Vier maal solo
Various
CJazz Productions ALF / OA2 / Intakt / ECM
Een soloplaat betekent niet altijd een muzikant met een enkel instrument. Sommigen klinken zelfs als een volledig orkest.
Alfio Origlio – Piano
CJazz Productions/ALF
Net als zovelen tijdens de lockdown gaf de Franse pianist Alfio Origlio (Michel Jonasz, Didier Lockwood, Gregory Porter) een hele reeks soloconcerten via digitale weg. Hij vatte alles uiteindelijk samen op ‘Piano’, zijn veertiende werkstuk.
Het is meteen een ideale quizplaat geworden. Naast vier eigen nummers koos hij nog negen composities van de meest uiteenlopende namen als Claudio Monteverdi, Herbie Hancock, Serge Gainsbourg en Lennon & McCartney. Zelfs Bobby Solo zijn grote hit ‘Una Lacrima Sul Viso’ zit ertussen.
Met zijn vederlicht toucher stelt Origlio een uiterst poëtische bloemlezing voor waarbij hij elke titel volledig naar zich toetrekt. Geen exuberante trucjes, gewoon een heel broze aanpak die de nieuwsgierigheid blijft prikkelen en getuigt van een grote beheersing. Meer Chopin dan Keith Jarrett. Slechts een enkele keer wordt het idyllische plaatje lichtjes verstoord aan de hand van zijn eigen ‘Nuna’.
Een opname om bij weg te mijmeren en ons de vraag te stellen of de “rat race” nu echt opnieuw van start gegaan is.
https://alfioorigliopro.wixsite.com/alfio-origlio
Rich Pellegrin – Solitude
OA2
In de zomer van 2019 trok pianist Rich Pellegrin zich terug in de Langley United Methodist Church op het eiland Whidbey (vlakbij Seattle) met als doel al improviserend de confrontatie aan te gaan met de muzikant in zichzelf. Uit die momenten van muzikale bezinning selecteerde hij vijfentwintig korte stukjes die aangepaste titels meekregen (‘Improvisation I’ – ‘Improvisation XXV’).
Dat hij op een Everett Concert Grand Piano speelde uit 1915 bepaalde mee de donkere klankkleur. Bij de finale mix en mastering vroeg Pellegrin aan de technieker om patina en kleine mankementen te verkiezen boven technische perfectie. Van de eerste tot de laatste noot gespeeld zonder voorbedachte rade maar gewoon een flow van “études” die stuk voor stuk de nietigheid van de mens in een groots natuurlijk decor weerspiegelen.
Ondanks of net door de korte tijdsduur van elke snapshot heel wat diepgaander dan het gros van wat tegenwoordig aangeboden wordt onder de vlag van “new wave of piano”.
https://originarts.com/oa2/artists/artist.php?Artist_ID=93
Chris Speed – Light Line
Intakt
Op zijn beurt maakte Chris Speed gebruik van de lockdown om een soloplaat op te nemen. Niets bijzonders, alleen speelt hij klarinet, een niet zo evidente keuze.
Naast eigen (geïmproviseerd) materiaal ging hij tevens aan het werk met composities van onder meer Ornette Coleman, Julius Hemphill, Eric Dolphy en zelfs Andrew D’Angelo.
Het klankenpalet varieert ten slotte van repetitieve clusters à la Philip Glass (‘Koyaanisqatsi’) tot rondtollende dervish-momenten en folk met Indonesische inslag (zoals in ‘Light Line’ waarin de klarinet bijna als een fluit klinkt). Enkele malen duiken sterke bindingen met de natuur op zonder te vervallen in new age (‘Cat Heaven’). Soms lijkt het of Speed steeds terugkeert naar hetzelfde beginpunt maar hij kiest wel telkens opnieuw voor een andere richting en wil daarbij alsmaar verder en hoger. Natuurlijk ontbreekt het klassieke tintje niet, al dan niet verscholen tussen speelse toonladders. Enkel in de afsluiter (Paul Motian’s ‘It Should Have Happened A Long Time Ago’) is er wat overdub om een drone-effect toe te voegen.
Zeker geen “musician’s musician” aanpak maar wel een ontluisterende zelfreflectie van deze topmuzikant.
Stephan Micus – Winter’s End
ECM
Voor de Duitse multi-instrumentalist Stephan Micus is solowerk “business as usual”. Dit is inmiddels de vierentwintigste (!) keer dat hij in zijn eentje de studio induikt. Het is wel zo dat hij zich nooit houdt aan een enkel instrument. Opnieuw haalt hij er een halve muziekwinkel bij. Hiertussen vinden we onder meer chikulo (Mozambique), sinding (Gambia), sattar (China), charango (Peru) en Tibetaanse cymbalen. In het bijgeleverde boekje lees je hierover meer.
Als een heuse sjamaan creëert hij een totaal eigen universum waar alles draait rond stilte en meditatie. De spirituele kant wordt uitgetekend aan de hand van zijn meervoudig stemgeluid (dankzij overdubs) dat afwisselend klinkt als Gregoriaanse hymnen of als intro van een Afrikaans inwijdingsritueel. Meerdere keren vallen tevens de parallellen op met Javaanse gamelanpercussie.
Telkens slaagt Micus erin een narratieve stijl te ontplooien. Te vergelijken met de Japanse shodo (kalligrafie) waarbij elk idee en het aansluitend gebaar omgezet worden in een creatie.
https://www.ecmrecords.com/shop/1617002333
© Georges Tonla Briquet