Strijkers en jazz
Various
ECD/Eclipse Music / Effendi Records / Origin
Drie recente releases waarbij het geflirt tussen strijkers en jazz centraal staat.
Silva Kallionpää Quartet – Unadaptable
ECD/Eclipse Music
Geen combinatie van een jazzbezetting met strijkers maar de viool geïntegreerd als volwaardig instrument. In dit Fins kwartet, opgericht in 2017, horen we verder nog piano en toetsen (Nikita Rafaelov), contrabas (Juuso Rinta) en drums (Okko Saastamoinen).
Violiste Kallionpää leverde meteen al het complexe en avontuurlijke materiaal. Na twee onstuimige tracks waarin een glansrol is weggelegd voor pianist Rafaelov, volgt het introspectieve ‘In The End’ getekend door een donkere ondertoon. Tien minuten zacht gemijmer gebrandmerkt door onderhuidse spanningen. In schril contrast hiermee is er de hoekige titeltrack (ook plus negen minuten). En dan volgt nog de bijna twaalf minutenlange afsluiter.
Absoluut te ontdekken!
https://silvakallionpaaquartet.bandcamp.com/
Yves Léveillé – L’Echelle Du Temps
Effendi Records
De Canadese pianist Yves Léveillé is een polyvalent iemand die actief is in zowel jazz en klassieke middens als in hedendaagse ensembles en zelfs af en toe zijn actieterrein verlegt naar wereldmuziek. Naar aanleiding van ‘Léchelle Du Temps’ componeerde hij acht stukken voor piano en strijkkwartet. Contrabassist Étienne Lafrance kwam mee aan boord. Samen doorkruisen ze een repertoire dat het midden houdt tussen filmmuziek, jazz, improvisatie en klassiek. We horen af en toe de onvermijdelijke opgesplitste clusters van twee genres maar toch klinkt het eindresultaat als een harmonisch geheel van zes snareninstrumenten die op dezelfde golflengte zitten.
Een van de betere stijloefeningen in deze categorie, ook al nijgt de hoofdkleur het meest naar klassieke kamermuziek. Luistertips bij voorbaat, ‘Missive’ en ‘Encodage 2.0’.
John Stowell/Dave Glenn
& The Hawcaptak Quartet
Violin Memory
Origin
Gitarist John Stowell (David Friesen, Tom Harrell, Billy Hart) en trombonist Dave Glenn (Chuck Mangione, The Mel Lewis Orchestra, Blood, Sweat and Tears) gingen een soort verbond aan met The Hawcaptak Quartet, niet om echt samen te spelen maar wel om gezamenlijk een cd uit te brengen.
Een wat aparte werkwijze want het duo nam zijn partijen op in een andere studio en op een verschillend tijdstip dan het strijkkwartet. De eenentwintig (meestal) korte stukken zijn bijna allemaal onderverdeeld in een intro (uitgevoerd door de strijkers) en de compositie zelf (ingespeeld door gitarist en trombonist). Ze houden beide werelden dus enerzijds gescheiden maar koppelen ze anderzijds toch aan elkaar. Over heel de lijn vormt ingetogen kamermuziek de rode draad.
Een opmerkelijke stijloefening maar wel eentje met een logische eenvormigheid.
© Georges Tonla Briquet