Steven De Bruyn – The Eternal Perhaps
S
Music Mania Records MMLP050
Bijna een kwarteeuw na het debuutalbum ‘Blue Coffee’ van El Fish en 15 jaar na de ep ‘Virus B-23’ die de start inluidde van The Rhythm Junks, laat Steven De Bruyn zijn eerste soloplaat op de wereld los. Helemaal verrassend is het niet: een tweetal jaar geleden stond hij tijdens een korte tournee al eens alleen op het podium. Door de jaren heen is hij van harmonicaspeler pur sang toen geëvolueerd naar frontman en leadzanger, multi-instrumentalist ook. Stilistisch moest de pure blues meer en meer baan ruimen voor een ruimer palet.
Voor zijn solodebuut krijgt hij wel ondersteuning van Rhythm Junksbassist Jasper Hautekiet die bij momenten zijn contrabas soms ook als percussie-instrument gebruikt. Verder vond Steven in Annelies Van Dinter zijn gedroomde gastvocaliste en voor de heerlijke hoes tekende zoon Jaco Sette.
In opener ‘Paradise Blue’ worden we meteen in een ongure stadsbuurt gedropt door de donkere klanken van de basharmonica en percussie op contrabas, waar al gauw een lijntje op komt dat refereert aan Toots Thielemans en dat een beetje licht brengt in dit wereldje. Halverwege echter komt een heel vervormd klinkende chromatische harmonica de dreiging weer opvoeren. Wanneer je denkt dat het nummer voorbij is, herneemt een lange harmonicatoon waarna een contrabassolo het verhaal afwerkt. Dezelfde onrust is ook te horen in het heerlijke ‘BXL Midi’ waar een rauwe basharmonica het tapijt is voor een bijna als een hees accordeon klinkend chromatisch mondmuziek.
Fans van de vroege stijl van El Fish vinden ook hun gading in ‘8 Wrap’ dat wel abrupt stopt en de trage blues van ‘Our Dream’ met de zang van Annelies Van Dinter en Steven die nog eens aan William Clarke doet denken. De sobere contrabas doet enkel het hoogstnodige. ‘Ancient Memory’ en ‘Onderweg #2’ lijken korte tussendoortjes, waarbij het eerstgenoemde in de verte doet denken aan het indertijd onderschatte ‘Sonny Boy’s Advice’. De ode aan het weggelopen huisdier, ‘Maurice The Boss (cat)’, vertraagt en versnelt de harmonica als de bewegingen van een kat op jacht en sleurt de luisteraar mee in de spanning. Mooier kun je een kat amper vereeuwigen.
En dan zijn er de verrassingen. ‘Aanspraak’, op tekst van de Zuid-Afrikaanse Ronelda Sonnet Kamfer, werd al enkele weken terug als de bloedmooie eerste single op het publiek losgelaten. Hoewel het gedicht als thema de heimwee door het verlies van de moeder heeft, doet de muziek helemaal niet zwaarmoedig aan en draait de sfeer eerder om vroeger zelf, dan om verlies. De melancholie is veel sterker in ‘Onder De Regen’, en al zeker in het refrein. De tekst van Elvis Peeters lijkt in eerste instantie heel banaal, maar enkele beluisteringen of lezingen volstaan om het geniale van die eenvoud te ontdekken. De live-versie tijdens de cd-voorstelling ging trouwens over in Bob Marleys ‘Redemption Song’, een al even wonderlijke ingeving en bovendien hemels op mondharmonica. Slottrack ‘Stevo Wonders’ lijkt in eerste instantie een reprise van ‘Onder De Regen’ maar mijmert vooral verder zoals een trein langzaam vertrekt om het verhaal af te sluiten.
De voorbije dagen vielen er nogal wat vergelijkingen, tot Tom Waits toe. Vergelijkingen zijn de facto echter gedoemd om mank te lopen, hoogstens kan men over raakvlakken spreken en dan mogen misschien ook namen als Manu Chao, zelfs Chet Baker, maar meer nog Eric Mingus in de hoofden opkomen. Steven De bruyn verwees zelf naar Stephan Eicher, de veelzijdige en –talige Zwitser met (Jenische) zigeunerroots, die op de Franse zender A2 ooit Naguis' vraag, in welke taal hij dacht, beantwoordde met: “Je pense en images.” Misschien staat dat zwerversaspect dichter bij de werkelijkheid: een muzikant die eeuwig op zoek is en telkens misschien zijn doel bereikt, maar zoals sommige striphelden al meteen uitkijkt naar een nieuw avontuur. Voor wie openstaat voor verrassingen, geen boodschap heeft aan hokjesdenken en wars van de tijdgeest de muziek wil laten rijpen en langzaam laten doordringen. Slow coffee.
© Olivier Verhelst