Vijay Iyer & Craig Taborn - The Transitory Poems (DDB)
V
ECM
Vijay Iyer en Craig Taborn speelden begin jaren 2000 samen in het negenkoppige ensemble Note Factory van Roscoe Mitchell. De beide pianisten legden daar de basis om zich als duo aan gezamenlijke creaties te wagen. De twee volgden ervoor en sindsdien ook hun afzonderlijke wegen, met eigen groepen en in uiteenlopende samenwerkingen.
Vijay Iyer (°1971) is de extroverte van de twee. Hij is fysicus van opleiding en lijkt in zijn pianospel altijd op een heel rationele manier berekend met geluid om te gaan. Die doordachte manier van muziek maken kan bij hem tegelijk heel doordrongen zijn van emotie.
Craig Taborn (°1970) is de meer introverte. Hij gaat zeker niet minder berekend met geluid om, maar lijkt dat gevoelsmatiger te doen. Als een uitvinder die de nodige technieken wel voelt opkomen naargelang de muziek zich ontwikkelt.
Op The Transitory Poems, in 2018 live opgenomen in de concertzaal van de Franz Liszt Academie van Boedapest, is te horen hoe schitterend de samenwerking van het duo is uitgedraaid. Hun concert in Bozar in 2011 was al bijzonder spannend en indrukwekkend, dat in Leuven in maart van dit jaar was wellicht nog knapper. Deze cd is er een waarop je een twee-eenheid hoort, een ontstellend hecht duo dat soms klinkt als vier handen van één gedeeld brein. Zelfs geoefende oren die de twee pianisten al langer volgen kunnen niet de hele tijd onderscheiden wie wat aan het spelen was.
De titel van het album komt uit een vergelijking die de legendarisch pianist Cecil Taylor eens maakt in een interview. Menselijke wezens maken deel uit van de natuur en zijn veel tijdelijker op deze wereld dan pakweg een berg. Dan zijn mensen “transitory poems”. Tijdens hun concert in Boedapest brachten Vijay Iyer en Craig Taborn muzikaal ode aan Cecil Taylor, die in 2018 overleed, met “Luminous Brew”. Daarnaast speelden zij hommages voor de grote muzikanten Muhal Richard Abrams en Geri Allen, alsook voor de schilder en beeldhouwer Jack Whitten. Voor die laatste beitelden en beeldhouwden zij met heel gericht toucher hun slagen op “Sensorium”.
Opener “Life Line” is met 13’02” meteen het langste stuk op dit album. Het opent alsof het een modern ballet zou kunnen begeleiden, in een vertellijn met zowel vlotte, jazzy schwung als eloquente klassieke muziek. Behalve levendige fasen vind je er ook een van gas terugnemen, verstilling en tijd voor reflectie. De pianisten serveren elegante en sprankelende ideeën – om dat in het verdere verloop met toenemende kracht en grandeur te doen. “Kairos” en “S.H.A.R.D.S.”, die uit kleine elementen vertrekken om de ene keer vrij heftig en de andere keer langer langzaam te ontwikkelen, illustreren hoe vernuftig het duo in het moment componeren. Na de uiteindelijke stroomversnelling op “S.H.A.R.D.S.” gaat het op snel en meeslepend tempo verder in “Shake Down”. Op “Clear Monolith” voor Muhal Richard Abrams zoekt het duo pianistiek de superlatieven op. De gedeelde bewondering voerde hen live, en voert de luisteraar van de cd, mee in een ode om U tegen te zeggen.
Daarop volgt die voor Cecil Taylor, die eerst traag - met een zekere subtiliteit, zeg maar - wordt geëerd doorheen een contrastwerking tussen eenvoudige texturen, vooraleer “Luminous Brew” in een mooie boog de noten in het rond laat vallen. Afsluiter “Meshwork / Libation / When Kabuya Dances” gaat nog op snel elan verder om pas na straffe, hoogstaande toeren in een liefdevol slot te belanden en pakkend af te ronden.
Het gezegde wil dat mooie liedjes niet lang duren. Hier is geen spraken van liedjes, maar maken melodieën deel uit van imponerende werkstukken. Genre-etiketten schieten werkelijk tekort.
© Danny De Bock
Verschijnt ook op draaiomjeoren.com