“Monk was sober, maar stilistisch zeer sterk!”
In de reeks evenementen die dit jaar worden georganiseerd om te herdenken (en te vieren!) dat Thelonious Monk 100 jaar geleden werd geboren, verdient de voorstelling op 22 oktober in Muziekcentrum de Bijloke gewis een vermelding. Het concertcafé was de locatie voor een in aantrekkelijke verpakking gebrachte hommage, waarvan Marc Van den Hoof het tekstgedeelte verzorgde, terwijl Eve Beuvens zijn welbespraaktheid met magistrale muziek omlijstte. Het resultaat: een uitgebalanceerde voorstelling, bovendien dermate boeiend dat het achteraf aanvoelde alsof het hele feestgebeuren veel korter dan anderhalf uur had geduurd.
foto Eve © Joop Pareyn - Marc © Mark Van den Hoof
Eve Beuvens opende met een streepje ‘Light Blue’ (1958), een simpel thema, in totaal 16 maten, maar typisch voor Monk, aldus Van den Hoof die het in een eerste, wat algemeen luik achtereenvolgens had over die op zijn minst ongewone naam (die zowel met slavernij als met de 7de eeuwse – latere heilig geworden - Tillo uit Vlaanderen heeft te maken); Monks muzikale invloeden (gospel, stride piano) en opleiding (ook Europese, klassieke muziek); zijn te weinig erkende rol aan de wieg van de bebop; de labels waarvoor hij opnames heeft gemaakt (Blue Note, Prestige, Riverside - begin van de doorbraak – en Columbia, de bekroning).
Ook maakte Van den Hoof ruimte voor enige anekdotiek aangaande Europese tournees uit het begin van de zestiger jaren: het concert in Amsterdam in 1961 (met ook de middelbare scholier Philip Catherine die “broste” om mee te kunnen spelen in het voorprogramma); de eerste live kennismaking van Van den Hoof met de figuur Monk tijdens diens passage in België in 1963 (“Zeer indrukwekkend, maar ook verwarrend, want Monk gedroeg zich eigenaardig: hij ging tijdens solo’s van de anderen het orgel dat in die zaal stond bestuderen, of danste… om dan toch telkens precies op tijd weer aan zijn piano te zitten. Met op zijn hoofd die chapka, en daardoor gutsend het zweet.”) Eve Beuvens liet dit eerder inleidend stuk volgen door voortreffelijk gespeelde versies van ‘Monk’s Mood’ (1947) en ‘Rhythm-a-ning’ (1957).
Het tweede gesproken luik was gewijd aan de eigenlijke muziek. Allereerst aan de in totaal 72 thema’s die Monk – voor het grootste deel al zeer vroeg, d.w.z. voor 1960 - heeft geschreven. Altijd alles heel weloverwogen, aldus Van den Hoof, en met zeer veel variatie: soms simpele thema’s - echter steeds zeer geraffineerd - en soms zeer ingewikkelde met heel veel akkoorden en die zich niet lenen tot improvisatie. De raad van de componist aan medemuzikanten luidde: “Laat je voor je solo’s inspireren door de melodie.” Want, zo werd benadrukt, Monk was vooral een ‘melodist’ en nogal wat van zijn composities zijn ware oorwurmen.
© Pieter Kinoli
Ook over de titels op zich viel boeiends te vernemen: vaak hadden ze een voorgeschiedenis of was er een achterliggend verhaal, een verwijzing naar familieleden/vrienden… maar ze bleken ook wel eens on the spot geïmproviseerd, of zelfs verkeerd begrepen genoteerd door de technicus van dienst…. Nadat Beuvens een tweeluik had gespeeld bestaande uit ‘Off Minor’ (1947) en ‘Ask Me Now’ (1951), bracht Van den Hoof hulde: “Monk heeft ook veel solo opgenomen en dat is moeilijk omdat men moet kunnen suggereren, maar Monk kon dat, en ook Eve kan dat!”
Onderwerp van ‘hoofdstuk 3’ zou ik samenvatten als “de relatie van Monk tot de medemens”, want hierin werden personen vermeld die in zijn leven een rol hebben gespeeld: mensen die dermate veel voor hem hebben betekend dat hij stukken heeft opgedragen (echtgenote Nellie; beschermvrouw ‘Pannonica’ barones de Koenigswarter,…); bevriende muzikanten (mentor Mary Lou Williams; Bud Powell, “zijn tegenbeeld want een pianist van erg veel noten”; Milt Jackson, “ze begrepen elkaar volkomen”; Art Blakey, “ook perfect om mee samen te spelen”; Charlie Parker; Dizzy Gillespie; John Coltrane); muzikanten bij wie Monk als sideman heeft gespeeld (Clark Terry; Gigi Gryce; Sonny Rollins; Gerry Mulligan); muzikanten me wie hij geen goede verstandhouding had (vaak uit de avant-garde) of op zijn minst een dubbele relatie (Duke Ellington).
En Miles Davis kreeg het op zijn heupen van die geheel eigen manier van begeleiden van Monk…
© Pieter Kinoli
Om te illustreren dat Thelonious Monk ook standards in zijn repertoire opnam, serveerde vervolgens Eve een versie van ‘Everything Happens To Me’ (1959), met aansluitend twee van Monks eigen stukken die Van den Hoof kaderde: ‘Crepuscule With Nellie’ (1957, “een stuk echt als compositie geschreven en waarin geen ruimte is voor improvisatie”) en ‘Ugly Beauty’ (1967, “zijn enige thema in driekwarts maat” en “misschien wel zijn laatste nieuwe compositie”).
Het slotstuk van zijn toelichting besteedde Marc Van den Hoof aan de laatste concertjaren (o.a. een tournee in 1971 met Dizzy Gillespie die Monk nog een keer naar Brussel bracht) en de laatste opnames (voor het Britse label Black Lion), maar vooral aan de steeds grotere uitstraling (o.a. dankzij Steve Lacy): de transcripties van Monks composities zijn wijdverspreid; voor vele artiesten is hij een “postmoderne maître à penser” geworden en voor dichters en schrijvers een inspiratie (Lucebert, bijvoorbeeld, omschreef hem als een “duizelingwekkende mandarijn”); er is een tijdschrift naar hem genoemd; in ons land hebben Kris Defoort en Josse De Pauw een voorstelling rond hem gemaakt; er zijn meerdere dvd’s met documentaires (vooral ‘Straight No Chaser’ is schitterend, PG) en concertopnames; en op YouTube is zelfs een interview te vinden dat Bob Van Bael voor het toenmalige BRT-programma Echo met Monk maakte… Dat de uitstraling van Thelonious Monk heden ten dage sterker is dan ooit, daarvan getuigt o.a. de Amerikaanse radiozender WKCR die n.a.v. de honderdste geboortedag van de geniale componist en pianist al zijn platen na elkaar heeft gedraaid, een festijn dat drie dagen duurde. Eve Beuvens zorgde voor een passende afsluiting van de namiddag met een fraaie uitvoering van het ongetwijfeld meest bekende stuk van Monk, zijnde ‘Round Midnight’.
Volgens Kristof Rosseeuw, jazz programmer van de Bijloke, die MONK (eerder dit jaar al te zien Leuven) naar Gent heeft gehaald, is deze voorstelling “een eerste gooi naar vele concerten die zullen volgen in de nieuwe jazzclub”.
Tekst © Paul Godderis, 24 oktober 2017
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst