September Jazz : 2 & 3.09.2023

 De Zustertuin Damme






Jonge talenten en gevestigde waarden van de Belgische jazzscene deelden het podium in De Zustertuin in Damme, een stadje dat vooral bekend is door het verhaal van ene schelm Tijl Uilenspiegel.




September Jazz - Dag 1 - 2.9.2023

De eerste dag van het tweedaagse festival, dat dit jaar voor de tweede keer plaatsvond, werd al goed bezocht. De aanwezige jazzliefhebbers kregen een verwelkoming vab Kobe Gregoire, medeorganisator van het festival en op de tweede dag te beleven met zijn trio. Willy Schuyten stelde het programma voor.

Zonder tal van sponsors was dit festival buiten een grote stad als Gent of Antwerpen nooit mogelijk geweest. Om te beginnen: het festival hoeft zich niet te verschuilen achter die in de genoemde steden. Bovendien is het een festival dat zich niet focust op de bekende namen of op Amerikaanse jazzmuzikanten, maar een platform biedt voor de Belgische jazzscene. En dat kan niet genoeg benadrukt worden. Welnu, er was dit jaar al één naam bekend buiten België op September Jazz: Philip Catherine, die tot ver buiten de landsgrenzen faam geniet, vele prijzen heeft gewonnen en een gitarist is die op het podium heeft gestaan met Chet Baker, Tom Harrell, Charlie Mariano, Jasper van't Hof, Larry Coryell of Niels-Henning Ørsted Pedersen en talloze albums heeft opgenomen.


Lyriek in het spel…

Op de eerste dag maakte het publiek kennis met het scala aan jazzformaties, van duo tot trio en septet, zowel het fragiele duo als de sonische kracht van een septet met drie blazers. Het gepresenteerde trio was een klassiek saxofoontrio met Tineke Postma op sopraan- en altsaxofoon. Het trio deed het zonder percussie, met als spiritus rector zonder twijfel de pianiste Nathalie Loriers, die ook verantwoordelijk was voor de composities die te horen waren. Maar laat ons maar aanvangen met het begin.


© fdp


Een duo is al een zeer intieme formatie, maar om een harmonieuze combinatie van piano en saxofoon te creëren is zeker een uitdaging. Saxofonisten staan niet bepaald bekend om hun ingehouden spel. Maar Erik Bogaerts wist hoe hij zijn rieten als een zachte focus moest gebruiken. De klanken waren fluweelzacht en zweefden voort. Nee, Bogaerts kopieerde Paul Desmond niet, van wie hij zegt dat hij zijn instrument met een vaardige klarinetaanpak bespeelde. Maar Bogaerts' ingehouden spel paste bij het lyrische karakter van de stukken die hij samen met Harrison Steingueldoir componeerde. Wat we hoorden leek op muzikale wolkensluiers. De stukken van het laatste album "La Mer Vide" werden voorgesteld. De twee muzikanten lieten inleidingen of gesproken bijdragen bij de stukken achterwege. De muziek moet voor zichzelf spreken, aldus pianist Steingueldoir.


© fdp


Kabbelende klaviercycli smolten samen met gefluister van fluwelen rieten. Hier en daar ging het bijna klaterend over in een korte stroomstoot.  De oren van de luisteraar werden ook getrakteerd op sonische waterwerken. Je kon de indruk krijgen van zachtjes ruisende oceaangolven. Waaiden er niet ook winden als de Mistral? Dit alles gebeurde in zomers septemberweer. Het was zacht en de wolken van de vorige dagen waren verdwenen. Verderop had je de indruk dat beide muzikanten impressionistische schilderijen van waterlandschappen maakten. Wind en golfslag leken in elkaar over te gaan. Sleutelwoorden als Lullaby en Chopins Noctures kwamen spontaan in me op.


© fdp


Dat je met gesloten ogen soms fluitklanken dacht te horen, was te danken aan Eric Bogaerts, die klanktapijt over klanktapijt over elkaar en over de pianosequenties legde. Naast het lyrische waren er in de loop van het concert ook stukken met een opgefrist tempo, soms doordrenkt met een vleugje ragtime. Pianist Steingueldoir slaagde erin verhalen te vertellen, met en zonder ritmische rustpunten. Tegen het einde van het concert pulseerde de muziek vol energie. Als er excessen waren, werden de lyrische broedsels doorbroken, het neoromantische dat inherent is aan veel van de uitgevoerde stukken vervaagde.


© fdp



Verandering van scène en gordijn…

... voor het trio van Nathalie Loriers (piano), Tineke Postma (alt- en sopraansaxofoon) en Nicolas Thys (contrabas). Willy Schuyten citeerde met betrekking tot Nathalie Loriers dat zij, bij wijze van spreken, de leading lady in de Belgische jazz is. Hij vermeldde ook dat ze vijf albums had uitgebracht op het De Werf-label. De Nederlandse saxofoniste Tineke Postma, die onder andere met Wayne Shorter speelde, kreeg aldus Willy Schuyten de prestigieuze Boy Edgar Prijs. Er stonden drie topmuzikanten op het podium.

 
© fdp


Loriers opende de set met verve op de toetsen. Er ontstonden kleine en grote klankcascades. Maar iets irriteerde: de muziekstandaards op het podium. Waar dienden die voor? Werd de muziek van de partituur afgelezen, hoewel jazz meer voor een open muzikale geest staat? Of dienden deze alleen als geheugensteun? Deze vraag bleef open.


© fdp


Na een interventie van Tineke Postma concentreerde de muziek zich op een duet tussen bassist en pianist. Nicolas Thys ontdeed zich van het gebruikelijke flegma van een bassist en ontlokte fijn gesponnen, hoogtonige klankvormen aan zijn woofers. Het stuk was melodisch open gebloeid. Daarin hoorden we fijne klavierriedeltjes, maar geen parelmoerachtig klaterend geluid. Opvallend was niet alleen de opsplitsing van het trio in solo's en duetten, maar ook de rotatie van de solo's en het doorgeven van de muzikale ballen. Epische passages wisselden af met doorwrochte passages. Niet alleen het eerste, maar ook andere stukken van dit concert kwamen van het album "Le Temps Retrouvé", zoals "Zéphirs" en het daaropvolgende "After", een eerder lichtvoetig stuk. Af en toe beleefden we een opflakkering van geluid als Tineke Postma haar sopraansax bespeelde. De bas vormde de rustige pool in het muzikale gebeuren. Thys toonde al zijn vaardigheden in zijn solo. Hoorden we daar ook niet een soort klaagzang?


© fdp


Met een verwijzing naar Lee Konitz kondigde Loriers het derde stuk aan. “Everything we need" leek een eerbetoon aan het legendarische American Songbook. Er was echter ook een beetje swing, buiten "Sing, Sing, Sing" om. Sommige van de gespeelde nummers verwezen naar de pandemie die ieder van ons heeft meegemaakt, waaronder "Rebirth".


© fdp


Het moment waarop Nathalie Loriers het stuk "Shanti" aankondigde was heel ontroerend. Deze compositie was geschreven als eerbetoon aan Rik Bevernage, die een beslissende rol had gespeeld in het werk van De Werf en het Werf-label. En Jazz!Brugge was ook een kindje dat Rik mee op de wereld had gezet. Bovendien hebben heel wat Belgische muzikanten een deel van hun carrière te danken aan Rik Bevernage, die in 2018 zijn strijd tegen kanker verloor.


Tussen fanfare, heen en weer schudden, en …

Aan het eind van de avond trad drummer Guy Salamon op met zijn band. Salamon, die uit Israël komt maar in Amsterdam woont, betrad het podium met een septet. Wat het publiek toen te wachten stond: entertainment, woordspelingen en geluidspret, muziek met een knipoog, heel natuurlijk genregrenzen doorbrekend en vol ironie. Om op vooruit te lopen: Hier en daar heeft de verslaggever de indruk dat volksmuziek wordt gebruikt als basis voor jazzimprovisaties, vergelijkbaar met BrassBanda. In tegenstelling tot deze Beierse brassband ontbreekt bij het septet echter de tuba.


© fdp


Guy Salamon maakte graag contact met het publiek, schuwde anekdotes en grappen niet en nodigde hen uiteindelijk uit om mee te zingen tijdens "Sailor Song". Dit zal niet bij iedereen in goede aarde gevallen zijn.


© fdp


Al tijdens het eerste stuk viel de combinatie van experimentele geluidsstructuren met muziek in de stijl van Tnaz op. De ene keer kreeg je een ‘oorworm’ voorgeschoteld en het volgende moment verviel de band of de individuele solisten in jazz op zijn best. Gitarist Teis Semey bijvoorbeeld leek in de traditie te staan van Joe Pass en Jim Hall. Aan de andere kant hoorde je ook het geluid van klankschalen van hem en suggesties van rockabilly en Bluegrass in een ander stuk tijdens het concert. Een tsunami van geluid vermengde zich met fijn gedoseerde solo's. Het gezoem van blaasinstrumenten verenigd met een bigband uitstraling. En dit alles gebeurde onder het toeziend oog van de drummer, die ook de subtiele graduele drumbeats beheerste, met stokken, brushes en mallets.


© fdp


"Out in the open" was het openingsnummer, voordat "Do The Shmoska Poska Dance" werd ingezet. Marsmuziek vermengde zich met de muziek van een dorpsfanfare en een marching band. Hier en daar klonk het ook een beetje als Humpa Humpa, ook al maakten de pianosolo en de saxofoonsolo hoorbaar geluidsverschuivingen. Ironisch genoeg maakte de band gebruik van het populaire, en leken ze zich uit te leven in DADA en Zappa. Opvallend was het lichtvoetige vingerspel van de gitarist, die een beetje The Ventures met Dire Straits samensmolt.  En uiteindelijk beleefden we een klankorkaan en een maalstroom.


© fdp


De band rond percussionist Guy Salamon combineerde vakkundig een cascade van geluid met een zekere lyrische pathos. Gezien de moderne technologieën is het ook mogelijk om muziek op afstand te maken, zoals Salamon uitlegde met een instrumentaal stuk gebaseerd op de gedichten van zijn vader, die in Jeruzalem woont. Hij ontmoet hem en zijn broer, die in San Francisco woont, elke woensdag om 5 uur om ideeën uit te wisselen. Men had graag citaten uit de gedichten gehoord, maar het concert bleef instrumentaal.  Soms klonk het als muziek voor het circus met de artiesten op het verhoog onder de circuskoepel. Er waren ook elementen van jazzrock te onderscheiden. Je moest echter het idee loslaten dat je Spyra Gyra ‘reloaded’ meemaakte. Muzikale mozaïekstukjes werden samengevoegd, als het ware de realisatie van de gedachtensplinters in de gedichten van Salamons vader. Bovendien waren er woordenwisselingen tussen de alt- en tenorsaxofoons.

 
© fdp


"Nightfall" leek ons mee te nemen in de fascinatie van de nacht op dit gevorderd uur. Er waren ook gedempte stemmen te horen, dankzij de pianist. Men ervoer de roeper in de nacht die ongehoord bleef. Gebroken stemmen circuleerden. brushes veegden over de vellen van het slagwerk. Het verdere spel van de pianist deed denken aan gerinkel in de verte. Was het niet de trompettist die de feestvierders muzikaal gevangen hield?


© ap


Zoals hierboven al vermeld, toonde de gitarist zich op "Unfollow the leader" een meester in Bluegrass, rockabilly en meer. Er waren geen uniforme genres. Muzikale citaten werden gebruikt waar nodig. Dus het volkse, het dansbare vermengde zich die avond met de subtiliteiten van jazz. En toen was het tijd om naar huis te gaan. Morgen is er immers weer een dag voor September Jazz.

Tekst Ferdinand Dupuis-Panther (vrije vertaling: Jos Demol)  -  © Foto‘s © Ferdinand Dupuis-Panther /Anne Panther





September Jazz - Dag 2 - 3.9.2023

Het was veel drukker op het festivalterrein dan de dag ervoor. Vermoedelijk waren velen gekomen om de meermaals bekroonde, in Londen geboren gitarist Philip Catherine te horen, nu 80 jaar oud. En gezien zijn leeftijd weet niemand hoe lang hij nog op het podium zal staan. Maar de twee andere concerten voor het slotconcert met Philip Catherine, Nicola Andrioli (piano) en Bart De Nolf (contrabas) boden ook jazz van topniveau.


Lyrische inspiraties en nog veel meer ...

Saxofonist Bart Defoort en zijn kwartet openden deze tweede festivaldag. Defoort is o.a. lid van het Brussels Jazz Orchestra, een zeer gerespecteerde grote formatie die al over de hele wereld heeft opgetreden, maar vooral in het moederland van de jazz, de VS. Hij cultiveert een zeer ingetogen, lyrische stijl en niet het opgezwollen geblaas van sommige saxofonisten die zich te buiten gaan aan geluidswaanzin. Defoorts rolmodellen zijn o.a. Dexter Gordon, Sonny Rollins, Hank Mobley, Charlie Parker, John Coltrane, ... - en dat was zeker te horen tijdens het concert.


© fdp

Defoort werd bijgestaan door de Nederlandse drummer Sebastiaan de Krom, die heeft opgetreden met Jamie Cullum, Ron Carter, Herbie Hancock, John Scofield en Phil Woods, om maar een paar van zijn kompanen te noemen. De Krom bracht het publiek in vervoering met zijn furieuze drumsolo's, de ene keer al wat langer dan de andere. Het komt zelden voor dat een drummer zich zo kan uitleven als de Krom, met stokken en mallets op een basic drumstel. Een overkill aan bekkens en trommels is niet nodig om een vuurtje te stoken op zijn drumstel.


© fdp


Verder was er Ron van Rossum op piano, die net als de andere musici van het kwartet composities bijdroeg aan het concert. Tot slot was er bassist Sal La Rocca, die geen onbekende is in de jazzscene en inmiddels verantwoordelijk is voor vier albums als bandleider. Hij speelde onder andere met Philip Catherine, Toots Thielemans, Nathalie Loriers, Steve Houben, Jacques Pelzer en Lee Konitz. Ook dat is zeker een referentie!


© ap (L) - © fdp (R)


Vanaf bij de eerste maten werden we meegevoerd naar de jazzwereld van bop en moderne jazz. En het was swingend. Het zwaartepunt van de muziek lag absoluut bij Bart Defoort, wiens spel niet scherp of overprikkelend was, maar bij vlagen sonoor en een beetje zacht. Drummer de Krom plaatste zijn stokken losjes uit de polsen op de vellen en liet ze heen en weer bewegen tussen de toms en bekkens. Pianist Ron van Rossum voegde tremolo's toe aan de muziek. De saxofoon toonde zich in het verdere verloop expansief, oscillerend over de klavierklanken uit het middenregister. Sal La Rocca, die op de achtergrond optrad, zorgde voor diepe en diepgaande klanken.


© ap


Zoals ik al zei, speelden ze hoofdzakelijk eigen composities. Zo ook een nummer van Sal La Rocca, die verantwoordelijk was voor het tweede stuk van de avond. Maar dat betekende niet dat we een verscheidenheid aan bassolo's te horen kregen. Het was immers geen La Rocca-soloavond waar we bij waren. Wat we hoorden van Bart Defoort klonk als zacht geruis van de wind. En toen, ja toen, greep La Rocca de snaren zonder ze te laten brommen. Geen donkere, aardekleurige tonen, maar de bassist gaf zich over aan expressieve zomerse klankkleuren. Soms, naarmate het stuk vorderde, suggereerde zich een verband met de chansons van Jacques Brel, namelijk "Ne me quitte pas". Het stuk ging verder met "Inspiration" van van Rossum. Na een korte intro door de bassist, zorgde de pianist voor wervelende klanken. Het kwartet werd tijdelijk een pianotrio. Maar toen Defoort inviel, dacht men zelfs de gebroeders Adderley te horen.


© fdp


Er was ook geen overdaad aan diepzinnigheid in "Dear Bro" (Sal La Rocca). Integendeel, zelfs de bas in zijn handen leek gewichtloos. Ook in dit stuk ging de drummer omzichtig te werk, tikte op de bekkenranden, liet de bekkens wervelen en zette de laatste tel in. Het was waarschijnlijk geen toeval dat het kwartet "Blues in Blueprint" (Duke Ellington) in hun programma had opgenomen. Ja, hier en daar kreeg je de blues.  In de loop van het optreden ervoeren we hoe het spel van de bassist en de pianist samenkwam tot een serene muzikaliteit, wat inderdaad inherent is aan de blues. Er was ook ruimte voor solo's in de interpretatie van het Ellington-stuk, waaronder Sal La Rocca - wat een akoestische traktatie voor het oor!


De volgende generatie …

De uit Brugge afkomstige drummer Kobe Gregoir was niet alleen medeorganisator van het festival, maar presenteerde ook zijn trio in het tweede concert van de avond. Als gast had hij de Limburgse trompettist Carlo Nardozza uitgenodigd. Zijn heldere spel, muzikaal vergelijkbaar met dat van de Noorse trompettist Mathias Eick, was boeiend. Het trio nam bijna de rol van begeleiders aan.


© ap


Maar wie stonden er nog meer op het podium?  Allereerst was er gitarist Enrico Le Noci, die uit Zuid-Italië komt en wiens spel hier en daar deed vermoeden dat hij een paar dingen van Pat Metheney had afgekeken. We leerden ook bassist Ignacio Santoro kennen, die oorspronkelijk uit Buenos Aires (Argentinië) komt. De band speelde originele composities van alle bandleden.


© ap


Met de compositie " Tunisia" - een deugniet die daarbij denkt aan "Night in Tunisia" - uit de pen van Nardozza werd het concert gestart. Nee, er waren geen oosterse invloeden. Integendeel, de trompettist "zong" over de uitgestrektheid die je in de woestijn kunt ervaren. De gitarist ontstak laaiend vuur met zijn snarenspel, hier en daar met een knipoog naar de rockwereld. Melodische golven volgden elkaar op dankzij Carlo Nardozza. Een bepaalde vorm van tweestemmige harmonie had ook de overhand naarmate het stuk vorderde, in navolging van de trompettist en de gitarist, die zich verstrengelden in hun klankexpressies als in een dubbele spiraal.


© fdp


In de daaropvolgende compositie van bassist Santoro - meerbepaald "3kl" ("Three Kinds of Loneliness") - hoorde je aan het begin een overbodige snarenriedels, waar de gitarist aan meedeed, voordat Nardozza het klankspectrum uitbreidde. Sommige passages werden erg lang uitgesponnen. In het spel van de gitarist dacht je stilistisch The Ventures en ook Fleetwood Mac terug te horen. Op de een of andere manier leek het geluid van een mandoline aanwezig te zijn in het spel van Le Noci. Dankzij hem daalde een fijne motregen van geluid neer op het publiek. De solo van de bassist was indrukwekkend, begeleid door zeer ingehouden drumwerk. Deze manier van drummen van Gregoir was ook in andere stukken te horen. In het daaropvolgende spel van de trompettist en gitarist versmolten lijnen en arceringen met elkaar.


© fdp


Ook ballades kwamen aan bod. Zoals "Valse Des Escargots" van Carlo Nardozza’s album "Duology". Je moet veel fantasie hebben om je voor te stellen dat slakken links en rechts en in 1,2,3 cadans ronddraaien. In het spel van de trompettist werden slakken die langzaam voortkropen op hun slijmspoor getransformeerd in zeer behendige dansers. Het tempo was pittig. Naast de gitarist kwam ook de drummer in dit stuk uit zijn schulp en liet de stokken wild dansen. Als sample van het album van Kobe Gregoir's kwintet, dat volgend jaar uitkomt, was er na de "slakkenwals" nog een dansje te beleven. Als de verslaggever het goed begrepen heeft, was de titel van de compositie "Wild Dance". Of zou het "Wise Dance" moeten zijn? Hoe dan ook, ook dit stuk inspireerde door de Afro-Cubaanse flair die het tentoon spreidde. Soms leek het alsof Carlos Santana op het podium van De Zustertuin stond. Met "Minor Still" - althans zo vatte de verslaggever de aankondiging op - eindigde het concert. Kobe Gregoir liet een inferno van drums horen en kwam echt uit zijn schulp. Daarna wachtte iedereen met spanning op de "Grand Seigneur van de hedendaagse Belgische jazz": Philip Catherine.


80 jaar en gevoelig snarenspel…

Voordat Catherine met zijn medemuzikanten het podium betraden om het publiek mee te nemen op een muzikale reis, bedankten de organisatoren de sponsors en de 40 vrijwilligers, zonder wie September Jazz nooit mogelijk zou zijn geweest. Ze bedankten ook het talrijk opgekomen publiek, wat ook essentieel is voor een festival. Er werd ook een aantal genoemd: 600 festivalbezoekers konden worden verwelkomd tijdens deze twee dagen. Dit geeft hoop op een derde September Jazz in Damme.


© fdp


Hoewel Philip Catherine hier en daar de draad van zijn aankondigingen kwijtraakte en de verwarring van de op de grond liggende partituren voor tijdelijke wanorde zorgde, moet worden benadrukt dat zijn optreden technisch briljant was. Zeker, een of twee grappen over zichzelf waren niet nodig vanuit het oogpunt van de verslaggever, maar ...


© ap


Pas in de loop van het concert leek Catherine echt op dreef te komen, de flow van de snaren leek extreem aanwezig en de gitarist leek helemaal op te gaan in de klankwerelden van zijn instrument. Hij werd bijgestaan door de in Brindisi geboren pianist Nicola Andrioli en bassist Bart De Nolf, die o.m. met Toots Thielemans heeft gespeeld. Het eerste stuk klonk als een lofzang op de zomerse septembermaand. De notenreeksen daalden op de aanwezigen neer als een regen van kometen. In gedachten zag je zoemende libellen en vlinders zachtjes door de lucht zweven. Andrioli schitterde met cascades en tegelijkertijd met klankmotieven die deden denken aan de vier seizoenen. De bassist speelde zijn rol als degene die voor een fundament zorgt. De focus lag echter op Catherine en Andrioli, die in de hoge tonen matuur spel lieten horen. De stroom van toetsen, waarvoor de pianist verantwoordelijk was, leek op de muzikale realisatie van wilde wateren waar je in een kajak doorheen glijdt. Je had altijd de indruk, niet alleen aan het begin maar overal, dat Catherine alleen maar bezig was met de schoonheid van de melodie en niets anders.


© fdp


We hoorden "Seventies" en, als eerbetoon aan Django Reinhardt, "Nuages", zacht getekend door Catherine en helemaal niet met de snelle vingerzettingen en het karakteristieke ritme van Reinhardt. Het waren de rustige tonen die het publiek boeiden en in de ban hielden. Het was trouwens een van de eerste stukken, zei Catherine, die hij op de gitaar speelde. Af en toe zong Catherine ook mee met de passages die hij speelde. Het werd gekenmerkt door lichtheid en had bijna meditatieve trekken. Andrioli droeg bij aan het succes van de concertavond met "Mare di notte". Het was al donker, maar de zee was nog ver weg. Zelfs het water van het kanaal  van Damme dat bewoog in de wind was nog ver weg. Maar de muziek creëerde een maritieme sfeer, liet de golven rimpelloos langs glijden en op het strand uitlopen, suggereerde verfrissende winden niet alleen in het spel van de toetsen maar ook in de gestreken bas.


© fdp


“Letter from my mother" is opgedragen aan Catherine's moeder, zoals de gitarist in een aankondiging zei, maar daarna dwaalde hij af naar andere sferen en liet uiteindelijk de muziek het woord doen. Het zou de luisteraar vergeven kunnen worden als hij dacht dat Catherine de brief aan zijn moeder regel voor regel herhaalde, schommelend tussen ballade en chanson. Het stuk dat hij schreef voor zijn 13-jarige kleinzoon Clement en tijdens het concert presenteerde was ook erg persoonlijk. De gitarist bleek een rasverteller op de snaren van de gitaar. En tijdens het spelen leek Catherine bijna alles om zich heen te vergeten, alleen met zijn muziek te zijn en nergens anders.

Op een gegeven moment tijdens het concert leken de aankondigingen van de titels ondergeschikt en stond de muzikale flow voorop. Dus gitaargeluid volgde op gitaargeluid. Als luisteraar vergat je bijna dat er nog twee andere muzikanten speelden. Catherine's bijna vergeetachtige spel was gewoonweg fascinerend. En op een gegeven moment was het voorbij en was het zondagavond.

Tekst Ferdinand Dupuis-Panther (vrije vertaling: Jos Demol)  -  © Foto‘s © Ferdinand Dupuis-Panther /Anne Panther


In case you LIKE us, please click here:



Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications





Hotel-Brasserie
Markt 2 -
8820 TORHOUT

 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst