Round Up 2019
Various
Diverse labels
Het was wederom onmogelijk om alle interessante releases van het voorbij jaar te bespreken. We selecteerden er nog tien die uw aandacht verdienen, geklasseerd in alfabetische volgorde.
Lolly Allen – Coming Home
OA2
Het was Horace Silver die indertijd ‘The Hippest Cat In Hollywood’ pende (hier de openingstrack). Vibrafonist Lolly Allen vervult die rol met verve zonder over te hellen naar camp of kitsch. “Straight jazz” gekoppeld aan Mancini-trekjes, Brasiliana en West Coast cool uitgevoerd door een stijlvolle cast. Muziek die klinkt als uit het tijdperk toen Alan Ladd en Rita Hayworth de zwart-wit filmwereld nog kleur gaven. Ideaal startpunt is een eerste cocktail in de ‘Mambo Inn’ en u droomt nadien vanzelf weg op de tonen van ‘If You Could See Me Now’.
ASTA – Passers Of Time
Bonsaï
ASTA is een Frans kwartet met veteranen Antonio Farao (piano), Sylvain Beuf (saxofoons), Thomas Bramerie (bas) en André Ceccarelli (drums). Deze vier heren hebben het allemaal reeds meegemaakt en namen deze cd op om zichzelf te plezieren. Gelukkig kunnen de luisteraars meegenieten, zeker wie een brede smaak heeft en kickt op zowel swing en (latin)bop als classic jazz en ballads. Absolute aanraders zijn ‘4433’, ‘Last One’ en het uiterst hippe ‘Passers Of Time’ waarbij David Linx in de rol van rapper/spoken word artiest kruipt! Faut l’entendre!
https://bonsaimusic.fr/produit/asta-passers-of-time/
The Beat Freaks – Stay Calm
AMS
Genreverstrengeling is het motto bij dit Poolse kwartet. Het instrumentarium: gitaar, tenorsaxofoon, contrabas en drums. De vier zweren bij een expressionistische esthetica geworteld in de huidige tijdsgeest en extra geanimeerd door een sterke New York vibe. Deze compromisloze opvatting maakt dat hun muziek geprangd zit tussen prog, fusion, rock, jazz en steampunk. Ook voor fans van Morphine, MDCIII en Gilad Hekselman.
Aaron Dolman – Nostalgia And Other Fantasies
Eigen beheer
Drummer Aaron Dolman is het brein achter ‘Nostalgia And Other Fantasies’. Hij leverde ook alle composities. Zelf houdt hij zich echter sterk op de achtergrond en plaatst gitaristen Marcus Savard-Lowry en Zacharie Bachand volop in de kijker. Altviolist Caitlin Smith en bassist Mathieu McConnell zorgen voor vernuftige accenten. De inspiratiebronnen zijn legio (folk, blues, filmmuziek, bluegrass, klassiek) maar werden ingenieus geënsceneerd in het geheel. Referenties reiken van Bill Frisell, Neil Young en Mark Knopfler (diens ‘Local Hero’!) tot Mac Gayden, Ruben Machtelinckx en Guillaume Vierset.
Charlie Porter – Immigration Nation
OA2
In tachtig minuten, onderverdeeld in twee luiken (‘Leaving Home’, ‘New Beginnings’) geeft trompettist en componist Charlie Porter zijn versie van de Amerikaanse immigratiestroom begin vorige eeuw. Geen voorbije geschiedenis maar een brandend actueel onderwerp gebracht door een topkwintet dat meteen een hele jazzhistorie doorloopt. Op een nummer is Sabine Kabongo (Zap Mama) te horen. Een krachtig statement zonder over the top pathos of gratuite epische allures.
Very Practical Trio – Even Better
Intakt
Drie protagonisten uit de New Yorkse (impro)scene (bassist Michael Formanek, altsaxofonist Tim Berne, gitarist Mary Halvorson) die elkaar kruisten in diverse groepen en nu voor de eerste keer samen te horen zijn op cd onder de naam Very Practical Trio. Trance, repetitieve stukken, urban exotica, onverwachte melodielijnen, vindingrijke gitaarwendingen en psychedelica volgen op organische wijze elkaar op. Auditief snoepgoed voor de liefhebbers.
Elliot Galvin – Live In Paris At Fondation Louis Vuitton
Edition
Elliot Galvin is bij ons vooral bekend geraakt als pianist van de Britse groep Dinosaur. Hij is echter actief op diverse fronten in dans- en theaterkringen en af en toe doet hij het ook al eens in zijn eentje. Zoals op 9 mei 2018 in de Fondation Louis Vuitton (Parijs). Een kubistisch aaneenrijgen van flitsende passages, klassieke invloeden, experimentele momenten en ogenblikken van plotse stilte. Heel sterk is het contrast/samenspel tussen linker- en rechterhand zoals in ‘For J.S.’ Veertig minutenlang geïmproviseerd. Dat hij in de hoestekst Craig Taborn als inspiratiebron bedankt, zegt genoeg over zijn ambities.
Trevor Giancola – Sonnet 18
QTM
Sinds het uitbrengen van zijn debuut (‘Fundamental’, 2016) stond de Canadese gitarist Trevor Giancola op het podium met onder meer Donny McCaslin, de ondertussen overleden John Abercrombie en Seamus Blake. Deze laatste is er ook bij op ‘Sonnet 18’ en steelt de show. Bassist Rick Rosato en drummer Adam Arruda vervullen de rol van ritmetandem. Tien eigen impressies van Giancola geïnspireerd op liefde, leven en dood, net als Shakespeare dat deed voor zijn ‘Shall I compare thee to a summer's day?’. Jazz uit het leven gegrepen als het ware. Swing en melodie bepalen de toon.
Dan McCarthy – City Abstract
Origin
De Canadese vibrafonist Dan McCarthy kleurt graag buiten de lijntjes. Zo introduceerde hij op ‘Let’s Start The Show’ een banjo in zijn muzikaal universum terwijl ‘Constellation’ een duo-plaat was met pianist Gordon Webster, helemaal in het teken van vrije improvisatie. Op ‘Epoch’ kreeg hij dan weer het gezelschap van Steve Swallow, Ben Monder en Mark Feldman. ‘City Abstract’ is een logisch en even avontuurlijke vervolg waarop hij terloops Carla Bley (‘Bleyto’) en Gary Burton (‘Desert Roads’) eert. Een uitbundig feestje van swing, fusion en postbop, inclusief een ballad (Pat Metheny’s ‘Midwestern Nights Dream’), wat meer popgetinte accolades en een uitgerafelde versie van Keith Jarrett’s ‘Coral’, zij het melodieus ingekleed. Kortom, een vibrafonist die een breed geschakeerd palet hanteert.
Chris Speed Trio – Respect For Your Toughness
Intakt
Opgepast want de titel is misleidend. Saxofonist Chris Speed werpt zich hier niet op als krachtpatser maar kruipt in de huid van een gentleman versierder die zich van begin tot einde aan de etiquette houdt. Hij filosofeert en debatteert al eens maar steeds volgens het adagio “respect voor de andere”. Bassist Chris Tordini en drummer Dave King spelen het spel helemaal mee. De veelvuldige verhulde links naar klassiekers en illustere voorgangers waaronder Webster, Parker en Rollins maken het extra boeiend. Maar ook eigen werk wordt herbekeken zoals ‘Transporter’ (oorspronkelijk te vinden op het Yeah No album ‘Emit’ uit 2000). Een verrassende cd getekend door een uiterst warme klank.
© Georges Tonla Briquet