Vier maal solo (2)
Various
PeeWee! / Ramble Records / Intakt / ECM
Vier soloalbums...
Simon Goubert
Le Matin Des Ombres
PeeWee!
Via hetzelfde label waarop de duo-cd van Jozef Dumoulin en Bo van der Werf (‘Speaking Kindly’) onlangs verscheen, is tevens deze soloplaat van de Franse drummer Simon Goubert verkrijgbaar. De inspiratie putte hij uit drie composities van Ivan Wyshnegradsky die begin vorig eeuw een heel aparte methodiek ontwikkelde, gekenmerkt door een eigenwijs gebruik van micro-intervallen/kwarttonen. Om die aanpak te benaderen, ging Goubert elk onderdeel van zijn drumstel (een Repercussion, een Gretsch en een collectie cymbalen) afzonderlijk stemmen. We horen een aan elkaar rijgen van sterk uiteenlopende sfeerzettingen die reiken van gamelan-verwante klanken en donker tromgeroffel tot een telex-stijl van flitsende uitvallen. Dit alles gelardeerd met samples van Wyshnegradsky’s opnamen.
Een sterk doorgedreven staaltje van een nieuwe drumsystematiek. Uiterst technisch en toch toegankelijk voor wie vertrouwd is met avant-garde, hedendaags klassiek en uitgepuurde improvisatie.
Julien Tassin – Primitiv
Ramble Records
Voor zijn nieuwste (en derde) solo uitstap koos gitarist Julien Tassin als thema de mens in zijn meest primitieve gedaante oftewel de geschiedenis van de mensheid van toen deze begon rond te zwerven, “communities” vormde en deze weer uiteenspatten.
Het is vooral een zoektocht geworden naar de essentie. Een heel programma onderverdeeld in twaalf hoofdstukken. Muzikaal is alles uitgewerkt aan de hand van een minimalistische basisstructuur. Het is bovenal duidelijk een opname waarbij Tassin tot het diepste van zichzelf durft te gaan. Dat betekent de nodige blues maar tevens een teruggrijpen naar zijn rockroots. De intro van ‘Mozaïk’ is bijvoorbeeld pure Led Zeppelin. ‘Troubles’ lijkt de aanzet voor een hard rock hymne. Aan de andere zijde ontdekken we dan meer folky links met het vroegere werk van Anthony Philips en duiken er een paar heuse luisterliedjes op.
Tassin blijft zich heruitvinden als solo-artiest. Eentje voor de eindejaarslijstjes.
Katharina Weber
In Marta’s Garden
Intakt
Wat „namedropping“ om de soloplaat van pianiste Katharina Weber te situeren: Fred Frith (een groot bewonderaar van haar) en György Kurtág (naar wie ze hier enkele keren rechtstreeks verwijst en van wie ze twee nummers interpreteert). De cd-titel refereert bovendien naar deze laatste zijn vrouw, Márta. Weber was persoonlijk bevriend met het koppel. Negentien miniatuurtjes die in lengte variëren van net geen minuut tot vijf minuten.
Allemaal heel fragiel en sober opgebouwd rond korte en langere stiltes verweven in de Bermuda-driehoek van partituur, improvisatie en tijd. Ook wel te omschrijven als een intieme luisterervaring bij het doorbladeren van een dagboek.
Carolin Widmann – L’Aurore
ECM
Nu jazzcats meer dan ooit teruggrijpen naar (neo)klassiek is het passend om de aandacht te vestigen op de solo-cd van violiste Carolin Widmann.
Op de setlist werk van Eugène Ysaÿe, George Benjamin, Hildegard von Bingen, George Enescu en Johann Sebastian Bach. Stuk voor stuk componisten die opduiken in recent werk van jazzmuzikanten. Widmann munt uit in het scheppen van verwachtingen door gracieuze passages te koppelen aan complexe techniek. Een spiritueel tintje ontbreekt evenmin. In het boekje staat een interview waarin de violiste meer informatie verstrekt over haar keuzes en aanpak.
© Georges Tonla Briquet