Wanneer je tijdens een concert méér dan voor het podiumgebeuren oog hebt voor het publiek dat de festivaltent binnen sijpelt, wegens benieuwd en in de hoop bekende gezichten te ontwaren; als de tijd die je tijdens vakantiedagen ervaart voorbij te vliegen zich nu net zo tergend traag voortsleept als gedurende de op werkdagen om den brode noodzakelijke (maar daarom niet minder geestdodende) uitgevoerde activiteit; als je hartstochtelijk snakt naar de èchte en eerlijke klank van een trompet, zonder klankvervorming of echo… kan je niet anders dan, zoals ondergetekende, het optreden van Terence Blanchard feat. The E-Collective als bijzonder teleurstellend hebben ervaren. Meer nog: het bleek mij onmogelijk de ruim 60 minuten durende set volledig uit te zitten. Kortom: een bijzonder ontgoochelend aanvoelende aftrap van de openingsdag van Gent Jazz 2016.
Met des te meer verwachting dus naar het tweede optreden, waarvoor een pianist van eigen bodem tekende. Wout Gooris Trio – Gooris (piano), Nathan Wouters (bas), Stijn Cools (drums) - won vorig jaar Jong Jazz Talent Gent en gewoontegetrouw impliceert dat een vrijkaart en de nodige faciliteiten voor de creatie van een nieuw project. Het resultaat was een concert met twee extra muzikanten – Erwin Vann en Hayden Chilsom, beiden op sax – en een resem speciaal voor deze gelegenheid geschreven composities. Het werd een verfrissende kennismaking en een na de eerdere geprogrammeerde groep uitermate aangename ervaring, met een repertoire vol pure jazz die zonder zinloos toegevoegde geluidseffecten vlot de weg naar het hart van de toehoorders vond. De composities mochten af en toe wel wat potiger en meer uptempo zijn geweest, maar ongetwijfeld was het een bewuste keuze van Gooris om het optreden lang in dezelfde klankkleur en het gelijkblijvend rustige ritme te blijven verwijlen. Dat tempo typeerde overigens ook de puike pianist zelf, zoals bleek uit zijn verbale interventies. Vol zelfkennis opperde hij een cursus “spreken voor publiek” te overwegen. Deze jonge groep stond oververdiend op de affiche en on the main stage.
Je kon de afgelopen maanden geen muziektijdschrift of zelfs courant openslaan, of je vond er wel een lofzang op saxofonist Kamasi Washington. Zowel in als buiten het jazzlandschap heet hij geniale dingen te doen en de man moet blijkbaar tonladingen inspiratie kwijt want van zijn laatste cd maakte hij maar meteen een driedubbele. Zijn komst naar De Bijloke had zo’n schare fans weten te lokken dat alleen al zijn eerste voet op het podium voldoende was voor een applaus dat de vloer in de tent zowaar deed vibreren. Laat er geen twijfel over bestaan zodat een misverstand niet hardnekkig een eigen leven begint te leiden: je zult ondergetekende geen seconde horen beweren dat Washington geen begenadigde en talentrijke saxofonist is. Maar na de recensies van dit concert in De Morgen - ‘Heil aan de messias van de jazz’ – en in De Standaard – ‘Kamasi Washington verovert de hemel’ - moet ik mij outen als ongelovige. Na een aantal stukken - waarin ik o.a. ook een zangeres en een violist zag maar nauwelijks hoorde – en tussendoor verhalen over een sterke grootmoeder van amper anderhalve meter groot en wijsheden à la Obama (‘It’s not about what you have, but about what you can do’) heeft uw schrijvende dienaar de open lucht opgezocht. Ik beken mij bij deze tot ketter wegens van deze heiland geen enkele verlossing verwachtend. Je signe et persiste. In jazzmiddens kan dit gelukkig (nog) ongestraft.
De balans na 3 concerten helde voor ondergetekende op deze openingsdag van Gent Jazz dus al vervaarlijk naar beneden, waardoor het aan de slotact werd toebedeeld te zorgen voor een positief dagresultaat. Trompettist Ibrahim Maalouf kreeg derhalve een moeilijke opdracht voor de kiezen, maar samen met zijn kompanen, onder wie ervaren rot Scott Colley (contrabas) en vooral de onvolprezen Mark Turner (sax), kweet hij zich moeiteloos van die loodzware taak. Nochtans had hij het zichzelf geenszins gemakkelijk gemaakt met zijn keuze voor een project gewijd en meteen dus ook ode aan de Egyptische legende Oum Kalthoum. In de inleiding vooraf lichtte hij toe dat het optreden één ononderbroken set zou worden, naar analogie van een heel lang lied van de diva, en nodigde hij de Syrische Ud-speler Samir Hamsi naar het podium om het refrein ervan te vertolken. Terloops liet hij zich daarbij droogweg ontvallen dat een Libanees en een Syriër naast elkaar “c’est assez explosif”… Maalouf en groep vertaalden daarna lied en refrein in jazztermen en naarmate het concert vorderde werd het publiek steeds meer de melodie mee ingezogen en kreeg wat ten gehore werd gebracht almaar sterker een hypnotiserend karakter. De staande ovatie na dit optreden dat hoewel Oosters getint toch steeds jazzgetrouw bleef, was dan ook evident. Maalouf kwam vervolgens aankondigen dat de groep aan de gebrachte “symfonie” nog een stuk zou breien, op de manier zoals Beethoven dat deed, nl. de luisteraar op het verkeerde been zettend door hem telkens in de waan te laten dat de slotnoot is gespeeld. Tijdens de uitvoering werd dit muzikaal mooi geïllustreerd: wie aandachtig keek naar de beeldschermen met het uitvergrote gelaat en dus de gezichtsuitdrukking in detail van de trompettist, zag hem met een oogopslag of licht nee-knikken aangeven dat er nog iets volgde. Het uiteindelijke en dus èchte bisnummer werd vertolkt door de virtuoze Hamsi op Ud en Maalouf (uiteraard) op trompet en in samenzang. ‘Chicken Skin Music’ om de titel van een LP van Ry Cooder te gebruiken en dus ondanks een dag met concerten van zeer ongelijkmatige kwaliteit toch tevreden de nacht in.
Slotsom aan het eind van die 7de juli: 2 zwaar ontgoochelende concerten; een mooi optreden van beloftevol jong Belgisch talent dat de toch grote en risicovolle overgang van kleine jazzclubs naar groot festivalpodium zonder ongelukken zet; en een meer dan geslaagde afsluiter van een kwintet o.l.v. een sublieme trompettist die bovendien ook een aimabele man én ware wereldmuziekburger blijkt.
Tekst © Paul Godderis
Foto's © Jos L. Knaepen
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst