Driemaal New Wave Of Jazz
Various
A New Wave of Jazz
Net zoals Keith Harring de tweespalk tussen street art en galerijwereld overbrugde, beoogt Dirk Serries met zijn label A New Wave Of Jazz pure improvisatie te introduceren bij een groter publiek. Niet door een commerciële knieval maar aan de hand van hoogkwalitatieve releases die de veelzijdigheid van het genre illustreren. Recent verschenen er wederom drie nieuwigheden. Deze keer solowerk van een gitarist-kunstenaar-fotograaf en twee duo’s (telkens een gitarist en een rietblazer).
Pierre Gerard
Pieces Of Apparatus
Alhoewel het niet gaat om de catalogus van laboratoriumonderdelen is de vergelijking niet meteen zo ver gezocht. Gitarist Pierre Gerard liet ideeën en invallen de vrije loop. Uiteindelijk werd alles herleid tot vijf stukken met enigmatische titels als ‘Formé Sur Un Bois De Rose Pâle’, ‘Spécimen Dans Les Tons Proches’ of nog ‘Miniature En Poudre Pratique’.
Het is drieënvijftig minuten vertoeven in gezelschap van een muzikant die elke noot en elk geschuifel over de snaren duidelijk met voorbedachten rade speelt en uitvoert, ook al gebeurt alles onder de noemer “improvisatie”. Dergelijk minimalisme is enkel mogelijk middels een hoge graad van concentratie. Intuïtie en stilte blijven daarbij twee belangrijke polen. Het is eveneens een ingenieus spel van laten horen wat er niet is.
Luisteren naar dit album is net als je begeven op een flinterdun laagje ijs en bij elke stap het gevaar trotseren dat je erdoor zakt. Een gevoel dat Gerard zelf ook moet ondervonden hebben toen hij dit uitbroedde. Allemaal van een beeldend kunstenaar (want dat is hij ook) die een van zijn vorige werken de titel gaf ‘Je trouve Spinoza bien lucide’.
Pierre Gerard: gitaar
https://www.pierregerard.eu/index.htm
https://galleryviewer.com/nl/galerie/293/lmno/kunstenaars/2092/pierre-gerard
Arvind Ganga + Riccardo Marogna
Ballads From The Wrecked Ship
Arvind Ganga en Riccardo Marogna laten op hun beurt horen wat een gitarist en een rietblazer samen zoal kunnen bekokstoven. Af en toe gebruiken ze daarbij andere objecten en electronics (die al eens overwegen).
‘Ballads From The Wrecked Ship’ is zeven keer afdalen in de krochten van een wereld waarin vertrouwde aanknopingspunten meteen vervagen eens je ze benadert. Beiden verheffen het tot een aparte kunst om de luisteraar telkens te leiden en te misleiden. Ze lokken je naar ogenschijnlijk vertrouwde bestemmingen maar onderweg lassen ze spaarzaam en uiterst functioneel afwijkingen en verrassingselementen in zodat je al snel elk houvast verloren raakt. Nooit heftig of agressief maar steeds omzichtig en regelmatig met verslavend repetitieve patronen.
Ganga en Marogna zijn bovenal meesters in het prikkelen van de nieuwsgierigheid waardoor je steeds weer toch de volgende stap zet. De openingstrack is de ideale aanzet. Een kronkelige ontdekkingstocht in het spoor van twee wetenschappers die op zoek gaan naar de meest originele fieldopnamen en die uiteindelijk eindigt met een zucht van verlichting maar ook met een drang naar meer. Een heuse shot dopamine.
Arvind Ganga: gitaar, objecten
Riccardo Marogna: tenorsaxofoon, basklarinet, electronics
https://riccardomarogna.com/about
https://www.arvindganga.net/
Alan Wilkinson & Dirk Serries
One In The Eye
Ook hier een gitarist en een rietblazer die samen elkaars invallen opvolgen, mee helpen uitbouwen en/of een andere richting geven.
Het gaat om een tweeluik waarvan het eerste deel opgenomen werd in de Sunny Side studio (29 november 2019) terwijl deel twee ingeblikt werd tijdens een concert op 22 januari 2020 in Londen. Geen electronics bij deze heren maar een zuiver akoestische benadering. De energie is er nochtans soms des te explicieter om. Niet dat ze zich outen als punkers (althans niet in hun muzikale uitwerking), toch is hun houding net wat assertiever en snediger dan bijvoorbeeld deze van Arvind Ganga en Riccardo Marogna die op ‘Ballads From The Wrecked Ship’ eenzelfde instrumentarium hanteren.
Tot een duel komt het nooit, wel porren ze elkaar regelmatig aan telkens net de afgrond te naderen waar de grote leegte heerst. Ze maken handig gebruik van ingekapselde uitglijzones waarmee ze vertrouwd raakten na jarenlange omzwervingen in de improvisatiewereld. Soms verontrustend en schokkerig, dan weer suggestief en in stilte gehuld maar nooit anekdotisch.
Door de ingebouwde stiltes is het soms moeilijk de “nummers” van elkaar te onderscheiden. Het vergroot enkel de verwondering over de techniek van Wilkinson en Serries. Niet toevallig dat een van de stukken de titel ‘Hobson’s Choice’ meekreeg. In die context is het uiterst boeiend om hun aanpak in een studio en op een podium te vergelijken.
De insteken mogen dan vanuit dezelfde grondprincipes vertrekken, live gebeurt de uitwerking nog gedetailleerder en meeslepender zij het ook wel meer verstikkend. Ook te omschrijven als een eigenzinnige toepassing van dichotomie in het immense impro-universum.
Alan Wilkinson: basklarinet, baritonsaxofoon, altsaxofoon
Dirk Serries: gitaar
www.newwaveofjazz.com
© Georges Tonla Briquet