T

L'accordéoniste Philippe Thuriot et le contrebassiste Kristof Roseeuw se connaissent depuis un certain temps: ils se sont croisés au sein de RadioKUKAorkest (album Songs for broadcast), en compagnie du violoncelliste Lode Verkampt et du clarinettiste Tom Wouters qui est membre, comme Roseeuw, du Flat Earth Society. De son côté, Philippe Thuriot, diplômé des Conservatoires d'Amsterdam et Copenhague, a un parcours éclectique: collaboration avec le chorégraphe Alain Platel, notamment pour Pitié avec Fabrizio Cassol, l'ensemble de musique contemporaine Ictus ou le quintet Steve Houben/Jacques Pirotton pour l'album Phinc. Enfin, en compagnie de Roseeuw, il a collaboré avec le saxophoniste américain Ellery Eskelin pour une tournée au Sénégal.

Nieuw werk door het trio T.ON (trombonist Matthias Muche, bassist Constantin Herzo, drummer Etienne Nillesen) waarvan we in deze rubriek ook al ‘T.ON – Plays La Berge/Greenstone/Pluta/Wooley’ onder de aandacht brachten. Wederom schuren de drie langs de meest onmogelijke klankuitersten van hun instrumenten.

De link tussen architectuur en improvisatie? Het trio T.ON illustreerde de onderliggende verbanden tijdens enkele optredens. Een en ander is nu terug te vinden op deze dubbel-cd.

Voici TAB, le Trio d'Alex Beaurain, un trio résolument acoustique aux sonorités colorées. Elève de Fred Favarel (le guitariste du trio de Phil Abraham), au CIM à Paris, Alex Beaurain a gagné ensuite Toulouse et rejoint le big band de Denis Badault avant de se fixer se fixer à Bruxelles où il joue en quintet avec Eve Beuvens. 

Eine Band in der Entwicklung, das sollte man meinen. Was passt dazu besser als das Bild einer sich entwickelnden Kaulquappe, die irgendwann mal zu einem quakenden Frosch mutiert. Die Band besteht aus folgenden Bandmitgliedern: Rebekka Van Bockstal (guitar & compositions), Flavio Spampinato (voice), Claire Parsons (voice), Willem Suilen (piano), Nabou Claerhout (trombone), Abel Jednak (altosaxophone), Olivier Penu (drums) und Federico Stocchi (double bass). Ein großes Ensemble im Gegensatz zum Quartett, mit dem die aus Lier gebürtige Gitarristin sonst auf den Bühnen der belgischen Jazzclubs steht.

Der aus Israel stammende Pianist Tal Cohen, so sehen es Kritiker, hat einen ganz eigenständigen Spielstil entwickelt, der im Kontext von jüdischer Volksmusik und klassischer Musik verstanden werden muss.

Debuut-cd Talinka: een bijzonder muzikaal kleurenpalet

Aus dem Blätterwald den Bläserwald zu machen, ist für ein Bläserensemble eine Kleinigkeit. Dabei scheinen die vier Musiker, folgt man dem Albumcover, ganz losgelöst im Wald unterwegs zu sein, musizierend, mit dem Saxofon Äpfel fangend, dem Slivowitz, der an einem Baumstamm abgelegt ist, durchaus zugetan und auch dem Bocciaspiel.

Hinter der Band verbirgt sich ein Trio bestehend aus Marcel·lí Bayer (baritone saxophone), Ferran Fages (electric guitar) und Oriol Roca (drums). Der Titel des Albums lautet in deutscher Übersetzung: einen Baum bewohnen oder auch Bezug zu einem Baum. Es handelt sich bei dem Album um ein zehnteiliges „Oratorium“. Die einzelnen Titel sind wohl in Katalanisch gehalten, ob „Silferep“, „Kneeu“, „Volx“, „Gosurc“ oder „Haout“ und schließlich „Aposkip“.

Die aus Griechenland stammende Pianistin Tania Giannouli legt nunmehr bei Rattle Recors ihr fünftes Album vor. Es wird allgemein als das wichtigste ihrer Karriere angesehen. Über das Album und Giannouli schreibt das Label Rattle Records: „SOLO is an artistically concentrated album, fearless, personal, and profoundly musical, a work that highlights Tania’s exceptional talents as an accomplished, highly intuitive pianist. … A renowned pianist, composer, improviser and bandleader, Tania Giannouli’s imaginative, highly original, genre-defying music has been described as lyrical, eclectic, and intoxicating. Classically trained and inspired bly many traditions and influences, her compositions and interdisciplinary projects span a range of styles that reflect a borderless amalgamation of contemporary global reality.“

Zu Beginn ein O-Ton der Pianistin Tania Giannouli: "Oud and trumpet are two of my favourite instruments. A piano trio with these instruments is unusual, but I wanted to explore the beautiful textures, tonalities and emotional resonances that this combination of instruments offers. And of course, Andreas Polyzogopoulos (trumpet) and Kyriakos Tapakis (oud) are fabulous musicians and a joy to work with. … The music on this album is an expression of love, hope and compassion, a plea for understanding, kindness, and the need to respect and embrace our common connectedness“

Nimmt man dieses Album in die Hand, dessen Cover die drei Mitglieder der Combo, Dirk Haefner (Gitarre), René Bornstein (Bass) und Demian Kappenstein (Schlagzeug) zeigt, dann sieht man nicht nur eines der Bandmitglieder in grüner Jägerkleidung, sondern ein weiteres Mitglied, das eine Trophäe in der Hand hält.

Na zijn soloplaten, trio-cd’s en uitstapjes richting rock met run SOFA, komt gitarist Julien Tassin aanzetten met een duo-album in gezelschap van nieuwe spitsbroeder Patrick Steenaerts.

Über Band und das Album schreibt das Label: „…  Tatu & Tutkimusmatkailijat (The Explorers):  The core lineup features Tatu Back on bass, guitarist Markus Venehsalo, and drummer Jaakko Pöyhönen. Building on the success of their debut album, Tatu & Tutkimusmatkailijat continue to forge a distinct musical path. "Vasta alkusoittoa" is a testament to the band's evolution, showcasing a seamless fusion of roots music, blues, and prog rock.“

Het jazztrio met piano, bas en drums is de meest traditionele bezetting en meteen ook deze met het grootste aantal valkuilen. Veteraan Ted Moore weet het allemaal stijlvol en met gevoel voor finesse in te kaderen.

De duurtijd is stevig ingeperkt tegenover zijn debuut ‘Where The Fence Is The Highest’ maar de Deense gitarist Teis Semey zijn inzet en engagement zijn er niet minder om.

Met ‘Where The Fence Is The Highest’ levert de Deense gitarist Teis Semey een groots opgevat werk af boordevol parameters ontleend aan jazz, klassiek en hedendaagse avant-garde.

Luxemburg en jazz in een enkele zin, voor velen klonk het tot een aantal jaar geleden nog als Lady Gaga die een duet opneemt met Tony Bennett. Uitzondering hierop, althans bij een groter publiek, was een tijdje Pascal Schumacher maar die verdween ondertussen wat van de jazzradar door zijn electro-projecten. Er bloeit echter een bruisende jazzscene in het Groothertogdom. Protagonisten die daar het verschil maken, zijn onder meer toetsenist Jérôme Klein, bassist Pol Belardi en drummer Jeff Herr. Je kan ze terugvinden bij Igor Gehenot, Chrystel Wautier, Tali Toké en Urban Voyage. Ze gingen een verbond aan met de Russische saxofonist Zhenya Strigalev (die in 2015 ‘Robin Goodie’ uitbracht met begeleiders als Ambrose Akinmusire, Larry Grenadier en Eric Harland) en doorkruisen momenteel het jazzuniversum onder de naam Tele-Port.

Kamila Drabek ist nicht nur die Bassistin des Ensembles, sondern auch die Bandleaderin und Komponistin. Sie studiert augenblicklich an der Musikakademie in Krakau. Zur Band gehört zudem der 1993 in Krakau geborene Saxofonist Marcin Konieczkowicz, der gleichfalls an der genannten Musikakademie studiert. Als Perkussionist vervollständigt Kacper Kaźmierski das Trio. Und auch er ist Musik-Student in Krakau. Folgende Auszeichnungen hat dieser Perkussionist bisher erhalten: dritter Platz bei der ‘Jazz Drummers Competition’, Grand Prix bei der zehnten Ausgabe ‘Tarnów Jazz Contest’ mit dem Entropia Ensemble, zweiter Preis bei der zehnten Ausgabe ‘Tarnów Jazz Contest’ mit dem Natalia Kordiak Quintet.

House On A Hill is het twaalfde album van de ervaren Noorse jazzbassist en componist Terje Gewelt. Vier jaar geleden ontmoette ik hem in de lobby van het Anker Hotel, in het centrum van het koude Oslo. Een dag later zou hij vertrekken naar zijn tweede thuisland, de States waar Donald Trump de verkiezingen zojuist had gewonnen. Hij kon door deze geplande trip de groots gevierde zestigste verjaardag van pianist en componist Misha Alperin in de Kulturkirkan, enkele straten verderop, niet bijwonen.

In Belgien sind die am Projekt beteiligten Musiker wie Teun Verbruggen, Nathan Wouters, Steven Delannoye, Bram de Looze und André Fernandes ein Begriff. Letzterer, von Hause aus Gitarrist, hat auch die Mehrzahl der Kompositionen geschrieben. Nathan Wouters, dem Bassisten, sind „Lotus“ und „Uphill“ zu verdanken. Auch wenn die Musiker bekannt sind, ist es angebracht,  auf die Vita der beteiligten Musiker detailiert einzugehen.

Vier freewheelers (Teun Verbruggen, Nate Wooley, Jozef Dumoulin, Ingebrigt Håker Flaten) met eenzelfde ingesteldheid en onderlinge consensus om af te wijken van vastgelegde codes en stilistische begrenzingen, deden hun ding live in Middelheim 2014. Dit is daar een sfeerbeeld van.

Na het met een Edison Jazz Nationaal 2020 bekroonde album ‘Saudade’ komt trompettist Teus Nobel met een vervolgproject: ‘Tanto Amor’ (vertaling: Zoveel Liefde), eveneens met arrangeur/producer Roeland Jacobs, waarin een eerbetoon aan het repertoire van de Braziliaanse singer/songwriter Ivan Lins (75). Op ‘Song For Tim’ na schreef Ivan Lins de songs en zorgde musicus, arrangeur en producer Roeland Jacobs voor de bewerking.

Teus Nobel introduceert met ‘After Hours’ een nieuw trio waarmee hij een ode brengt aan Chet Baker en meteen ook de sfeer oproept van de intieme laatavond jazzclub met een uitgelezen repertoire van jazzstandards. Met ‘Sad Walk’ en ‘Gnid’ grijpt hij terug naar Chet Bakers album ‘Someday My Prince Will Come’ (SteepleChase 1983).

Trompettist Teus Nobel staat voor spelplezier en dat geeft de titel van dit album duidelijk aan. ‘Measure Is The Pleasure’ werd live gecapteerd in Paradox, Tilburg op 20 en 22 juni 2021. In zijn Liberty Group speelt Teus Nobel met pianist Alexander van Popta (Re:Freshed Orchestra), contrabassist Jeroen Vierdag (Ploctones) en de Vlaamse drummer Tuur Moens (State of Monc). Elk van de leden brengt eigen werk in met de focus op lyrische en toegankelijke jazz en aanstekelijke groove. Het aanwezige publiek in de sfeervolle club reageerde enthousiast en dat heeft dan ook alles te maken met het voortreffelijke spelplezier.

In dit vierde album van het power trio TGB zit ruim twintig jaar activiteit verankerd. TGB kent een ongewone bezetting met tubaïst Sérgio Carolino, gitarist Mário Delgado en drummer Alexandre Frazão.

Met zijn derde album onder eigen naam levert de Canadese bassist Artie Roth een van de sterke releases van de laatste maanden af mede dankzij drummer Anthony Michelli, saxofonist en fluitist Mike Filice en gitarist Sam Dickinson.

Was vorliegt ist ein digitales Album, das folgende Kompositionen – alle bis auf den letzten Titel (eine Gemeinschaftskomposition des Trios!) aus der Feder von Frederico Stocchi – umfasst: Zu Beginn ein „Intro“ gefolgt von „And it happens again...“ sowie „Armless“ und „Party stuff“. Zu hören sind außerdem „Sometimes it's (kind of) easy“, „Where do I will go now?“ und abschließend, wie passend vom Titel her,  „Bye bye and see you around".

Na de exit van Ethan Anderson en het vertrek van Orrin Evans is er nu de nieuwe versie van The Bad Plus. Geen pianist meer naast originele leden bassist Reid Anderson en drummer Dave King (die elk vier composities leverden), wel gitarist Ben Monder en tenorsaxofonist en klarinettist Chris Speed. Het resultaat is een haast totale en vooral geslaagde ommezwaai.

Die seit 2007 agierende Blues-Rock-Fusion-Band aus Wien wurde aufgrund des hohen Niveaus und der ausdrucksstarken Darbietung bald nach der Gründung zum beliebten Gast bei diversen Blues Festivals. Die Band besteht aus dem Vokalisten Michael Schuberth, der bisweilen Gary Moore und Van Morrison vergessen lässt, dem Gitarristen und Komponisten Peter Peduzzi, dem Bassisten Fritz Salek, dem Keyboarder Bernhard Käferböck und schließlich dem Drummer Andi Menrath. Rampensau der Band ist ohne Frage Michael Schuberth, der die Klaviatur von Blues und Blues-Rock bzw. Jazzrock beherrscht.

Einsteigen bitte und Platz nehmen, um eine intergalaktische Musikreise zu erleben. Willkommen heißen uns Bernhard Ullrich als Captain Rich (Korkusian Saxophone / Cosmic Flute beim Song „Nebula“), Takashi Peterson als Mr. Takaway (Interstellarian Guitar / Bayounian Noise Generator beim Song „Bayou7“), Tobias Fleischer als Fleischer Doria (Wormhole Bass / Korkuphone beim Song „Got Jiggles“) und Andi Bühler als Loken Sand (Big Bang Drums / Weird Vocals beim Song „Got Jiggles“). Dazukommen noch einige andere Musiker auf der interstellaren Reise, so Ralph Grässler, Markus Büchel, Alicia Bühler oder Maya Klaus. Schaut man sich das Plattencover an, so fühlt man sich in die Welt von „Raumschiff Enterprise „ und „Star Wars“ versetzt.

Das Reservoir junger Jazzer in Belgien scheint unerschöpflich. Nun also melden sich The Brums zu Wort. Dahinter verbergen sich Antoine Dawans (tp, synth), Adrien Lambinet (tb, fx), Clément Dechambre (as, bcl, synth) und Alain Deval (dms, electronics ,fx). Sie formen eine sehr atypische Brassband, die stark auf die Verquickung von Brass und elektronischen Effekten setzt, sich aber auch von Hip-Hop und Avantgarde-Jazz beeinflusst sieht. Selbst klassische Brassband-Musik ist aus dem Spiel des 4tets  nicht ausgeblendet. Manch ein Kritiker mag der Band vorwerfen, eklektisch zu sein. Aber welche Band ist das nicht? Welche Band mixt nicht die eigene Rezeptur mittels „Rezeptanweisungen“ Dritter?.

Met Tsjernobyl tegenwoordig als hippe vakantiebestemming is deze groepsnaam de natte droom voor reisorganisators. ‘Eden’ is bovendien de ideale soundtrack voor dergelijke trip.

Van The B.O.A.T. verschenen tot hiertoe drie albums.

Im „Büro für atomaren Tourismus“ agieren der Saxofonist und Bassklarinettist Andrew d'Angelo, der Trompeter Nate Wooley, der Gitarrist Marc Ducret, der Bassist Trevor Dunn, der Tastenvirtuose am Fender Rhodes Jozef Dumoulin und der Schlagzeuger Teun Verbruggen. Mit ihnen gemeinsam erkunden wir den Zweiten Hauptsatz der Thermodynamik. Hm, ob es diesen wohl überhaupt gibt? Vielleicht weiß das ja Google?

The Chronometer's Orchestra est une formation de 14 musiciens, dont plusieurs sont issus du Conservatoire d'Arhnem et qui est dirigée par Zacharias Falkenberg. Son objectif avoué est d'allier musique classique moderne et jazz expérimental, en revendiquant comme références Frank Zappa, Soft Machine, Miles mais aussi Stockhausen et Ligeti.

David Horniblow en Andrew Oliver realiseerden als duo een hommage aan Jerry Roll Morton (zie HIER) en namen met een zelfde bezieling voor New Orleans jazz van de jaren 20 in kwartet als The Dime Notes het album ‘Daylight Savin’ op in de Master Chord Studio te Londen in 2018 en 2019.

De zwaar beladen titel en de hoesfoto van Strickland met een gelaat getekend door “tribal colors” duiden op een welbepaalde insteek. De erfenis van Coltrane was daarbij een dankbare inspiratiebron.

The Music of Charlie Parker

The Music of Charlie Parker

What do you get when you fuse jazz with "early music"? It's a challenge which has been taken up surprisingly rarely, considering the role of improvisation in renaissance music. Perhaps the best known example is Jan Garbarek's work with the Hilliard Ensemble. Another of my own favourites is the 2020 album from Quartet Ajaton which combines viola da gamba with Moog synthesiser on pieces by Elizabethan composers including John Dowland.

Scott Joplin – dieser Name ist eng mit Rag Time verknüpft und auch für Bernd Lhotzky eine Referenz. Der zweite Track auf dem aktuellen Album ist eine Komposition von Joplin namens „Heliotrope Bouquet“. Zum Album lesen wir unter anderem folgendes Statement des Pianisten Bernd Lhotzky: „Ragtime was my original route into jazz, and what still fascinates me about this music today is that it is so warm, life-affirming and authentic. I love early jazz because it brims with vitality and straightforward joy. It’s like children’s laughter: open-hearted, unconfined, unashamed. This emotional candour is something which neither a piano roll nor strict note-for-note copying could ever express.“

The Gödel Codex is niet de titel van een nieuw boek geschreven door Dan Brown maar de naam van een trio met in de rangen topmuzikanten uit de Belgische prog- en fusionscene.

In diesen Tagen, in denen noch immer die Bürgerkriege im Nahen Osten toben, in denen Europa im Fadenkreuz von „Gotteskriegern“ steht und unablässig Menschen an der Festung Europa scheitern, scheint der Titel des Albums überaus aktuell und passend: Die Suche nach Hoffnung.

Was lesen wir zur vorliegenden Veröffentlichung? Nun diese Einschätzung: „Wenn eine Platte als «filmisch» bezeichnet wird, hat sie in der Regel etwas Mitreißendes und Episches an sich. «Filmisch» passt denn auch zu „Live at Donau115“, der vierten Veröffentlichung des Schweizer Post-Jazz-Quartetts The Great Harry Hillman – aber nicht im Stile «Leinwand-Blockbuster». Eher erinnert die Performance an Inhalte des Programmkinos, wo ausgewählte experimentelle Underground-Filme im Fokus stehen. Hier also wird die Sprache des Films – oder eben der Musik – abstrahiert, dekonstruiert und als das gewürdigt, was sie ist; ganz ohne verkalkte, funktionale Blaupausen, die lediglich den Bedürfnissen der üblichen Erzählstrukturen dienen würden, sondern mit Innovation, Entdeckungsfreude und Wagnis.“

La Haye/Den Haag/The Hague est depuis longtemps une ville où foisonnent les talents du jazz, et si le nom de la capitale administrative des Pays-Bas a été très longtemps liée au North Sea Jazz qui s’y déroulait chaque mois de juillet, ce barnumesque festival avait un peu occulté les talents locaux.

Onder het motto “Alle wegen leiden naar New Orleans” zorgt deze Canadese groep met zijn derde release voor dansentertainment van het hitsige genre.

Unter dem Bandnamen „The Intercontinentals“ treffen sich der aus Neuseeland stammende und nunmehr in Deutschland lebende Gitarrist Matthew Mitchell, der auf dem aktuellen Album auch am Synthesizer agiert, der us-amerikanische Tenorsaxofonist Zane Massey, der aus dem ungarischen Szeged stammende Kontrabassist Andor Horváth und der niederländische Drummer Wim Kegel – fürwahr eine international besetzte Band! Vorgelegt wird nun das zweite gemeinsame Albumprojekt der Viererbande. In der Vorankündigung zum Album heißt es: „Fusing elements of electronica, Free Jazz and modern contemporary music as well as paying homage to the deep roots of improvised music, this second offering is a powerful, high energy rollercoaster that will continue to engage and delight.“

Über das Album und Jakob Manz lesen wir in einem Pressetext von ACT u.a.: „Mit 15 als Jungstudent an der Musikhochschule Stuttgart angenommen, mehrfach ausgezeichnet schon im Teenageralter, mit 19 das ACT-Debüt „Natural Energy“, mit 21 Träger des Jazzpreises des Landes Baden-Württemberg - ist der unaufhaltsame Aufstieg des nunmehr 22-jährigen Saxofonisten Jakob Manz damit auserzählt? Keinesfalls, wie das neue Album „The Answer“ beweist.“ Und wo liegen die Wurzeln des Musikers und seines Bandprojekts? Hören wir mal im O-Ton eine Aussage dazu: „Wir sind mit Groove-Jazz groß geworden, mit Marcus Miller, David Sanborn oder den Brecker Brothers, das ist unsere DNA.“

The Jig ist eine siebenköpfige Funk-Band aus Amsterdam, die eigene Kompositionen präsentiert, auch auf diesem Album eines Live-Mittschnitts. Zu hören sind dabei Elemente von Soul, Afro, Jazz und Rock & Roll. Es ist eine Musik, die Bezug nimmt auf Bootsy Collins, Tower of Power, James Brown, Average White Band und The Meters. Seit 2009 ist die Band intensiv auf Tourneen sowohl in den Niederlanden als auch in Spanien, Belgien, den USA und Brasilien unterwegs. 2011 erschien das Debütalbum der Band mit dem Namen „ Brooklyn Blowout“, aufgenommen in New York. Zwei Jahre später war das zweite Album auf dem Markt. 2016 wurde „Proximo Disco“ herausgebracht. Dabei war auch der Sänger Mr. Ruben Seyferth, den wir auf dem aktuellen Album erleben können. Und nun also heißt es „Live in Rio“. Nachstehend noch einige Zitate, die die Band charakterisieren: „Razor-sharp funk from The Jig – a group who come across with a really classic feel throughout – and a vibe that's a lot like The JBs at their early 70s best! Like that legendary group, these guys have a great way of fusing their horn parts with their rhythms.“ (Dusty Groove). Desweiteren: „The Jig sind unüberhörbar musikalische Söhne der Ära Shaft, begnügten sich jedoch nicht mit der Rolle der Epigonen, sondern bewiesen ganz deutlich eigene Handschrift.’ (Mojo Mendiola, Rheinische Post).

Es ist ein klassisches Jazz-Trio, das wir hören: am Bass John Goldsby, am Schlagzeug Hans Dekker und am Piano Billy Test. Goldsby arbeitet seit 1994 als Solobassist mit der WDR Big Band und ist tief verwurzelt in der Tradition des modernen Jazz – von Eddie Harris, Johnny Griffin und James Moody bis zu Roy Hargrove, Take Six, Chucho Valdes, Gary Burton und Knower. Goldsby, der im Herbst 2019 die Diagnose Brustkrebs erhielt, hat sich von dieser Erkrankung nicht entmutigen lassen und „Segment“ als Teil seines „Heilungsprozesses“ eingespielt: “My illness gave me time to reflect on my relationship to everything that is important and meaningful to me: my family and my music.” Und der Pianist Billy Test sieht das Album wie folgt: “This record felt like a bit of a hurrah in a lot of ways—like a return to being a musician after the first corona lockdown. We were back making music together after months of being apart, and that made everything feel super fresh. We were revisiting each other after lots of practice time at home. It also felt like a ‘John Goldsby is back and really ok’ week. He kicked my ass on this recording!”

Bei dem Trio handelt es sich um den Zusammenschluss des Pianisten Joe Davidian, des Bassisten Jamie Ousley und des Schlagzeugers Austin McMahon.

Er zijn wel meer muzikanten die het in sobere, ingetogen nummers zoeken en daarmee harten veroveren. Bij sommigen zit daar een heel team van liedjesschrijvers en een heuse marketingmachine achter, anderen houden het echter eenvoudig. De subtiliteit wil bij die laatsten dan wel eens oprechter overkomen. Kijk en luister in hetzelfde landschap als The Milk Factory bijv. naar gitarist Ruben Machtelinckx die met verschillende groepen en ook solo graag zachtjes beroert. Zo beland je bij creatieve geesten die, zonder opzichtig diep te willen raken, fijn en indringend werk afleveren.

Het vervolg op het titelloze debuut duurt dubbel zo lang. Het luisterplezier is navenant.

Het in de Gentse jazzscene ontstane The Milk Factory is het geesteskind van gitarist Edmund Lauret (Nordmann) en pianist Thijs Troch (o.a. Keenroh an Hypochristmutreefuzz). Waar Nordmann en Hypochristmutreefuzz – copypasten is leuk, doch dit terzijde – vrij hevig tekeer kunnen gaan, worden hier miniatuurtjes geschilderd met akoestische gitaar (op deze plaat zowel door Lauret als Troch) en fluitist Jan Daelman in de hoofdrol. De tenorsax van Viktor Perdieus krijgt veel ruis mee wat de dromerige sfeer alleen maar versterkt. Dat dromerige gaat gelukkig hand in hand met richting en daar zit drummer Benjamin Elegheert zeker voor iets tussen.

Natuur en desolaatheid zijn nog steeds essentiële aanknopingspunten op de nieuwe release van The Milk Factory maar net zoals op ‘Aula’ zit er weer een venijnig addertje onder het gras verscholen.

Filmisch, meditatief en een aura van desolaatheid waren kernbegrippen op de eerste releases van The Milk Factory. Wie goed luisterde, moest vaststellen dat ze daarbij hun visie continu net iets meer verbreedden. Voorlopig summum van deze tactiek is ‘Vandrare‘ waarvoor ze het gezelschap aantrokken van de Zweedse zangeres Hannah Tolf.

Sluit de ogen en luister !  Luister naar deze omfloerste liedjes, delicaat akoestisch, nauwelijks geëlektriseerd door een paar gitaarakkoorden of basnoten. Luister naar het geluid van krassende snaren die trillen op de frets van een gitaarhals. Luister naar de respectvolle dialoog tussen de stem en de blazers. Een fluit, een respectvolle saxofoon.

Op elke plaatkant een lange improvisatie zonder onderbreking met de passende titels ‘Eulogia’ en ‘Aforismos’, een uiterst verzorgde klank en een intrigerende hoesfoto. The Miracle en vinyl als elkaars yin en yang.

Well, it seems that Record Release Day is upon me, upon US. It's OUT, and may it flow/cut through to you, to someone…. It's a blessing to be alive and tossing this into the glowing void! Thanks to everyone - Scott, Trevor, David AKA db, Jeff, Jesse, Yuka, Zeena, Josh, Cyro, Ben, Dennis, Matt, Stephen, Jeffrey, Andrew, Denny, Spottswood, EVERYONE….. MACROSCOPE: another Singers record with sounds, grooves, songs, a heapin' helping' (at times) of guitar, and of PEOPLE playing and just being alive. Thank you for listening. XO - Nels

Farbschlieren zieren das Cover der Veröffentlichung. Dabei muss man angesichts der Farbkombinationen von Zitronengelb, über Feuerrot bis Grün an Farben denken, die in den 1970er Jahren der letzte Schrei für Designs, Mode und Innenraumgestaltung waren. Also verheißt uns dies, die Band von Peter Lehel will uns mit Funk und Fusion der 1970er Jahre begeistern? Das scheint, folgt man den Liner Notes von Tobis Böcker tatsächlich der Fall zu sein. So lesen wir: „Den funky Touch verdanken die zehn Stücke auf »Sea of Love« vor allem dem knackig runden E-Bass von Dirk Blümlein, dem markanten Groove des Schlagzeugs von Christian Huber und dem von Ull Möck neben dem Flügel so dezent wie wirkungsvoll eingestreuten Einsatz des Fender Rhodes u.a. in »Song For No Reason«. Doch Moment, erst einmal soll die Band vorgestellt werden: Peter Lehel am Alt- und Tenorsaxofon sowie Tárogató, Ull Möck am Fender Rhodes und am Piano, Dirk Blümlein am elektrischen Bass und Christian Huber an den Drums, alle bekannte Gesichter der süddeutschen Jazzszene zwischen Karlsruhe und Stuttgart. Für die Kompositionen auf dem Album, ob „When Future Smiles“, „Lonely Bird On Lonely Planet“. „Sea Of Love“,„Moove!“, „Taste Of Fruit“ oder „One For Kodály“ und „Contemplation“, zeichnet Peter Lehel verantwortlich.

The Nu Band has been together since 1999 and features compositions from all four members, Mark Whitecage – alto saxophone, clarinet, Diné flute; Thomas Heberer – quarter-tone trumpet; Joe Fonda – bass & flute and Lou Grassi  – drums & percussion.

Neben sechs Originalkompositionen finden sich auf dem Album auch vier Arrangements für die zehnköpfige Band, zu der auch noch Gastmusiker hinzukamen, um das Album einzuspielen. The Pearly Shells gehört zu den bekanntesten Swing- und RnB-Bands in Down Under und ist in Melbourne beheimatet. Dass die Band vor Arrangements bekannter Evergreens nicht zurückschreckt, unterstreichen Kompositionen von Irving Berlin, Louis Prima oder Leonard Cohen.

The Preacher Men leveren met ‘Blue’ drie kwartier ongeremde swingende Hammond-grooves af, helemaal gedrenkt in de jazztraditie van de jaren zestig.

Die Plattenfirma äußert sich wie folgt über das Ensemble: „Die Musik des ungewöhnlichen Quartetts ist geprägt von immenser Spannung, Facettenreichtum und Spielfreude. Sie vereint Romantisches mit Modernem, Kammermusikalisches mit Impressionistischem, ist folkloristisch, rhythmisch und jazzig. Die vier virtuosen Musiker erzeugen die verschiedensten Bilder, Stimmungen, Gefühle und schaffen großartige Atmosphären. Aus Klang-Malereien entsteht Liedhaftes, Komponiertes geht über in Improvisiertes.“

Een plaat die tot nu toe niet echt de aandacht kreeg die ze verdiende. Dat het om de registratie gaat van een live improvisatieconcert, heeft daar waarschijnlijk een en ander mee te maken. Voor de liefhebbers nochtans een absolute aanrader.

Eine Band aus dem Herzen des Ruhrgebiets, das ist The Spam, bestehend aus dem Pianisten Oliver Schroer, dem Bassisten Patrick Siewert und dem Drummer Wilm Flinks. Auf der Homepage des Trios finden sich folgende Charakteristika der Band: „Jungle, Funk und Soul sowie Elemente aus Afro und Minimal Music. Der Zuhörer fühlt sich an frühe Zeiten des Esbjörn Svensson Trios, mal an Philip Glass und mal an Fela Kuti erinnert. Und dennoch finden The Spam einen eigenen Sound, ehrlich und originell.“ Dass man auch an Fela Kuti beim Zuhören denken muss, überrascht, fehlt dem Trio doch die gewaltige Gebläsekraft, die Fela Kuti  mit seinen Mannen auf die Bühne brachte.

Ohne den australischen Komponisten und Saxofonisten Matt Keegan gäbe es das Ensemble gewiss nicht. Im Jahr 2009 machte sich Keegan auf nach Indien und endete bei seiner Suche nach neuen musikalischen Inspirationen in der westbengalischen Stadt Santiniketan. Dort trafen sich die Musiker von The Three Seas erstmals und stellten gleich fest, dass die Chemie zwischen ihnen stimmt. Neben Keegan gehört der Baul-Sänger Raju Das, der auch die Khamak, eine Handtrommel spielt und so für die perkussiven Linien sorgt. Raju Das geschuldet ist der Vortrag alter Baul-Gesänge. Dabei handelt es sich bei den Baul um ein Nomadenvolk mit eigener Sprache, Tänzen und Musik.

Ich mag mich irren, aber der Eindruck drängt sich auf, dass aktuell unter jungen und jüngeren Jazzmusikern die Wiederentdeckung des Bebop und Hard Bop eingesetzt hat. Die Musik der 50er und 60er Jahre wird dabei oft in schnörkelloser Verpackung dargeboten. Diese Musik swingt und groovt, ohne dass man sie in ein neues Design kleiden muss. Dass nicht nur der zeitgleich in Erscheinung getretene Rock 'n Roll und die frühe Beatmusik in die Beine zuckt und zum Tanzen animiert, wird spätestens klar, wenn man seine Lauscher spitzt und den beiden Berliner Tenorsaxofonisten Bernd Suchland und Patrick Braun lauscht.

Achter The Unmoored Dreaming schuilen de Portugese gitarist Gonçalo Oliveira en de Belgische contrabassist Bjorn Vandenneucker. Dit is hun debuutalbum.

Ohren gespitzt für alle, die den vollen Sound der Big Band lieben. Es muss ja nicht immer Count Basie oder die WDR-Big Band sein, warum nicht mal ein Häppchen Alpen-Big-Band genießen, oder? Es hat zwar 14 Jahre gedauert, ehe die Livemitschnitte des Upper Austrian Jazz Orchestra das Licht der CD-Welt erblickten, aber nun gibt es das volle Programm zum Genießen.
Im April 1999 begann die Zusammenarbeit des Orchesters mit dem Trompeter Jack Walrath, der auch einige Kompositionen zum Gelingen der Konzerttour und Mitschnitte beigetragen hat. Einen Namen hat sich Walrath aufgrund seiner Zusammenarbeit mit Charles Mingus gemacht, dessen Big Band er nach dessen Tod leitete. Kein Wunder also, dass mit 'Sketches No. 3' auch ein Mingus-Titel auf dem aktuellen Album zu finden ist.

Zwei Jahre nach dem hochgelobten Album „The Vampires Meet Lionel Loueke“ liegt nun ein neues vor. Aufgenommen wurden vierzehn Kompositionen, die mehrheitlich aus der Feder von Jeremy Rose und Nick Garbett stammen. Erstmals haben jedoch auch der Bassist Alex Boneham und der Drummer Alex Masso kompositorische Arbeiten beigesteuert. Die Bandmitglieder leben aktuell in unterschiedlichen Teilen der Welt, so Boneham in L.A. und Garbett auf Lampedusa. Vereint sind sie nun mit Bezug auf ihre langjährige musikalische Verbundenheit auf dem Album: „Pacifica“. Das Cover, das bunte gestrandete Kähne zeigt, entstand nicht auf einer pazifischen Insel, sondern auf Lampedusa und ist dem Trompeter Nick Garbett zu verdanken.

Im Pressetext zum Album lesen wir: „Twenty years ago, composers on Nightjar, Jeremy Rose and Nick Garbett were surfers, housemates, bandmates. A surfer vibe infuses their music: being at ease and alert, sitting in the swell of a magnificent immense natural force, until the wave comes. Ride it as gracefully and as far as possible.“ Doch nicht nur Surf Sound durchzieht das Album, sondern auch Ska, bester Jazz Rock aus den 1980er Jahren, Tanzbares und pulsierender Rhythmus zwischen House und Techno. Dabei werden die Vampires, bestehend aus Jeremy Rose (tenor sax, bass clarinet), Nick Garbett (trumpet), Noel Mason (bass) und Alex Masso (drums), von Chris Abrahams (piano, synthesizers, overdubs) begleitet. Und bei dem Namen Chris Abrahams fällt der Name einer über Down Under hinaus bekannten Jazz- und Impro-Formation: The Necks!

The Viper Club met de Belgische violist Tcha Limberger en Franse trompettist Jérôme Etcheberry in de frontlijn inspireert zich in ‘Tain’t No Use’ losjes op de opnames van violist Stuff Smith en trompettist Jonah Jones in de Onyx Club in New York midden de jaren 30.

Die Frage, die sich im Bandnamen verbirgt, lautet: Will it blend? Also etwas locker formuliert: Wird's passen?

Lassen wir uns auf einen Spaziergang bei Wind ein und genießen den Latin Jazz, den uns die Band ‘The Windwalkers’ zu Gehör bringt. Das Sextett um den kolumbianischen Perkussionisten Mario Maradei entstand 2010 in Mannheim. Zu diesem Zeitpunkt hatten die sechs Musiker (Mario Maradei (perc), Les Artmann (p), Fabian Schöne (sax), Marc König (trp, flgh), Franz Eichberger (dr), Dominik Bornhorn (b) - sie stammen aus vier verschiedenen Ländern - längst ihre gemeinsame musikalische Leidenschaft für Funk, Fusion, Songo und Samba entdeckt. Heiße Rhythmen können wir erwarten, auch wenn wir nicht ins morbide Havanna fahren und mit einem alten VW-Bulli unterwegs sind. Diese Kulisse schmückt nur das Cover.

Deel 3 van dit erudiet collectief dat onder leiding van de Franse altsaxofonist Stéphane Payen de kloof tussen compositie en improvisatie dicht aan de hand van een eigen dialectiek.

Een eerbetoon van de Waalse gitarist Michel Delville (douBt, Machine Mass) aan zijn groot idool Frank Zappa.

In 2017 verschenen van Thelonious Monk twee historische documenten. Een brengt voor het eerst de muziek uit die hij opnam voor de film Les Liaisons Dangereuses, het andere is een heruitgave van het eerste soloalbum van de pianist. Beide laten knappe en bijzondere versies horen van nummers die hij toen in zijn repertoire had, plus een aantal extra’s.

Chanteur allemand installé à New York depuis 1989 et sa rencontre avec Sheila Jordan lors d’une masterclass à Vienne, Theo Bleckmann est souvent associé au monde musical de Laurie Anderson, Philip Glass et Anthony Braxton, et rend aussi hommage à Kate Bush.

Théo Girard s'est d'abord tourné vers le piano avant de se consacrer à la contrebasse, avec Olivier Sens puis Claude Tchamitchian, Hein van de Geyn et Miroslav Vitous.

Théo Zipper, Bassist aus Südfrankreich und Jahrgang 1994, hat gerade sein erstes Album gemeinsam mit Lucas Vanderputten (drums), Max Fortin (Soprano- und Tenorsaxofon) sowie Yannick Jacquet (Piano, Fender Rhodes, Cello) herausgegeben. Das Debütalbum entstand in Eigenregie, was heutzutage schon beinahe Normalität zu sein scheint, weil immer weniger junge und daher nicht etablierte Musiker bei einem angesagten Label einen Vertrag bekommen. Rock und Funk waren Genres, die Zipper bis in seine sehr frühe Teenagerzeit begleiteten, ehe er dann mit 16 Jahren Zugang zum Jazz fand und hinfort eine Jazz-Schule besuchte. Wer allerdings aufmerksam die Kompositionen des aktuellen Albums anhört, der wird wohl sagen, dass sich in Zippers Verständnis von Jazz auch immer Funk und Rock mischt.

Pianist Charles Loos (66) en accordeonist Thibault Dille (31) vinden elkaar in zeer intimistische improvisaties, afwisselend 6 stukjes van elk, waarin ze alle registers opentrekken en alle genres overstijgen.

Né à Arcachon, Thierry Eliez a d'abord poursuivi des études classiques avant de découvrir le jazz. Dès l’âge de 17 ans, il fonde le E.T. Trio.

Met het oeuvre van Zappa kan je alle kanten uit. De Franse pianist Thierry Maillard probeert op zijn beurt de extravaganza van The Grand Wazoo te benaderen aan de hand van tien eigen composities die hij liet uitvoeren door een big band met notoire gastsolisten als Chris Potter, Gilad Hekselman en Stéphane Belmondo.

Le public liégeois a pu découvrir Thierry Peala, il y a plusieurs années, au CC Ans, lors d'un Jazz Al'Trappe.

„Factotum“ ist das Debütalbum des Quintetts. Faktotum bezeichnet eine Person, die man als „Mädchen für alles“ bezeichnet. Obgleich also der Albumtitel suggeriert, dass im übertragenen Sinne alles machbar und möglich sei, ist dies jedoch im vorliegenden Fall nicht so, obgleich Thijs de Klijn und seine Mitmusiker allerlei musikalische Facetten aufgreifen.

Die vorliegende CD wurde live eingespielt. Zur Band um den Pianisten Thomas Bracht scharten sich zu diesem Zweck Fred Noll (Percussion, Trumpet), Konrad Matheus (Drums), Tobias Fritzen (Bass), Nils Wogram (Trombone) und Sven Decker (Tenor Saxophone, Bass Clarinet).

Vom gefragten Sideman zum Bandleader – so könnte man kurz und knapp den Werdegang des Komponisten und Pianisten Thomas Bracht umreißen.

Le contrebassiste Thomas Bramerie possède à son actif une centaine de disques comme sideman, mais c'est son premier album personnel qu'il présente ici, riche d'une carrière bien remplie.

Voilà trois ans que le nouveau quartet du saxophoniste alto Thomas Champagne a été porté sur les fonts baptismaux, trois ans passés à peaufiner un projet sur scène et sur des premiers enregistrements : une galette de trois titres apparait en 2014, avant le maxi 6 titres ‘Sweet Day’ qui date de janvier 2016.

Het quartet van altosaxofonist Thomas Champagne bewandelde al een lang parcours: in 2014 verscheen een plaat met drie tracks, en twee jaar later, in januari, zag een maxi met 6 titels het daglicht.

Thomas Decock uit Oostende is actief in de Belgische scene, met name met zijn eigen quintet of, als sideman, met het Steven Delannoye Quartet.

Thomas Decock and Artan Buleshkaj carve out new territory on the border between jazz guitar and Americana.

Le Lillois Thomas Grimmonprez a poursuivi ses études au Conservatoire de Paris, avec Daniel Humair et François Jeanneau comme professeurs, pour gagner, en 2000, le Conservatoire de Bruxelles où il donne cours actuellement.

Thomas Grimmonprez is een Franse drummer die betrokken is bij een groot aantal projecten in Frankrijk, waaronder Laurent Cugny's Big Band Lumière, het Patrice Caratini Jazz Ensemble en het trio van Stéphane Kerecki (het prachtige ‘Houria’ met Tony Malaby).

De Keulse trompettist Thomas Heberer speelt al vele jaren bij een vrolijke bende farceurs: de Instant Composers Pool met Misha Mengelberg, Han Bennink, Michael Moore, Wolter Wierbos, Tristan Honsinger, enz….

Thomas Jillings is al jaren in de weer met saxofoons bij allerhande groepen als Linus, Keenroh XL, Sgt. Fuzzy en Ottla. Recent begon hij echter ook solo op te treden waarbij zijn rietinstrument in de flight case bleef en hij zich uitleefde op synthesizers. In drummer Stijn Cools vond hij de juiste partner om dit alles wat verder uit te diepen en samen al improviserend een aantal klanktapijten te modelleren.

Auch wenn das Album unter dem Namen des Trompeters Thomas Siffling erscheint, so hat er noch Mitstreiter, um sich der Strömung, dem Fluss, dem Lauf, dem Fließen hingeben zu können. Ohne Alex Gunia (guitar, electronics), Konrad Hinseken (piano, fender rhodes), Dirk Blümlein (bass) und Christian Huber (drums, electronics) gäbe es das vorliegende Album nicht. Aufgenommen wurden Titel wie „In Motion“ (15:31), „Urban Flow“ (11:43), „Smooth Minds“ (10:17) und „Flow“.

J’avoue que je ne connaissais pas  « Thumbscrew » et pourtant voici déjà leur septième petit.

De naam Thunderblender hoorde ik voor het eerst toen Michel Mast in ons interview n.a.v. Ham Sessions 2017 vol vertrouwen aankondigde dat hij die groep had uitgekozen om de laatste dag van het festival te openen. Benieuwd, bijgevolg, begaf ik me op 4 juni naar de tuin van Ham 12, 9000 Gent om er met de muziek van dat trio live kennis te maken. In welke mate ik van mijn sokken werd geblazen staat hier te lezen.

Nieuwe release van het W.E.R.F. label dat zich meer en meer losweekt van het eigen verleden en de recente ontwikkelingen op de voet volgt. Thunderblender (Hendrik Lasure, Jens Bouttery, Sam Comerford) helpt mee deze visie te verstevigen.

Met weeklagen (Lament) een album beginnen, het oogt misschien niet erg uitnodigend. De spaarzame vormen in het eerste nummer hebben echter hun kracht. Door heel sober warme en kille klanken te combineren kan het beluisteren van Stillorgan al met een louterend effect beginnen. Dat mag dan verrassend zijn, het is het begin van een opeenvolging van nummers waarvan een aantal de luisteraar kan overrompelen.

Wat maakt het West Coast Get Down collectief van Los Angeles zo bijzonder? Stephen Lee Bruner aka Thundercat geeft een (gedeeltelijk) antwoord onder de nogal gelaten titel ‘It Is What It Is”. Allemaal “with a little help from my friends” als daar zijn Kamasi Washington en Flying Lotus.

Die Band um die Vokalistin Tierney Sutton wurde bereits achtmal für den Grammy nominiert und war auch in den US Jazz Charts ganz oben vertreten. Die New York Times schrieb über Sutton “a voice as pure and sparkling as mountain spring water”. Nunmehr liegt der erste Teil von „ScreenPlay“ vor, einem Album, das sich mit dem ersten Jahrhundert amerikanischer Filmmusik beschäftigt. In fünf Segmenten wird das Filmmusikwerk als digitale EP mit bis zu fünf Kompositionen je EP veröffentlicht, sodass im Juni dann das komplette Album erscheinen kann. Der jetzt zur Besprechung vorliegende erste Teil des Gesamtalbums trägt den Titel “The Bergman Suite” und umfasst fünf Songs, die in den Arrangements Alan und Marilyn Bergman zu verdanken sind.

‘For Gyumri’ klokt af op net geen half uur maar bevat wel de stijlelementen die de Armeense pianist aan zijn faam hielpen.

Er zijn niet veel kwartetten zonder piano: denk maar aan Gerry Mulligan met Chet Baker of Ornette Coleman met Don Cherry.

Voici un vibrant hommage à Ornette Coleman:  "Broken Shadows" est l'un de ses titres. Un hommage rendu par deux saxophonistes de premier plan.

This beautifully presented 3 CD set by composer and guitarist Tim Brady displays a wide musical pallette, from free improvisation to highly organised choral/orchestral works. CD1 is mainly solo guitar pieces, plus a quartet for Brady's regular guitar ensemble "Instruments of happiness". CD2 presents a concerto for electric guitar, tabla/percussion, violin and "virtual" orchestra whilst CD3 covers two song cycles for vocal and chamber ensembles. Each CD has a very different feel but together they showcase an exceptional composer and guitarist.

Gitarist Tim Finoulst brengt met zijn vast trio na Narrative een tweede eigen album uit. Hij mocht zich al sterk profileren in duo met Kim Versteynen (winnend team op Dinant Jazz 2013), in de groep van Jelle Van Giel, Marjan Van Rompay, Carlo Nardozza Trio In Bocca Lupo en Tutu Puoane’s Tales By The Moonlight.

Das vorliegende Album markiert das Debüt des Trios um den Gitarristen Tim Finoulst, der zusammen mit dem Bassisten Martijn Vanbuel und dem Schlagzeuger Daniël Jonkers zu hören ist. Das Repertoire besteht bis auf „I'll Be Seeing You“ aus Eigenkompositionen, die ohne Frage das Melodische und leichte Grooves in den Fokus gestellt haben. Folgt man dem Albumtitel, so kann man Erzählkunst in Noten erwarten. Hören wir also mal ein bisschen, wenn eine Melodie a-Moll ebenso erklingt wie „Harvest“, „Joy“ und am Ende „Strong Woman“.

En  1961, Stan Getz enregistrait un de ses albums les plus marquants dans sa très longue discographie, une suite pour cordes composée et arrangée par Eddie Sauter sur une commande du saxophoniste. Quatre violons et un alto plus un violoncelle forment la section de cordes sur laquelle Getz laissera libre cours à son inspiration. Un album souvent cité aujourd’hui parmi les cent références indispensables du jazz.

Le saxophoniste anglais Tim Garland est relativement peu connu chez nous si ce n’est par sa participation au groupe Origin de Chick Corea qu’on a pu voir il y a quelques années déjà à Flagey.

Steht der in Alkmaar geborene Gitarrist Tim Langedijk angesichts seines neuen Albums Kopf? Oder lässt er den Kopf gen Süden hängen, obgleich das Album „Up North“ heißt? Beim Blick auf das Cover könnte man es wohl meinen. Doch, was er uns präsentiert, ist grundsolide, geerdet, mit Sinn für feine Melodielinien und subtile Harmonien vorgetragen. In seinem Interview mit Donata van de Ven aus dem Januar 2017 verriet der Musiker, dass neben der Klassik von Vivaldi, Mozart und Bach auch Countrymusik eine nicht unwesentliche Rolle in seinem musikalischen Werdegang gespielt hat. Zu verdanken ist das wohl Langedijk sen., wie der Musiker im oben zitierten Interview darlegt. Ob man nun Elvis, Willy Nelson oder Kenny Rogers aus den Kompositionen heraushören kann, sollte jeder für sich entscheiden. Keine Frage ist, dass Tim Langedijk seine Gitarre als sein Sprachrohr begreift, als, so im Interview nachzulesen, ein Verlängerungsstück der eigenen Persönlichkeit. Dass neben den oben genannten Einfluss dann in den Teenager-Jahren auch solche von Charlie Parker und John Scofield dazukamen, erfährt man auch aus dem Gespräch mit Donata van de Ven. Ähnlich wie für John Abercrombie, bei dem Langedijk Unterricht genommen hat, gelte: „I only play what I hear, man!“ Ein gutes Motto, denn alles andere erscheint sehr schnell als aufgesetzt.

Tim Sund (Keyboards und Synthesizers), Alex Will (E-Bass) und Jonathan Gradmann (Schlagzeug) kennen sich seit vielen Jahren und haben schon in der Progressive-Rock-Band „Green Desert Tree“ zusammengespielt. Nun also legen sie ein aktuelles Album vor und über die besondere Bandmelange erfahren wir im O-Ton Folgendes: „Joni und Alex sind für mich das, was Dave Weckl und John Patitucci für Chick Corea waren. Eine Rhythmusgruppe, der man seine Kompositionen auf den Leib schreiben kann.“ So äußert sich Tim Sund zu seinen Bandkollegen.

Op dit album geen bebop maar eerder “Charlie ‘Bird’ Parker meets funk”. Hier en daar verwijst een herkenbaar thema naar een van de grondleggers van de bebop.

Wie reeds met Herbie Hancock en Wayne Shorter werkte, heeft genoeg “street credibility” om eender wie te vragen mee de studio in te trekken. Geen wonder dat Ralph Alessi, Kris Davis, Matthew Brewer en Dan Weiss present tekenden toen de Nederlandse saxofonist Tineke Postma hen uitnodigde voor de opnamen van haar nieuwste cd ‘Freya’. Dat ze zelf een uitstekende muzikante en componiste is, speelde natuurlijk mee.

Zwei Alt- und Sopransaxofonisten haben sich zusammengetan, Tineke Postma und Greg Osby, um gemeinsam mit Matt Mitchell (piano, rhodes), Dan Weiss (drums) und Linda Oh (bass) kompromisslosen Gegenwartsjazz zu machen. Die Tatsache, dass zwei Saxofonisten mit Instrumenten gleicher Klangfarbe gemeinsam spielen, ist schon ungewöhnlich, wenn es darum geht, den „akustischen Heiligenschein“ auszuloten. Nichts weiter bedeutet nämlich der Titel des aktuellen Albums. Halo bezeichnet aber auch Lichteffekte der atmosphärischen Optik, die durch Reflexion und Brechung von Licht entstehen, während sonic übersetzt akustisch und den Schall betreffend bedeutet. Es gibt „sonic waves“, aber nicht wirklich „sonic halo“, denn eine Verbindung von Akustik und Optik existiert physikalisch zumindest nicht.

„Das Tingvall Trio steht in den letzten zehn Jahren für eine beispiellose Erfolgsgeschichte im Jazz aus Deutschland“. So heißt es am Beginn einer Pressemitteilung und über die reibt man sich gewiss die Augen. Der Pianist und Spiritus rector ist der schwedische Pianist Martin Tingvall. Also, wie kann man da von Jazz aus Deutschland sprechen? Den Bassisten Omar Rodriguez Calvo und den Schlagzeuger Jürgen Spiegel hat sich Martin Tingvall in das von ihm geleitete Trio geholt, mit dem er aktuell sehr erfolgreich ist.

Vom ersten Album der Baritonsaxofonistin Tini Thomsen bis zur aktuellen, war es gewiss ein weiter Weg, sodass auch der gewählte Albumtitel durchaus Sinn macht. Nach wie vor existiert die fünfköpfige Band namens MaxSax – so heißt übrigens auch das Debütalbum der Musiker um Tini Thomsen. Man darf diese Musikerin als Exotin bezeichnen, denn in der Regel findet man unter den Saxofonistinnen vor allem Alt- und Tenorsaxofonistinnen. Das mächtige Baritonsaxofon liegt schwer in den Händen im Vergleich zum grazilen Sopransaxofon. Auch die beiden anderen genannten Atemrohre benötigen nicht die Kraft, die das Baritonsaxofon zum Spielen erfordert.

De eerste zin in het uitgebreide boekje luidt “This is an anti-fascist record”. Tiziano Tononi, drummer-percussionist en muzikaal directeur van deze dubbel-cd, neemt een duidelijk standpunt in. ‘Winter Counts (We’ll Still Be Here!)’ is zijn aanklacht tegen de genocide van de Amerikaanse indianen. Aansluitend ondersteunt hij tevens de strijd van diegenen die sociale en maatschappelijke onderdrukking willen uitroeien. Een vurig en pakkend betoog van het eerste woord tot de laatste noot.

Ein Sprung von Italien über den großen Teich für „Brooklyn: Monday Soundcheck“ - so jedenfalls beginnt die aktuelle Veröffentlichung, bei der Tiziano Tononi (drums) und Daniele Cavallanti (ney flute / tenor sax) auf den amerikanischen Kontrabassisten Joe Fonda, den Kornettisten Herb Robertson und den Posaunisten Steve Swell treffen.

Tobias Faulhammer (Gitarre, Komposition) und Max Tschida (Keyboards, Komposition) riefen im Frühjahr 2015 das aktuelle Bandprojekt ins Leben und hauchten dem Jazzrock der 1970er Jahre neues Leben ein.

„Dieses Projekt ist für mich persönlich ein ganz besonderes, da seitdem ich Musik mache zwei Herzen in meiner Brust schlagen, das des Saxophonisten und das des Komponisten und Arrangeurs. Für das Nonett habe ich es nicht nur geschafft, meine verschiedenen musikalischen Einflüsse der letzten Jahre einwirken zu lassen, sondern Musik zu schreiben, in der ich mich sowohl als Saxophonist als auch als Komponist und Arrangeur ausdrücken kann.“, so Tobias Hoffmann.

Liest man den Pressetext zum Album, so finden sich darin nachstehende Zeilen: „Das Tobias Hoffmann Trio interpretiert Klassiker und Standards aus verschiedenen Genres und Epochen. Dabei müssen keine musikalischen Grenzen überschritten werden. Dieses Trio macht deutlich: sie existieren einfach nicht. Das Tobias Hoffmann Trio erscheint wie die bizarre Vorstellung, das Wes Montgomery Trio und The Cream hätten die Klamotten getauscht!“

New York City ist seit Jahren der Lebensmittelpunkt des aus Deutschland stammenden Saxofonisten Tobias Meinhart. Mit dem vorliegenden Album versucht er, seine Wurzeln in seine Musik einfließen zu lassen und eine Brücke zwischen den musikalischen Traditionen der USA und denen von Deutschland zu schlagen. In der für das Projekt zusammengestellten Band findet man den nunmehr in Berlin lebenden amerikanischen Gitarristen Kurt Rosenwinkel. Zudem hat Meinhart für das aktuelle Projekt seinen langjährigen Freund, den Bassisten Tom Berkmann, mit Kurt Rosenwinkel bekannt gemacht und in seine Band geholt. Der Pianist Ludwig Hornung und der Drummer Mathias Ruppnig, beide ehemalige Studenten Rosenwinkels, vervollständigen das Ensemble.

Aufgenommen wurde für das Album die fünfteilige Suite für Jazz Orchestra, die der Posaunist Tobias Wember komponiert hat. Für dieses Werk wurde er 2015 mit dem WDR-Jazzpreis ausgezeichnet. Der Name der Suite bedeutet Gefühlszustand, Seelenzustand, Gemütszustand und Geistesverfassung. Sie ist das Ergebnis Wembers langjähriger Erfahrung im Schreiben zeitgenössischer Musik. In der Tat spielen Alltagsgefühle und -zustände für Tobias Wember eine wesentliche Rolle beim Komponieren, wie ich in einem Interview mit dem Dirigenten und Leiter des Subway Jazz Orchestra in Erfahrung bringen konnte.

Der sogenannte Waschzettel zur Album-Veröffentlichung enthält nachstehende Zeilen: „The album features a deep and broad range of musical terrain.  For the journey Neufeld enlisted a special ensemble of players in this unique two-drums ensemble, all of whom with he shares a long-standing relationship.  The infamous Tyshawn Sorey himself participates on drums and in a rare performance on bass trombone.  Billy Mintz, a veteran poet-drummer fills the other drum chair.  Mintz and Sorey occupy polar drum conceptions, yet have a deep core and overlapping intuitive priority to sound, space and silence.  The combination and interplay is magical.  On bass is Thomas Morgan, an already legendary player with whom Todd Neufeld has been playing for over 15 years, in duo, trio, with Kikuchi, Sorey and many other settings.  Finally, the voice of Rema Hasumi brings a deep centering presence to the proceedings.  Her recitations on "Contraction" as well as vocal performances on "Echo's Bones," "Novo Voce" and "Kira" all give a unique expanse and signature to the music. Finally, it's Neufeld's guitar whose play between lyricism and grit leads the turns and bursts of the music.  "Mu'U" is a deeply personal and ambitious album from a new leader in today's music.“

Der Saxofonist Toine Thys stellt nunmehr sein jüngstes Projekt vor, eine belgo-fanzösische Jazzmelange mit dem virtuosen Drummer Antoine Pierre (Joshua Redman, Philip Catherine, Tom Barman/Taxi Wars) und den beiden französischen Musikern, dem Bassisten Florent Nisse (David Enhco, Yaron Herman, Michel Portal) und dem Pianisten Maxime Sanchez (Magic Malik, Chris Cheek, Flash Pig). Eingespielt wurde Musik, die Toine Thys geschrieben hat und die auf dessen Reisen durch den Balkan und nach Westafrika basieren.

Je mag gerust stellen dat Toine Thys (48) een rusteloze ziel is die in zijn muziek met een brede kijk vele werelden absorbeert. Naast eerdere projecten zoals Rackham, Take the Duck en DERvISH is er zijn betrokkenheid met het stichten in 2014 van een instrumentenschool (Len Ventistes du Faso) in Burkina Faso. In 2010 creëerde hij zijn Organ trio met Arno Krijger (NL) op twee albums (‘The End of Certainty', 'Grizzly’), en de Amerikaanse Hammondmeester Sam Yahel op een derde album ('The Optimist') en als gast Hervé Samb op gitaar. De drummers van dienst waren Joost Van Schaik, Karl Jannuska en Antoine Pierre.

Toine Thys affiche au compteur une bonne quinzaine d'albums, en tant que leader ou sideman. Si on cherche une constante dans cette carrière kaléidoscopique, on découvre une curiosité insatiable, un besoin impérieux de multiplier les rencontres: Take the Duck avec le trompettiste autrichien Daniel Nösig, trio avec l'organiste hollandais Arno Krijger (album Grizzly), puis avec l'Américain Sam Yahel (The Optimist), avec le guitariste sénégalais Hervé Samb en invité, Afrikan Protoköl avec des musiciens du Burkina Faso, jazz fusion avec Rackam, groove électro avec Dervish, musique du monde avec l'oudiste égyptien Ihab Radwan (projet Overseas), Urbex avec Antoine Pierre, sans compter les innombrables duos proposés à l'An Vert, avec Quentin Liégeois, Guillaume Vierset, Marine Horbaczewski ou Alain Deval.

Net als de held Orlando van Virginia Woolf is het project van saxofonist/klarinettist Toine Thys erop gericht om lang mee te gaan.

Toine Thys aime provoquer les rencontres, mêler les cultures: il a ainsi croisé le Hollandais Arno Krijger (album Grizzly), l'Américain Sam Yahel et le Sénégalais Hervé Samb (The Optimist), les Français Maxime Sanchez et Florent Nisse (Orlando) et nombre de musiciens du Burkina Faso comme le joueur de balafon Zouratié Kone.

En parallèle aux autres projets auxquels il participe - Rackam, Orlando, Afrikan Protokôl, quartet avec l'oudiste Ihab Radwan ou Urbex d'Antoine Pierre, Toine Thys avait déjà enregistré deux albums en trio avec orgue Hammond. Le premier, The end of certainty, en 2010, avec le Hollandais Arno Krijger à l'orgue et Joost Van Schaik à la batterie. Pour le deuxième, Grizzly en 2015, Antoine Pierre remplaçait le batteur néerlandais et insufflait une énergie supplémentaire au trio.

Für die aktuelle Einspielung hat sich der in Brüssel beheimatete, aus den Niederlanden stammende Komponist, Saxofonist und Klarinettist Toine Thys seinen Landsmann Arno Krijger, einen „Meister an der Hammondorgel“, und den mit dem Toots Thielemans Jazz Award 2014 bedachten Schlagzeuger Antoine Pierre an seine Seite geholt. Alle zehn Kompositionen der aktuellen Einspielung stammen von Toine Thys, beginnend by „Don't Fly L.A.N.S.A“ und endend mit „Twin Lotus“.

Le public belge a pu découvrir, dernièrement, le trompettiste et chanteur japonais à Gouvy.

De foto op de binnenhoes zegt veel, zo niet alles over deze opname die plaatshad in juni 2019 in de Atlantis Studio (Stockholm). We zien vijf diep geconcentreerde muzikanten in een cirkel alsof ze wachten op die ene noot die het verschil gaat maken. Het was de Deense pianist Simon Toldam die de legendarische bassist George Riedel, klarinettist Nils Berg, kornettist Tobias Wiklund en bassist Anders Christensen op deze plek samen bracht om de twaalf stukken die hij componeerde in kwintet uit te werken. De rode draad is een denkbeeldige briefwisseling uit de titel (‘Thank You For Your Letter’) tussen Toldam en een fictief personage waarbij ze het hebben over grote en kleine levensvragen.

Een saxofoon-solo-album, "Moanin'Birds", een zeer succesvol duet met de contrabassist Fil Caporali, en nu een intrigerend dubbelalbum, Tom Bourgeois zit niet stil. Beter nog, elk van zijn projecten opent een hele reeks wegen/stemmen voor nieuwsgierige oren en dat is niet om ons te mishagen.

Op zijn nieuwste cd legt saxofonist Tom Bourgeois de link tussen Charles Mingus, Ravel en zijn eigen composities.

Le guitariste Tom Guarna a grandi en jouant du rock mais il a aussi étudié la guitare classique au Conservatoire de Brooklyn.

Der aus Brooklyn stammende Gitarrist Tom Guarna ist in der New Yorker Jazz-Szene kein Unbekannter. Er hat bereits mit Blood Sweat and Tears, Wallace Roney, Branford Marsalis und Randy Brecker auf der Bühne gestanden. Doch dort war er „nur“ sideman. Nun liegt nach den bereits fünf zuvor erschienenen Alben mit „Rush“ seine jüngste eigene Kreation vor: "Rush was inspired by the sudden burst of creativity that can sometimes overtake you, inspiring you to seize the moment and engage in the creative process. I am always composing and conceptualizing new music, but the recording of this album followed a particularly inspired time when it seemed that I couldn't write the music fast enough."

Der Pianist Tom Ludvigson, der als Grafiker auch für das Cover des Albums verantwortlich ist, und der Gitarrist und Radiomoderator Trevor Reekie, beide aus Aotearoa, besser bekannt als Neuseeland, haben dieses aktuelle Album eingespielt. Dabei sind Grenzgänge zur elektronische Musik bewusst gewählt worden. Das spiegelt sich auch in der weiteren Instrumentierung wider. So spielt Ludvigson auch Synthesizer und Reekie steuert Effekte zum musikalischen Geschehen bei. Zudem nutzt er auch einen E-Bow. Was ist das? Der E-Bow ist ein Zusatzgerät für E-Gitarren, das vom Musiker mit der Schlaghand gehalten wird und eine Saite elektromagnetisch in Schwingung versetzt.

Tom Rainey Obbligato standards spelen

Batteur très actif dans l’avant-garde newyorkaise, Tom Rainey fait partie des batteurs les plus expressifs qu’il ait été donné de voir ces dernières décennies. A la fin des années 90, certains se souviendront peut-être de cet ébouriffant concert au « Lion s’Envoile » à Liège des « Chromatic Persuaders » de Neal Kirkwood, Mark Feldman, Lindsey Horner et Tom Rainey, première occasion de voir ce batteur dont on n’oublie pas facilement les prestations. On l’a revu très récemment au Mithra Jazz à Liège avec les guitaristes Nels Cline et Julian Lage contribuant à la créativité de la musique de l’instant.

De Haagse altsaxofonist Tom van der Zaal (°1987) behaalde in 2013 cum laude zijn Master of Arts. In het laatste semester van zijn studie trok hij naar New York en volgde les bij Aaron Goldberg en Greg Hutchinson. Eerder won hij al het Princes Christina Concours, de Melkweg Jazz Award en de Sena Jazz Award.

Een onverbloemde ode aan een van de belangrijkste stromingen in de jazz door twee muzikanten die reeds samen maar vooral elk afzonderlijk een lange weg aflegden.

Le cor est un instrument peu utilisé dans le jazz, Tom Varner est l'un de ses rares représentants actuels. 

Eenentwintig “snapshots” van Tom Varner (Franse hoorn) en Neil Welch (bassaxofoon, tenorsaxofoon) of hoeveel en hoever kan je improviseren met dergelijke combinatie van instrumenten? Het duo biedt een resem mogelijke antwoorden in veertig minuten.

De Britse saxofonist Tom Ward beweegt zich in de Europese freejazzwereld met zeer uiteenlopende projecten, o.a. met de Belgische muzikanten Dirk Serries en Martina Verhoeven (‘Imaginary Junction’ 2020) gerealiseerd tijdens de pandemie vanuit zijn thuishaven in Brockley.

Een dubbeltrio is bepaald geen alledaagse samenstelling voor een groep. In een jazz-gerelateerde context is het niet vergezocht om dan terug te denken aan de opnamen van het Ornette Coleman Double Quartet van 1960. Die zorgden voor deining toen ze uitkwamen op de lp Free Jazz, met doorlopende collectieve improvisatie gespreid over twee plaatkanten. Triple Double beweegt zich meer dan vijftig jaar later in een heel ander tijdvak. Intussen zijn er markante improvisatoren en componisten blijven komen, technieken zijn geëvolueerd en kruisbestuivingen gaan, misschien minder ophefmakend en volgens sommigen als oude wijn in nieuwe zakken, toch weer onvermoede richtingen uit.

Plus d’un demi-siècle que Tomasz Stanko traverse l’Histoire du Jazz avec un esprit créatif constant et une sonorité de trompette reconnaissable entre toutes.

Een nieuwe release van Tomasz Stanko, wel opgediept uit de archieven. Het betreft hier namelijk een concert uit 2004 toen de trompettist optrad in de Muffathalle in Munchen met aan zijn zijde pianist Marcin Wasilewski, contrabassist Slawomir Kurkiewicz en drummer Michal Miskiewicz.

Het grensverleggende Duitse improvisatietrio TON (trombonist Matthias Muche, bassist Constantin Herzog, drummer Etienne Nillesen) ging op 1 juni 2023 een verbond aan met de Canadese organiste Sarah Davachi. Plaats van het delict was Kunst-Station Sankt Peter in Keulen. Dit is de opname van een haast ongrijpbare performance.

Toni Mora a d'abord étudié la guitare classique puis jazz à Madrid puis à Rotterdam. Il a aussi suivi des master classes avec Kurt Rosenwinkel.

Né en 1940 à Lagos, Tony Allen est une figure marquante de l'afro-beat: il a été durant de nombreuses années le batteur de Fela Anikulapo-Kuti avec qui il a enregistré plus d'une quinzaine d'albums.

On avait découvert le guitariste Michel Delville en tant que leader de Wrong Object, quintet qualifié de Nu-Rock-Jazz. Avec Fred Delplancq au ténor et Jean-Paul Estiévenart à la trompette, le groupe avait successivement enregistré, en 2007, "The unbelievable trutth" avec le britannique Elton Dean au saxophone et "Plateform one" avec le trompettiste Harry Beckett et la tromboniste Annie Whitehead puis, en 2008, "Stories from the shed".

Schon der Titel verrät, was der Hörer erwarten darf. „Standards“ des us-amerikanischen Jazz, als dessen „Gralshüter“ Tony Lakatos anzusehen ist. Lakatos scheint dabei mit seinen Mitspielern Adam Nussbaum (drums), Jay Anderson (bass) und Jim McNeely (piano) auch einem gewissen aktuellen Trend zu folgen.

Tony Monaco wird in einem Atemzug mit Jimmy Smith, Jack McDuff und Shirley Scott genannt. Er gilt als einer der Hammond B3-Orgelspieler, der durch sein Gefühl für Blues, Swing und Soul zu überzeugen versteht. Davon kann man sich beim Hören der jüngsten CD ganz und gar überzeugen. Es ist sein elftes veröffentlichtes Album als Bandleader, der den „Himmel der Hammond B3 wahrlich erklommen hat“. Statt eigene Kompositionen aufzunehmen, entschloss sich Monaco diesmal für einen eher eklektischen Mix von bekannten Songs, darunter „Ceora“, „Quando Quando Quando“ und „Never Let Me Go“.

Na het succesvolle duo-album ‘Crescent’ als hommage aan John Coltrane komen de Nederlandse bassist Tony Overwater en de Japanse pianiste Atzko Kohashi met een vervolg dat zijn inspiratie haalt uit composities gelinkt aan drummers. Met de titel ‘A Drum Thing’ verwijzen ze nog naar Coltranes ‘Crescent’, namelijk het afsluitende nummer op dat album geschreven voor Elvin Jones.

Ce Furious empathic silence est le troisième album du trio Too Noisy Fish, après Fast easy sick de 2011 et Fight eat sleep de 2013.

Die Zahl der klassischen Jazz-Trios ist fast nicht mehr zu zählen. Vielfach pflegen diese Trios einen Jazz, der Geschichten erzählt, also als narrativ bis lyrisch zu kennzeichnen ist.

Achter de wat surrealistische naam Too Tall To Sing schuilt een nieuw duo gevormd door Jozef Dumoulin en Flin van Hemmen.

Swiss Radio Days Jazz Series Vol. 44

Gitarist Thorsten Töpp en trombonist Christofer Varner zijn volleerde improvisators die houden van exorbitante implementeringen. ‘Two Shouts’ bevat de opnamen van twee verschillende data (26.02.2022, 14.05.2022) in Duisburg.

When a double-bass sounds like a saxophone sometimes, and a saxophone sounds like a double bass from time to time, when those instruments melt into each other or echoing each other as for example in “La Venexiana”, then two equal musicians are at work playing their instruments freed from standard roles and formats. They are then able both to trigger appealing confluence of their very own voices and choices. The musicians here are reeds-player Tor Yttredal (°1962) from Stavanger, Norway, and bassist Roberto Bonati (°1959) from Parma, Italy, musicians that both have left strong marks in their respective fields.

Met ‘Opening’ heeft de Noorse pianist Tord Gustavsen de lyrische kwaliteitsstempel van ECM bekrachtigd.

Tori Tango ist eine internationale Gruppe ausgewählter Musiker, welche ausschließlich eigene Tangomusik spielen. Der slowenische Komponist und Akkordeonist Jure Tori schloss sich zusammen mit dem österreichischen Kontrabassisten Ewald Oberleitner und dem österreichischen Geigenmeister Kurt Bauer.

Torsten Goods (eigentlich Torsten Gutknecht), der auch bei Andi Kissenbecks Club Boogaloo an der Gitarre zu hören ist, ist der Sohn einer irischen Mutter und eines deutschen Vaters. Goods musikalischer Werdegang wurde gewiss auch durch die gut bestückte Plattensammlung seiner Mutter – neben Größen von Duke Ellington bis Oscar Peterson war auch viel Irisches vertreten – gefördert. Früh fand er Zugang zum Jazz, wenn auch die ersten Schritte als Gitarrist durch Pop und Rock geprägt waren. Während des weiteren musikalischen Werdegangs standen dann Goods Virtuosen des Jazz wie Jim Hall und John Scofield sowie Bireli Lagrene zur Seite und beeinflussten seine Entwicklung merklich.

Vier opussen in dertig jaar (de eerste UFO kwam uit op IGLOO in 1993): je kunt moeilijk zeggen dat het duo Devillers/Debrulle ons overspoelt met producties.

Certes du groupe fondateur ne restent “que” Emilio Castillo (sax tenor), Stephen « Doc » Kupka ( sax baryton) et Francis « Rocco » Prestia (basse), ce dernier présent sur quatre titres, n’empêche, fêter les cinquante ans d’un groupe sur scène c’est quelque chose ! 

In Enschede trafen sich einst der Organist und Hochschullehrer John Hondorp und der aus Gütersloh gebürtige, aber jetzt in Hamburg lebende Schlagzeuger Markus Strothmann, der in Enschede sein Studium absolvierte. So oder so ähnlich könnte es gewesen sein, ehe das „Übergänge-Orgel-Duo“ musikalisch gezimmert wurde. Zumindest die Idee für ein außergewöhnliches Duo war geboren, auch wenn die aktuelle Einspielung „Keine Idee“ bedeutet. Aber dies ist bezogen auf das musikalische Menü völlig unzutreffend.

Trapper Keaper heeft New Orleans als uitvalsbasis maar vergis je niet. Dit duo houdt zich mijlenver verwijderd van de lokale tradities. Zij zijn actief in het domein van free industrial postjazz en afgeleide vormen hiervan. Voor de gelegenheid nodigden ze twee gelijkgestemde beeldenstormers uit.

Zu übersetzen ist der Albumtitel des Trios bestehend aus Georg Vogel am Klavier, Andreas Waelti am Kontrabass und Michael Prowaznik am Schlagzeug mit „zwischen zwei Stühlen sitzen“, sprich in einer ausweglosen Situation befindlich sein. Ob sich ein derartiges Dilemma auch musikalisch ausdrücken lässt?

Bij Tree Ear springt de aanwezigheid van Gerry Hemingway in het oog, sinds decennia een gevestigde naam in creatieve jazzmiddens. Van 1983 tot 1994 was hij de drummer in het Anthony Braxton Quartet en in 2017 vierde hij met trombonist Ray Anderson en bassist Mark Helias nog de 40ste verjaardag van hun trio BassDrumBone. Doorheen de jaren speelde hij in Amerika en Europa in zeer uiteenlopende bezettingen met gerenommeerde collega’s en opkomend talent. In Tree Ear doet hij dat met twee muzikanten die zowat 30 jaar jonger zijn dan hem. De eerste keer was tijdens een workshop aan de jazzfaculteit van de Hochschule Luzern, waaraan Hemingway sinds 2009 verbonden is. Het werd een van die trio’s die bleven samenkomen en zo’n vijf jaar later verscheen een eerste cd.

Accordeonist, pianist en componist Tuur Florizoone viert dit najaar het 20-jarig bestaan van zijn trio Tricycle met een nieuwe cd ‘Zoom’ en een tournee doorheen Vlaanderen, Wallonië en Nederland.

‘Magnetic Dreaming’ is een suite als smaakmaker voor de eerste twee cd’s die de Canadese bassist Alex Fournier (Dan Pitt, Tony Malaby, Lina Allemano) met zijn sextet reeds uitbracht. Zowel met het titelloze debuut als met de opvolger ‘Six-ish Plateaus’ kreeg hij waardering van pers en collega’s waaronder Mary Halvorson en Michel Formanek. Met ‘Magnetic Dreaming’ zal het ongetwijfeld dezelfde weg opgaan.

Sinds 2013 archiveert de Canadese bassist Alex Fournier zorgvuldig zijn composities. Augustus 2021 was het moment om met accuraat gekozen medemuzikanten een deel van dit werk dan toch op te nemen. Ze verkennen hierbij de grens tussen partituur en collectieve improvisatie en ze doen dat goed.

In den Liner Notes lesen wir nicht nur vom Welttheater, das die drei Musiker aufführen, sondern auch Nachstehendes: „Perkussives wissen alle drei einzubringen. Afrika schwingt mit ebenso wie der Drive des Jazz und die europäische Liebe zum Klang. Ein Triolog, der das MPS Studio erneut zum Vibrieren bringt und dem es in der Rasanz des Spiels gelingt, ein Fenster zur Welt aufzustoßen.“ (Bert Noglik) Fürwahr Welttheater ist es, wenn man die drei Musiker auf der Bühne live erlebt, so wie vor Jahren beim Jazzin the Black Forest. Da tanzten Pingpong-Bälle über die Bühne, unterstrich Greetje Bijma, dass Koloratur-Gesang von ihr ebenso beherrscht wird wie klassische Jazzlyrik und eine ganz eigenwillige Form von Scat Vocals im Stakkato-Modus wie in „Do Tornados Improvise?“. Irgendwie hat man auch beim Hören der vorliegenden Vinyl-Pressung den Eindruck, dass das Schelmische und Ironische Teil des musikalischen Vortrags ist, dass stets auch ein Augenzwinkern und ein wenig Schabernack im Spiel sind, wenn die drei Musiker interagieren.

Grenzgänger zwischen Neuer Musik, Jazz und Volksmusik – das macht das Dreigespann Paul Schuberth (acc), Johannes Münzner (p, acc) und Victoria Pfeil (ss, as, bs) aus. Obgleich auf ihrer aktuellen CD der Titel 'red love story' erscheint, erklären die Musiker nachdrücklich, dass sie weder verwandt, noch verschwägert, gar verliebt oder in einer gemeinsamen Liebesbeziehung stehen, auch in keiner Dreiecksbeziehung – außer natürlich musikalisch. Der Titel des Albums scheint Programm zu sein, ein Kontrapunkt gegen die alltägliche Entdemokratisierung und Entsolidarisierung. Was hilft da mehr, als sich solidarisch zu organisieren. Außergewöhnlich ist die Besetzung des Trios – zum Glück. Es ist nicht das zigste Trio mit Piano, Bass und Schlagzeug, sondern mit zwei Akkordeons und einer Auswahl von Saxofonen, angefangen beim Sopran- bis hin zum Baritonsaxofon. Dazu gesellen sich bei einigen Titeln Steirische Ziehharmonika, E-Bass und Flöte, mit denen das Trio seine Klangfarben aufzufrischen und aufzumischen versteht.

„Der Vorwurf, diese Musik sei nur mit sich selbst beschäftigt, ist richtig. Allerdings: So bleibt ihr auch keine Zeit, sich um ihr Publikum zu kümmern - sie lässt es einfach in Ruhe. Ruhe, die der Hörer braucht, um sich ihr zu widmen. Nur so kann diese verhindern, vollständig zu verkümmern.“ Diese durchaus provokativen Zeilen findet man auf der Klappe des vorliegenden Albums.

Le Trio Barolo existe depuis 5 ans et a déjà donné quelque 80 concerts, du festival D'Jazz Nevers à l'Opéra de Lyon, en passant par Jazz à Vienne ou Crest Jazz Vocal.

Jazz aus der Oberpfalz, Jazz im Trio, Jazz mit Grenzüberschreitungen auch in Richtung Hip Hop und mit harten Techno-Beats – das, ja das bietet das Trio von Gerwin Eisenhauer (Schlagzeug), Walter Lang (Piano) und Sebastian Gieck (Bass).

De kleinste bigband van de wereld vierde vorig jaar zijn dertigste verjaardag met ‘Impertinence’.

Après deux albums enregistrés avec le pianiste britannique Matthew Bourne en invité (Un matin plein de promesse, Hold the Line), Trio Grande revient à son format de base, une manière de resserrer le propos, ou comment se renouveler sans rien perdre de son authentique originalité.

Was auf den ersten Blick anmutet, als bedeute der Name des Trios „im Schlund des Wolfes“, erweist sich als falsch, denn die Bedeutung ist „Hals- und Beinbruch“ oder „Toitoitoi“. Zusammengefunden haben sich für dieses Bandprojekt und das vorliegende Debütalbum drei Limburger Musiker: Carlos Nardozza (Trompete), Tim Finoulst (Gitarre) und Alano Gruarin (Piano). Es findet sich mit „Estate“ ein „Klassiker des Jazz“ auf dem Album, aber auch „Bella Ciao“, ein traditionelles Volks- und Partisanenlied aus Italien. Aufgemacht wird das Album mit der Tarantella „Godfather“. Zu hören sind aber auch „Gente di mare“ und „Il padrino“ sowie als Ausklang „Felicita“.

Onder de naam Trio In Bocca Al Lupo scharen zich 3 Limburgse muzikanten: Carlo Nardozza (trompet), Tim Finoulst (gitaar) en Alano Gruarin (piano). Hun debuut-cd, ‘Nostalgia’, in december 2016 opgenomen, werd enkele weken geleden gereleased.

Le pianiste et claviériste Stevan Kovacs Tickmayer est né à Novi Sad en ex-Yougoslavie. Suite à la guerre dans son pays, il a émigré: il a étudié au Conservatoire de La Haye puis à Paris avec Márta et György Kurtág. Il s'oriente vers la musique improvisée avec Mihály Dresch et István Grencsó et fonde Formatio, entre musique classique et contemporaine. 
 

Six original compositions and ten short collective improvisations (Fragment I – X). Grencso on tenor sax, bass clarinet and alto flute (he played with Peter Brotzmann and Peter Kowald), Stevan Kovacs Tickmayer on piano, organ, celesta (he studied with György Kurtag) and Tamas Geröly on drums, percussion and gardon (traditional instrument with 3 strings hit by a stick). Tamas Geröly played with Mâäk on the album Buenaventura (Werf). A good example of Hungarian free jazz.

Klassisches Jazz-Trio – das kann ja jeder. Die drei österreichischen Musiker Paul Schubert (Akkordeon), Johannes Münzer (Akkordeon, diatonische Harmonika und Didgeridoo) sowie Victoria Pfeil (Sopran-, Alt-, Tenor und Baritonsaxofon) sind da aus gänzlich anderem Holz geschnitzt.

Luc Vanden Bosch hat die Zeichnung für das Cover übernommen, das das Porträt des infolge seiner Drogensucht sehr früh verstorbenen Saxofonisten Charlie Parker zeigt. Zudem sehen wir einen geöffneten Vogelkäfig, aus dem gleichsam als Sprechblase „Par coeur“ entweicht. Für die Huldigung an eine Legende des modernen Jazz haben sich Carlo Nardozza (Trumpet), Christophe Devisscher (Double Bass) und Tim Finoulst (Guitar) zusammengefunden.

Triology réunit trois musiciens de premier plan.

Bereits der Titel dieser vorliegenden Live-Einspielung lässt Assoziationen gedeihen: die Nacht mit der Geliebten, die unvergessliche laue Sommernacht, das Erwachen nach einer Gipfeltour und.. und .. und. Man hat den Eindruck, der Titel solle gar auf einen Aufbruch zu neuen Ufern verweisen. Während bei der Herausgabe von Vinyl-Platten sich auch eine Kultur des Plattendesigns etablierte, scheint dies bei CD-Produktionen weitgehend verschwunden zu sein. Doch bei der vorliegenden CD hat Rainer Hoffmann eine aquarellierte Dünenlandschaft mit einem Paar als Cover gestaltet. Gleich hat man den Gedanken an eine „heiße Nacht“, betrachtet man das halbnackte Paar (?) auf dem Dünenkamm. Ist es eine Nacht auf Sylt? Wir können nur vermuten. Ebenso können wir nur annehmen, dass das aktuelle Album Jazz rund um das Thema „Liebe“ zu Gehör bringt?

Jazz aus New Zealand oder „nur“ eine Mischung aus Kraut-Rock, elektronischer Musik und Jazz sowie Improvisation? Das ist die Frage beim jüngsten Album des musikalischen Projekts mit dem Namen „Trip to the Moon“, das „Kind“ des Pianisten Tom Ludvigson und des Gitarristen Trevor Reekie. Neben diesen beiden Musikern hören wir auf dem Album Nigel Gavin (Glissentar) sowie Greg Johnson (Trumpet) und Jim Langabeer (Saxophones). Trevor ist neben den Gitarren auch an Loops und Ebow zu hören, der Pianist Tom bedient bei der Einspielung auch Synthesizer und außerdem hat er sich auch ums Programming gekümmert. Übrigens, Glissenstar ist ein elfsaitiges bundloses Saiteninstrument, das wie eine Gitarre, eine akustische oder eine elektrische, gestimmt sein kann.

Tijdens Jazz Middelheim 2017 lichtte Jozef Dumoulin een tipje van de sluier over zijn leven als gitarist. Op ‘Peau’ krijgen we een eerste afgewerkt verhaal met verder in de hoofdrollen Sophie Bernado, Léo Dupleix, Julien Pontvianne en Hugues Mayot.

Na dann mal einsteigen und sich ganz in die Hände des aus Rio stammenden und nun in Amsterdam beheimateten Saxofonisten Yedo Gibson, der als klassische Pianistin ausgebildeten und nun sich im Feld improvisierter und Neuer Musik bewegenden Nora Mulder und des aus Brasilien stammenden Kontrabassisten Renato Ferreira begeben. Sie übernehmen das Steuer und fahren uns durch neue Klangwelten aktueller europäischer Gegenwartsmusik. Bitte anschnallen und die Ohren spitzen, denn auf die gibt’s was.

Net zoals Cinema Paradiso recent nog een opnamesessie opdeelde in twee releases (Volume 1 & 2) deed het Canadese trio TuneTown dit nu ook. ‘Entering Utopia’ is namelijk het tweede luik van dezelfde sessie als hun debuut ‘There From Here’ (Slammin Media, 2019).

Sur la scène du jazz vocal, Tutu Puoane s'est vraiment créé une place à part, grâce à son timbre de voix très personnel et à son répertoire souvent inspiré par son pays natal, l'Afrique du Sud: Tutu est née dans l'un des townships de Prétoria. Installée à Anvers depuis dix ans, outre une participation au deuxième disque de Saxkartel, elle a déjà plusieurs albums à son nom.

Wrapped In Rhythm vol. 1

Après Song de 2007, Quiet Now (2009), Mama Africa (2010), Breathe (2012), Live at De Roma (2013) et Ilanga (2014), voici le septième album personnel de Tutu Puoane, la chanteuse sud-africaine qui a notamment poursuivi des études à La Haye, avec Rachel Gould.

Ce We have a dream est le huitième album personnel de Tutu Puoane, depuis Song de 2007, et le troisième qu'elle enregistre avec le BJO, après son Mama Africa dédié à sa compatriote Miriam Makeba en 2010 et Artists # with Refugees de 2016. Il est vrai que la chanteuse d'origine sud-africaine trouve avec le BJO et sa large palette sonore (trompettes, bugles, trombones, trombone basse, saxophones, flûtes, clarinettes, clarinette basse, piano, guitare et rythmique) un véritable écrin pour sa voix pure, sensible et sensuelle à la fois: une voix immédiatement reconnaissable.

Tijdens de eerste lockdown zag Tuur Florizoone (°25 november 1978) het moment gekomen om met zijn accordeon helemaal solo te improviseren en te componeren. De opnames gebeurden voornamelijk thuis, ‘s nachts terwijl de kinderen sliepen, vandaar ‘Night Shift’. De cd is zonder meer het resultaat van jaren solo optreden. Het contrast tussen live optreden en alleen in een studio zitten is groot. Daar zit geen publiek terwijl dat precies inspireert en motiveert. “Het was even zoeken naar een juiste balans tussen ‘mensen live verrassen’ en een muzikaal coherent verhaal brengen op het format van een opname. Daar is reflectie en tijd voor nodig”, aldus Tuur.

Das Ensemble, das der in Brüssel beheimatete Akkordeonist und Komponist Tuur Florizoone für das vorliegende Album zusammengestellt hat, besteht aus folgenden Musikern: Tutu Puoane (vocal). Aly Keita (balaphon), Chris Joris (percussion). Marine Horbaczewski (cello), Laurent Blondiau (trumpet), Michel Massot (bass tuba, euphonium, trombone), Nicolas Thys (accoustic bass) sowie Wendlavim Zabsonre (drums, percussion). Einem breiten Publikum ist Tuur in Belgien aufgrund seiner Kompositionsarbeit für den Film „Aanrijding in Moscou” bekannt.

In 2001 won de Hongaarse pianist Tzumo (°29 januari 1980) met zijn trio onder zijn naam Arpad ‘Cumo’ Olah Jazz Hoeilaart.