Wolfgang Muthspiel – Where The River Goes
W
ECM
Volledig in aansluiting met zijn vorige cd ‘Rising Grace’ brengt de Oostenrijkse gitarist Wolfgang Muthspiel het vervolg uit onder de titel ‘Where The River Goes’.
De enige lichte wijziging in de groepsbezetting is dat Brian Blade er niet meer bij is en dat Eric Harland nu achter het drumstel plaats nam. Een radicale revolutie brengt dat niet op gang. Hij nestelt zich heel comfortabel midden het viertal en zit meteen op dezelfde golflengte.
Een stilleven met akoestische gitaar dat na twee minuten gevoed wordt door wat warme lange trompetnoten vormt de intimistische aanloop naar een al even ingetogen vervolg. Pianist, bassist en drummer sluiten zich aan en blijven eveneens op eenzelfde rustig niveau musiceren. Stilaan schuiven ze elk een aantal details tussen de fluwelen plooien. Het onverwacht bruuske einde met een mini-uitbarsting wijst er al op dat het vervolg niet zo rimpelloos zal verlopen.
Aan de hand van titels als ‘For Django’ (Bates en niet Reinhardt), ‘Buenos Aires’ en ‘One Day My Prince Was Gone’ verwijst Muthspiel met een knipoog naar zijn inspiratiebronnen. Let wel, het zijn vooral aanduidingen die de luisteraar op het verkeerde been brengen. Dat maakt het net spannend. De ogenschijnlijk bucolische taferelen verbergen hier en daar addertjes onder het gras. Meest opmerkelijk is hoe Akinmusire zich hier out als een verdoken poëet. Muthspiel zelf wisselt een paar keer tussen elektrische en akoestische gitaar zonder dat hierdoor een grondverschuiving plaatsheeft.
Uiteindelijk een heel typische ECM-release. Zeker ook voor wie reeds ‘Travel Guide’ met Slava Grigoryan en Ralph Towner in zijn collectie heeft. Nu afwachten in hoeverre dit alles live verrijkt en vervormd wordt. Er is in elk geval genoeg ruimte voor improvisatie.
Musici:
Wolfgang Muthspiel: gitaar
Ambrose Akinmusire: trompet
Brad Mehldau: piano
Larry Grenadier: contrabas
Eric Harland: drums
Live
7.11.2018, 20.30, BOZAR: Wolfgang Muthspiel, Michel Matthieu, Colin Vallon, Larry Grenadier, Jeff Ballard
© Georges Tonla Briquet