij zich tot een zuiver akoestische aangelegenheid.

Saxofoniste Kika Sprangers is al enige jaren niet meer weg te denken uit de Nederlandse jazzscene. En dat is bijzonder voor iemand die nog geen vijfentwintig is. Gestimuleerd door o.a.  pianist, componist, orkestleider Martin Fondse, heeft ze zich na het Nederlands Jeugd Jazzorkest  weten te ontwikkelen tot een veelzijdige saxofoniste, componiste en arrangeur. Vrijdag 20 september 2019 presenteert ze in het BIM-huis haar debuut-cd Human Traits.

Nietzsche als Ideengeber für ein Jazz-Trio? Für den einen oder anderen, der den Albumtitel liest, erscheint es als Herausforderung, sich nicht nur mit der Musik, sondern auch mit der Gedankenwelt eines deutschen Philosophen zu befassen. Von diesem sind ja so „Leitsätze“ wie „Wenn du zum Weibe gehst, vergiss die Peitsche nicht“ überliefert. Wer aber hat die Zeit sich in Nietzsches Kosmos zu vertiefen, wer will sich mit „Also sprach Zarathustra (Untertitel Ein Buch für Alle und Keinen, 1883–1885) auseinandersetzen? Oder geht es gar bei dem vorliegenden Album um die Lehre des persischen Priesters Zarathustra und, wenn ja, in welcher Weise?

Die belgische Sängerin Kim Versteynen hat das vorliegende Album mit ihrer Band „Kim in the Middle“ eingespielt. Zu dieser gehören neben Versteynen der Pianist Arne Van Coillie, der Kontrabassist Flor Van Leugenhaeghe und der Schlagzeuger Gert-Jan Dreessen.

Last October Kjetil Mulelid Trio (finally!) released its debut album, with the intriguing title 'Not Nearly Enough To Buy A House'. The compositions on it not only vary in duration - 1:34 only takes the opening track, the longest piece finishes at 7:12 - but also in terms of content and structure.

Eind oktober verscheen van Kjetil Mulelid Trio (eindelijk!) het debuutalbum dat zich in de intrigerende titel ‘Not Nearly Enough To Buy A House’ mag verheugen. De 9 daarop vastgelegde composities variëren niet enkel qua duur - 1:34 slechts duurt het openingsnummer, het langste stuk klokt af op 7:12 – maar evenzeer qua inhoud en opbouw.

Kjetil Mulelid est un jeune pianiste norvégien de 28 ans: il a poursuivi ses études au Conservatoire de Trondheim. Membre du quartet Wako, avec Martin Myrhe Olsen au saxophone, il a fondé son trio en 2017, avec référence à Bill Evans et Keith Jarrett. 

Voilà un pianiste dont le nom dit quelque chose : un trio avec Isla Eckinger (qu’on a entendu avec Chet Baker) et Pierre Favre à la batterie. Un trio qui a fait les beaux jours des sessions de la Radio suisse en accompagnant des dizaines d’invités américains comme Dexter Gordon, Phil Woods, Clark Terry, Art Farmer… mais aussi la descendance européenne du jazz d’outre-atlantique avec Albert Mangelsdorff, Franco Ambrosetti, Gianni Basso…

Der in Klagenfurt geborene Drummer und Komponist Klemens Marktl, der in den vergangenen Jahren hauptsächlich in Den Haag, Amsterdam und New York lebte und musizierte, präsentiert auf dem Livealbum sein mit Weltklasse-Musikern besetztes Quartett. Neben Klemens Marktl am Schlagzeug hören wir den Saxofonisten Johannes Enders, den aus New York stammenden Pianisten Peter Madsen und schließlich den aus Serbien gebürtigen Bassisten Milan Nikolic.

Der österreichische Schlagzeuger/Komponist/Bandleader Klemens Marktl präsentiert seine neu formierte Band Xperience, welche aktuell einen Tonträger erstmals unter dem Namen Klemens Marktl – Xperience veröffentlicht. Für das vorliegende Album hat Klemens Marktl den Grammy nominierten Saxophonisten Tim Armacost aus New York für seine Formation Xperience eingeladen. Tim Armacost ist einer der gefragtesten Musiker aus der New Yorker Downtown Szene und sorgt mit seinem „New York Standards Project“ seit Jahren für internationales Aufsehen. Tim Armacost und Klemens Marktl sind seit Jahren musikalische Partner und haben in New York im Quartett des legendären Pianisten Don Friedman in den dortigen Jazzclubs gespielt. In der Rhythm Section mit dabei sind der vielgefragte Stefan „Pista“ Bartus am Bass und Ö1-Jazz-Preisträger Alan Bartus am Piano, welcher mittlerweile seinen Lebensmittelpunkt nach New York verlegte hat und kürzlich sein Können als Finalist beim berühmten Herbie Hancock Competition in Washington D.C. unter Beweis stellte.

Dat Yves Peeters indertijd verslingerd geraakte aan de rijke muziektraditie uit New Orleans, liet hij heel expliciet horen met ‘The Big Easy Revisited’. Op het debuut van Kleptomatics trekt hij die lijn helemaal door.

Met een ander label en een gewijzigde bezetting betekent ‘Chapters’ een nieuwe start voor de groep. Le nouveau Kneebody est arrivé.

Een nieuwe live opname van dit Amerikaans kwartet ter promotie van hun cd ‘Chapters’ (2019) uitgebracht eerder datzelfde jaar. Kneebody levert al jaren het bewijs dat ze een podium in vuur en vlam kunnen zetten lang nog voor iedereen opgezadeld raakte met een knaldrang van jewelste. In ‘Live At Le Crescent’ stellen ze dat nog maar eens scherp.

knimes, zonder hoofdletter, is het alter ego van de Nederlandse jazzcomponist en producer Matthijs de Ridder, niet te verwarren met de gelijknamige en al even bezeten Belgische auteur en jazz-, film- en literatuurkenner. In 2020 kwam hij met een debuut-ep op de proppen, waarin hij zijn experimenteerdrift entte op jazzy elektronica met r&b-invloeden tot verwijzingen naar Jaga Jazzist.

Achim Zepezauer am so genannten „Tischlein-Deck-Dich-Elektrisch, Florian Walter am Baritonsaxofon und am Synthesizer sowie Simon Camatta an den Drums – da sind Knu! „Dieses Trio aus dem Ruhrgebiet, sprich aus Essen, spielt freie Improvisationen mit einem klaren Ziel: keine Kompromisse, stattdessen große Spielfreude und blindes Vertrauen. Alles kommt in den Klangtopf. Rock mischt sich mit Noise, Free Jazz mit Cage und Space is the Place. Immer auf den Punkt und trotzdem hypnotisch. Kaum zu fassen.“ So steht es in einem zur Verfügung gestellten Pressetext des Labels Unit Records. Alle drei Musiker sind in NRW keine Unbekannten, spielen sie doch regelmäßig mit The Dorf oder anderen Formationen wie dem Tieftonorchester oder CamattaMonk.

Der Bandleader des Quartetts, Knut Riisnæs, ist ein Mann des Bebop, geboren 1945. Selten sind die Alben, die unter seinem eigenen Namen erschienen sind, so wie das vorliegende, das er gemeinsam mit Anders Aarum (piano), Jens Fossum (bass) und Tom Olstad (drums) eingespielt hat. Jazz aus Norwegen wird sehr häufig mit poetischem, minimalistischem Jazz gleichgesetzt. Der Begriff „Fjord Sound“ wird in diesem Kontext beinahe inflationär gebraucht. Dass Jazz aus Norwegen auch andere Verwurzelungen aufweist, unterstreicht „2nd Thoughts“.

Drummer Kobie Watkins (Sonny Rollins, Kurt Elling) ontsluit op deze ‘Movement’ een wereld die een open ode vormt aan de classic jazzsound van midden jaren zestig.

Sinds hun eerste gezamenlijk concert in het Londense Oto Café (2015) hebben altsaxofonist Colin Webster, drummer Andrew Lisle en gitarist Dirk Serries een hechte onderlinge band opgebouwd met heel wat concerten op de teller en een reeks (live)opnamen. Kodian Plus is het trio uitgebreid met Charlotte Keeffe (trompet, flugelhorn) en Martina Verhoeven (piano). Meer dan interessante dames om mee de studio in te trekken gezien hun staat van dienst in de free- en improvisatiescene.

Bij Sdban hebben ze al lang de smaak te pakken om oudere Belgische en meestal onvindbare pareltjes op te vissen en opnieuw in omloop te brengen, zowel aan de hand van cd-compilaties als op vinyl. Sinds enige tijd lieten ze hun oor vallen op de reeks ‘A Special Radio -TV Record’, origineel uitgebracht via Selection Records in de periode 1976-1981. Achttien delen in totaal waren dat, die nu aangevuld worden met nieuw materiaal (recent Reinhard Vanbergen met ‘Geometric Shapes’) of speciale uitbreidingen zoals deze ‘In Kluis’ van Koen De Bruyne.

Im Kontext des 100.Geburtstags des legendären Jazzgitarristen Django Reinhardt und nach der erfolgreichen Veröffentlichung von “Django! A tribute to Django Reinhardt” im Jahr 2004 liegt nun als Ergebnis der Zusammenarbeit mit den De Cauters (Koen, Waso, Dajo and Myrddin) und deren Musikerkollegen Fapy Lafertin, Lionel Beuvens, Jon Birdsong und Bart Vervaeck ein neues Album vor, das sich fast ausschließlich dem Werk von Django Reinhardt widmet. Dessen Musik mag der eine oder andere als Old School abtun. Liebhaber des Gitarrenjazz schätzen jedoch die auch technische Brillanz des Gitarristen Django Reinhardt, in dessen Fußstapfen Koen de Cauter mit seinen Mitmusikern tritt. Zur Band des Sopransaxofonisten und Gitarristen Koen De Cauter gehören Fapy Lafertin (guitar), Myrddin De Cauter (klarinet), Jon Birdsong (cornet), Waso De Cauter (guitar), Bart Vervaeck (guitar). Dajo De Cauter (double bass), Lionel Beuvens (drums) und Frederik Van den Berghe (drums).

Voor zijn vorig project trok Koen Van Roy door Vlaanderen met een zelfgebouwde soort waterpedalo in gezelschap van enkele gelijkgestemde vrijbuiters. Deze keer gaat hij helemaal alleen op verkenning naar Korgistan en omstreken.

Een ode aan de Belgische blueslegende Little Jimmy aka Don Croissant (1944-2020) door polyvalent instrumentalist Koen Van Roy (Cro Magnon, De Legende, Olla Vogala, Wilderman).

Es scheint momentan unter Jazzmusikern eine sehr starke Rückbesinnung auf das umfängliche kompositorische Werk von Thelonious Monk zu geben. Auf dem 17. Internationalen Jazzfestival in Münster traten gleich zwei Ensembles auf, die Monk-Stücke bearbeiteten, zum einen Camatta Monk aus Essen und zum anderen David Helbock Random/Control, eine Formation von Jazzmusikern aus Vorarlberg. Die Rezeption von Monk unterschied sich dabei ganz wesentlich. Camatta Monk näherte sich dem Werk in einer Besetzung ohne klassische Rhythmusgruppe, dafür mit Kontrabassklarinette, Tenorsaxofon Baritonsaxofon, Trompeter und Schlagzeug. Geprägt waren die Monk-Bearbeitungen vor allem durch freie Musik und freie Improvisation. Ähnlich frei ging auch der Pianist David Helbock mit Monk um, ließ aber durch sein Klavierspiel Monk viel stärker präsent sein als Camatta Monk. Eine neue Note gab Helbock seinen Monk-Interpretationen dank seines Zusammenspiels mit den Multiinstrumentalisten Johannes Bär und Andreas Broger. Selbst Tuba, Alphorn und Slide Trumpet waren ganz und gar auf Monk eingestellt.

Nachdem das erste Album des Kokko Quartetts skandinavisch geprägten Jazz mit weltweit geschätzten Gewürzen vermischt hatte, ist das vorliegende zweite Album “Orient Express” eher eine Reise zu den Geschichten des Morgenlandes, gestern wie heute.

Drie jaar vergde het van Kokoroko om een opvolger uit te brengen voor de titelloze debuut-ep, de drie daaropvolgende singles niet meegerekend. Intussen was er corona en volstonden amper zes composities om een livereputatie met uitverkochte zalen te scoren, zowel in het thuisland Verenigd Koninkrijk, als in Brazilië, India en België. Het debuutalbum werd telkens uitgesteld.

Nun liegt das Debütalbum „Round Corners“ des jungen Konstantin Herleinsberger und seines gleichnamigen Quartetts vor. Der Tenor-Saxofonist Konstantin Herleinsberger, der hier sowohl als Komponist als auch als Bandleader in Erscheinung tritt, hat folgende Musiker um sich geschart: Andreas Feith am Piano, Peter Christof am Bass und Schlagzeuger Dominik Raab. Gemeinsam haben sie mit ihrem Album an die Tradition des Modern Jazz und auch an John Coltranes Musik angeknüpft.

Über den dänischen Musiker lesen wir auf dessen Homepage: „Benjamin Koppel, Danish saxophonist and composer, is one of the most award-winning musicians of his generation, known for his versatility and virtuosity. Koppel’s influences are broad, but they start with his family. Koppel, a stellar player and renowned composer, is the grandson of noted Danish classical composer Herman D. Koppel. His father, Anders Koppel, is a well-known and successful Hammond organ player and a composer and the family in general is full of music and creativity.“

In Scandinavië kent muziekbeleving geen grenzen en gaan alle genres moeiteloos in elkaar over. Het verwondert dan ook niet als een jazzsaxofonist in de beste traditie tegelijk opera zingt. Jawel, dat talent van tenorsaxofonist, fluiter en operazanger (tenor) verenigt de Noor Håkon Kornstad (42) in zich. We kennen hem van opnames met zijn landgenoten: Bugge Wesseltoft (New Conceptions of Jazz) en Ketil Bjørnstad (A Passion For John Donne) en zelfs samenspelen met Joshua Redman en Pat Metheny.

Begin februari bracht Kosmo Sound zijn gelijknamig debuutalbum uit. Dit sextet uit Gent onder aanvoering van Mattias Geernaert combineert jazz met dub, want schreef in zijn mission statement dat men jazz weer meer dansbaar wil maken.

„Die fünf Nummern des Albums entpuppen sich als stilistische Wundertüte, die einen großen Bogen von Heavy Funk über Afrobeat, bis hin zu ornamentalem Jazz-Punk spannen.“ So liest man es auf dem kurzen „Waschzettel“ des Labels.

Von Träumen und Klängen – so die dt. Übersetzung des Albumtitels – hören wir auf der aktuellen CD, die die Vokalistin Jana Koubková, der amerikanische, in der Tschechischen Republik lebende Gitarrist Tony Ackerman, der Pianist Martin Kratochvíl und der in Berlin beheimatete, aber aus der Tschechischen Republik stammende Saxofonist Joe Kučera in einem Prager Studio aufgenommen haben. Auf die deutsche oder englische Übersetzung der jeweiligen Kompositionen wurde verzichtet, sodass eine vorschnelle Assoziation zwischen Musik und Kompositionstitel für die meisten Hörer der CD nicht gelingen wird.

"Aibohphobia" ist Koumas drittes Album. Die drei Bandmitglieder -  Romain Dugelay (baritone sax, keyboards), Damien Cluzel (baritone guitar) und Léo Dumont (drums) - sind auch mit den Band Pixvae und Polymorphy unterwegs und nahmen das aktuelle Album im Sommer 2018 auf. Es ist die erste Veröffentlichung des Trios beim französischen Label Dur et Doux.

„King Of My Song“, so lautete 2011 der Titel des Debütalbums von Heike Kraske und Uwe Arenz, auf dem Jens Neufang, Baritonsaxofonist der WDR Big Band bereits als Gastmusiker zu hören war. Ihr Debüt als Trio-Besetzung brachten sie dann erfolgreich mit „Unspoken“ (MONS MR 874 549) heraus und stellen nun mit „Minds Without Fear“ ihr aktuelles gemeinsames Album vor.

Benjamin Hermans, Stan Maris en Kobe Boon zetten hun ontdekkingstocht verder langs de meest obscure paden van kamerjazz, broze improvisatiemomenten, cryptische folk en obscure filmmuziek met dit vervolg op het debuut ‘Askr’. Onderweg creëren ze hun eigen mythologische schimmenwereld.

Opgelet, deze muziek laat je geen seconde met rust. Zelfs als het eerste thema je je zelfverzekerd laat voelen, heeft de rest alles in zich om je uit het lood te slaan. In zijn schrijven en in de uitvoering van zijn composities verwijst Kris Defoort evenzeer naar de muziek van de vroege twintigste eeuw als naar hedendaagse muziek, jazz, opera of rock. Hij weigert zich in een hokje te laten stoppen en verafschuwt grenzen (dit is trouwens niet de eerste keer, denk maar aan o.a. "The Woman Who Walked Into Doors").

Nach seinen Ausflügen in die Welt der Oper und der Klassik beschloss der Pianist Kris Defoort, sich 2012 wieder ganz und gar auf seine eigentliche Liebe zu konzentrieren, und die heißt Jazz. In seinem neuen Trio spielt er mit Weggefährten zusammen, die ihn durch die letzten Jahrzehnte begleitet haben: Nic Thys (E-Bass) und der junge Lander Gyselinck (drums).

Doté d’une formation classique, mais aussi d’une expérience jazz débutée à Liège, le pianiste brugeois Kris Defoort présente une des carrières les plus éclectiques du paysage musical international.

Kristen Cornwell bewijst op haar beurt dat jazz en blues elkaars yin en yang vormen. Dit lesje muziekgeschiedenis wordt naar een hoger niveau getild door haar twee begeleiders, contrabassist Christophe Devisscher en gitarist Patrick Deltenre.

Neben dem Gitarristen Kristian Borring hören wir auf dem Album Rick Simpson am Piano, Mick Coady am Double Bass und Jon Scott am Drums. Dieses Album entstand gemeinsam mit britischen Musikern vor den globalen Lockdowns im Kontext der Pandemie. Über das Album lesen wir unter anderem: „Out of Nowhere continues to explore the contrasts of Kristian’s Scandinavian voice and pan European identity in a delightful fuse with American jazz heritage.“

Nach ihrem Debütalbum legt die tschechische Pianistin Kristina Barta ihr nächstes Album vor. Für die Einspielung des Albums standen nachstehend genannte Musiker an der Seite Bartas, die auf dem aktuellen Album neben ihrer Schwester Marta Barta auch als Vokalistin zu hören ist. Am Bass hören wir Jan Fečo und am Schlagzeug Marek Urbánek, zudem sind als Gäste der Gitarrist Kryštof Tomeček, der Trompeter Miroslav Hloucal, der Vibrafonist David Friedman und der Saxofonist Karel Růžička jr. zu hören. Außerdem ergänzt die Saxofonistin Nela Dusová das Ensemble, das den Namen Event Horizon trägt und als erste tschechische Jazzband auf der Bremer Jazzahead! zu hören war. Als ein Gast des Ensembles, der eine besondere Klangnote beisteuert, tritt der Cellist Šimon Marek auf.

En 2014, lors de l'interview de György Wallner, responsable du Budapest Music Center, on avait déjà pu évoquer le nom du saxophoniste Kristóf Bacsó, à propos de l'album Modern Art Orchestra plays the music of Kristóf Bacsó, un orchestre au sein duquel on retrouvait le trompettiste Kornél Fekete Kovács avec qui Bacsó a aussi enregistré, en quartet, les albums Nocturne et Alteregos.

Gegründet wurde die Formation TRIAD vor drei Jahren. Alle Musiker des Trios sind Absolventen des bekannten Berklee College of Music! Dazu im O-Ton Kristóf Bascó: „... so that we could discover together the great musical unknown, places never seen before, places we could only get to with each other’s help. On this adventure we are joined by the brilliant guitarist Lionel Loueke, who with his openness, modesty, and special personality, made our journey even more beautiful and exciting. I feel that the music welcomed us, and we found a new home.“ Und weiter: „ Millions of people are setting out for real into the unknown, hoping for a better life, because they want to – or because they have to. I hope they too will somewhere find welcome and acceptance...“, Das sind mahnende Worte in Zeiten der Abschottung, in denen vom Wir und Ihr die Rede ist, völkisch wieder einen umgewerteten Klang erhalten soll, von identitärer Kultur gesprochen wird und es nicht nur „America first“ heißt.

Wie hört es sich an, wenn an der Stille „gekratzt“ wird? Das werden wir gleich zu Beginn des Albums hören. 13 Kompositionen finden sich auf der aktuellen Einspielung, fünf davon von Uwe Kropinski, dem Gitarristen im Duo, und sieben von Dieter Köhnlein, dem Pianisten des sich auf freie Improvisationen und facettenreiches Zusammenspiel verstehenden Duos. Man findet auf dem Album „Kreuzformen“ („Cruciforms“), aber auch „9 Takte am Bach“ sowie „O When The Thoughts Go Marchin' In“ – ein Schelm, wer da an „When The Saints ...“ denkt. Was es mit „Na Und“ auf sich hat – vielleicht doch ein Nachklang auf Miles Davis und „So What“ – und auch wie man sich beim „400 ASA Waltz“ dreht, erfahren wir beim weiteren Zuhören.

Die Kompositionen für das Album stammen von dem 1935 geborenen russischen Saxofonisten Aleksei Kozlov. Er gründete das Ensemble Arsenal, die erste russische Rock-Jazz-Fusion-Band der 1970er Jahre. Die Gruppe bestand bis 1976 im Untergrund, da es damals ein Verbot derartiger Musik in der UdSSR gab. Das erste in Riga eingespielte Album der Band konnte erst 1980 vor den Olympischen Spielen in Moskau veröffentlicht werden. 1998 löste sich das Ensemble schließlich auf, weil sich Kozlov anderen Projekten widmen wollte, vor allem im Bereich Theater und Oper. Die Musiker um den russischen Klarinettisten und Saxofonisten Alexey Kruglov und den estnischen E-Gitarristen Jaak Sooärr haben diese Musik der 1970er und 1980er Jahre arrangiert und in neuem Gewand wieder aufleben lassen. Zum Quartett rund um die Genannten gehören der Bassist Mihkel Mälgard, der Kontrabass und Bassgitarre spielt, und der Schlagzeuger Tanel Ruben.

Kuba Kapsa ist ein polnischer Pianist und Komponist. Er ist außerdem die führende Figur der Avant-Jazz-Band Contemporary Noise Sextet. Nach seinen erfolgreichen Ensemble-Kompositionen 2015 und 2016 kehrt Kapsa nun mit seinem jüngsten Album zu Denovali Records zurück. Das aktuelle Solo-Album trägt den Titel „Supersonic Moth".

Was nach chinesischer Kampfkunst klingt, ist alles andere als das. Es ist eine Band, die durchaus von musikalischem Eklektizismus lebt und aus nachstehend genannten Musikern besteht: Christian Kühn (guitar, voice), Ziv Taubenfeld (bass clarinet), Esat Ekincioglu (double bass) und George Hadow (drums). Alle Kompositionen des Albums mit Ausnahme von „Gustav Grinch“ (comp. Christian Achim Kühn & Ziv Taubenfeld) entstammen der Feder von Christian Kühn. Dabei präsentieren Kuhn Fu eine Mischung aus Punk, Hardrock, Krautrock und Jazz Rock, eine wilde Melange und einem Parforceritt durch eine Welt jenseits von Modern Jazz oder improvisierte Musik.

Die Band sagt in ihrer Selbstbeschreibung, sie sei als postromantische Jazz-Rock-Störung zu begreifen.

‘Secrets Are The Best Stories’ is niet alleen een heel intens album door de inhoud maar tevens een van de beste releases van vocalist Kurt Elling.

Affirmer que Kurt Elling est une des plus grands vocalistes de ces dernières décennies n’a rien d’original :  Down Beat le classe dans le top de son classement annuel depuis une douzaine d’années, les nominations aux Grammy Awards ne se comptent plus, de même que les titres de « Male Singer of the Year ».

Kurt Van Herck a étudié le saxophone ténor avec John Ruocco: une référence. Il a fait partie du Big Band Act de Félix Simtaine et du premier Saxkartel, il est membre du Brussels Jazz Orchestra depuis sa fondation. Il a enregistré Nymphéas avec Nathalie Loriers, Wind avec le quintet de Mimi Verderame, The Hillock Songstress avec Diederik Wissels.

Kurt Van Herck a enregistré une vingtaine d'albums au sein du Brussels Jazz Orchestra, avec de nombreux invités: Kenny Werner, Dave Liebman, Enrico Pieranunzi, Richard Galliano, Philip Catherine, David Linx, Bert Joris, Tutu Puona ou Maria João. Il a fait partie du quatuor Saxkartel ou d'Act Big Band de Félix Simtaine (album Extrême). Avec Diederik Wissels, il a enregistré The Hillock Songtress et Nymphéas avec Nathalie Loriers.

Het is al van 2006 geleden dat saxofonist Kurt Van Herck (54) met Le Mariage (The Music of Karl Van Deun) een eigen album uitbracht samen met Jacques Pirotton en Mimi Verderame. Daarvoor vormde hij nog met Kris Goessens, Dré Pallemaerts en Nicolas Thys een eigen kwartet wat resulteerde in Another Day, Another Dollar (Igloo 1995).

Zum Album lesen wir bei ACT Folgendes: „Lampedusa Lullaby, das ACT-Debüt des Quartetts KUU!, wurde im Jahr 2018 von der Kritik gefeiert – und zwar mit unüblichen Begriffen, weil es für diese Musik noch keine Schublade gab. In der Süddeutschen wurden „kubistische Rockmusik“ und „wunderbare, harte Poesie“ gehört. …. die Zeitschrift Kultur titelte mit „ProtoPostPunkJazz“. Begeistert waren alle.“ Doch eigentlich wollte die Band, so der aus Finnland gebürtige und in Berlin beheimatete Gitarrist Kalle Kalima, nur spielen. Dem pflichtet die Sängerin und an den Münchner Kammerspielen engagierte Schauspielerin Jelena Kuljić bei. Zu beiden kommen noch der Gitarrist Frank Möbus und der Schlagzeuger Christian Lillinger dazu, um den Zwischenbereich zwischen Rock und Punk sowie Jazz zu bespielen und in der musikalischen Alchemistenküche Klanghörspiele zu entwickeln, die aufhorchen lassen. Nicht alle Stücke auf der CD stammen von einem der vier Musiker. Auch eine Referenz an die Beastie Boys („Sabotage“) gibt es zu hören.

Het moest er natuurlijk van komen dat Kyle Eastwood, zoon van maar vooral ook bassist, een cd zou uitbrengen met uitsluitend filmmuziek. ‘Cinematic’ is echter geen ode aan de soundtracks van films die zijn vader regisseerde en evenmin een bloemlezing uit zijn eigen werk op dat gebied (‘Mystic River’, ‘Million Dollar Baby’, ….). Het werd een eclectische keuze met als constante, old school jazz.

Voici le dixième album du contrebassiste, une galette qui plonge dans la tradition bop-soul des années cinquante.