AB Brussel, vrijdag 28 februari 2020
Het vrouwelijke dj-duo Een Gevogeld Bekdier (Margo Maex en Emma George) zorgde met hun jazzsoundscapes met veel koperblazers er al meteen voor dat de juiste sfeer werd opgewekt, maar dat was enigszins buiten het voorprogramma LA Timpa gerekend. De act van de Nigeriaanse, maar in Canada wonende singer-songwriter raakte niet meteen op dreef. Daarvoor had hij te veel werk met het opstarten van zijn beats en vocale en instrumentale loops, waarbij hij niet één keer de hoofdtelefoon af zette. Tevens duurde het dik 20 minuten vooraleer het eerste oogcontact met en een glimlach naar de zaal een feit was, wat dan toch meteen het ijs brak, ook al omdat er gaandeweg duidelijk afgelijnde songs volgden. Met reden: LA Timpa heeft een prachtige stem, zowel zijn natuurlijke, die in het lager register schittert, als zijn falset. Bovendien speelt hij duidelijk maar toch nooit overdreven zijn androgyne trekken uit, wat zijn show een dosis (afro)futurisme geeft. Een tweede kans dringt zich op, misschien met een sidekick voor de technische kant, zodat hij de dode momenten kan vullen.
Na zijn succesvolle passage met Moses Boyd Exodus op Gent Jazz vorig jaar, lagen de verwachtingen behoorlijk hoog. Bovendien is ‘Dark Matter’ een geslaagde dubbel-lp geworden. Wie de plaat al had, zal wel hebben opgekeken toen de muzikanten opkwamen: “slechts” een kwartet, naast drummer Moses Boyd opgetrokken uit toetsenman Renato Paris (Joe Armon-Jones is vermoedelijk nog op tour met Nubiya Garcia), gitarist Artie Zaitz (de enige die ook op de plaat meespeelt) en de totaal onbekende Quinn Oulton op tenorsax. Geen bassist dus, geen Theon Cross op tuba, maar vooral ook geen zangeressen. Het is een beetje de achilleshiel die je in elke scene van vandaag tegenkomt: de vaandeldragers werken veel samen, maar hebben zo veel projecten dat vervangers moeten worden opgetrommeld.
Het tekort aan bassist werd in ‘Stranger Than Fiction’ opgevangen door Zaitz, die naar het einde toe met een fris klaterende solo toch al vlug zichzelf mocht tonen. Oulton bewees zichzelf al meteen als een begenadigd solist, en het zou niet bij die ene keer blijven. De opener eindigde met een geluidsmuur van korrelige sax en zware distortion op de gitaar. Vanaf ‘Y.O.Y.O.’ zou de baslijn vooral van de toetsen komen. Kenmerkend waren de gitaar die zo uit de jaren ’70 leek te komen en de choruspedaal die het saxofoonspel een heuse afrobeatstempel gaf.
Hoewel Moses Boyds drumspel zelf altijd heel expliciet aanwezig is, duidelijk beïnvloed door Max Roach en enigszins ook Art Blakey, houdt hij zich toch aan zijn job als slagwerker. De intro van ‘Axion’ was daarom net zo mooi. Na een magistrale marchingroffel ging hij over naar de toms, waar hij bijna die op YouTube legendarische en veelbekeken solo van Lionel Hampton opriep – alleen het opgooien van de trommelstokken ontbrak -, om dan via de cimbalen het enorme klankenpalet van het drumstel op te voeren. Geef de man één leeg recycleerbaar bekertje van de bar en de kans op een avondvullend programma is reëel.
Artie Zaitz nam over met een funky riff, maar liet meteen de ruimte aan Quinn Olton en via de keys kwamen ze weer uit bij de gitarist. In ‘2 Far Gone’ schreef Olton, die toch wel de ontdekking van die avond mocht worden genoemd, met zijn drive als het ware een soundtrack voor een roadmovie, de ideale muziek wanneer een mens ’s nachts over een verlaten secundaire of snelweg rijdt.
Heel wat rustiger was het bluesy ‘What Now’, waar Boyd geduldig toekeek hoe Zaitz de sfeer opbouwde voor de rest inviel. Afsluiter ‘B.T.M.’ en bisnummer ‘Rye Lane Shuffle’ (niet op de plaat) vormden nog een stomende climax, met een pompende baslijn van Paris en afwisselende soli. Het publiek lustte best nog meer, maar Moses Boyd maakte het goed door zich amper enkele minuten na het einde in het publiek te begeven.
Tekst © Olivier Verhelst - foto © Liz Johnson Artur
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst