Paul Van Gysegem/Chris Joris/Patrick De Groote - Boundless (D. De Bock)
P
el Negocito Records
Paul Van Gysegem, contrabas; Chris Joris, drums en percussie; Patrick De Groote, trompet en flugelhorn
Nadat hij zich lange tijd meer concentreerde op beeldhouwwerk, is de bassist Paul Van Gysegem weer heel aanwezig in het Vlaamse jazzlandschap. “Boundless” kwam uit kort na een andere nieuwe release met zijn naam op, “Traverse” van Paul Van Gysegem 3 + 3 – een cd plus dvd. De band van Van Gysegem met trompettist De Groote gaat terug tot de vroege Europese free jazz halverwege de sixties, toen het Gentse Gravensteen nog een plek was voor concerten. Zij haalden Chris Joris aan boord van het kwintet waarmee zij de draad van “Aorta” weer even opnamen toen die op cd was uitgebracht. In 2011 hielp de cd-uitgave van die historische free jazz-lp van het Paul Van Gysegem Sextet uit 1971 een aardig handje om pioniers van de Belgische vrije jazzmuziek weer prominenter in beeld te laten komen. Ook verscheidene podia en enkele verjaardagen brachten de voorbije jaren een aantal veteranen opnieuw onder de aandacht. De ene is al wat meer terug van weggeweest dan de andere, maar de laatste jaren circuleren namen als Paul Van Gysegem, Patrick De Groote, Cel Overberghe en Fred Van Hove weer regelmatig in het live gebeuren.
Van Gysegem en De Groote vonden in slagwerker Chris Joris een bondgenoot voor de uitvoering van het plan waar de twee al een tijdje op zinden: een cd in kleine bezetting. Percussionist Joris is wat jonger, maar ook hij is, een decennium minder lang actief, een monument in de Belgische jazz. Hij bracht vaak Afrikaanse en Afro-Amerikaanse kleuren aan en vond recent een nieuwe adem in een familieproject dat een breder publiek blijkt aan te spreken.
Omdat deze cd geen verzameling is van mooie, nieuwe liedjes of variaties op bekende thema’s, maar van stukjes die de heren al improviserend vastlegden, is deze muziek wellicht niet instapklaar voor een groot publiek. Toch zijn er een aantal elementen die maken dat “Boundless” op meerdere manieren in zekere mate laagdrempelig wordt. Een eerste geruststellend argument is dat er geen stukken op staan van 10 of 20 minuten, een tweede is de variatie in de muziek. Ten derde: in zijn vrank en vrij te keer gaan met enkele van zijn favoriete cimbaaltjes en cimbalen op oa “Flash” vergroot de drummer/percussionist nog de herkenbaarheidsfactor voor zijn fans.
En dan is er nog de binnenkant van de hoes die in drie korte teksten van de muzikanten drie wegwijzers biedt naar hoe de muziek benaderd mag worden: “Men voelt de spanning en ontspanning zo zuiver doorklinken in de gevarieerde schakeringen” (Joris), “een pallet van kleuren, terwijl duizend klankflarden de hemel vullen” (Van Gysegem), “nooit risicoschuw, steeds uitdagend, coherent en spannend” (De Groote). En de cd maakt de belofte van verscheidenheid inderdaad waar met zowel rustige als levendige gesprekken, vlotte gedachtegangen zowel als weerbarstige kronkels.
Tot die laatste categorie behoort zeker ook het titelnummer waarmee de cd aanvangt en waarop de drie zich als wereldspelers profileren. Daarin zit een hoop spanning vervat, knap en fantasierijk verwerkt in een superbe opbouw en samenhang. In wat nog volgt, horen wij hen die met zijn drieën wel evenaren, maar niet overtreffen, waarbij direct gemeld moet dat op dit schijfje ook boeiende dialogen en duetten staan.
In een daarvan draagt Chris Joris met de ngoma handtrom een traditioneel Afrikaans element aan. Eerder dan een gesprek is dit “Leaflet” een spontane creatie voor een blije, springerige dans geïnspireerd door Afrikaanse muziek. De andere dialogen vinden plaats tussen De Groote en Van Gysegem en die “Hakketak”, “Windward”, “Talking” en “Celestics” kunnen doen denken aan Krommekeer van Bart Maris en Lode Vercampt. De trompettist hanteert op verscheidene nummers ook dempers, wat de associatie met Bart Maris vergemakkelijkt en waardoor je zin zou krijgen om hen eens samen bezig te zien als dubbel duo – of als dubbel duo plus percussie. Waar Krommekeer meer verfijning aandraagt, zit in dit duo meer rauwheid, maar met een scherpte waar Maris ook graag mee uitpakt. Aan de afwisseling draagt zeker nog Joris’ pianospel mee op “Frinket” - waar het trio opnieuw voor een piekmoment op de cd tekent - met in een korte tijdspanne een ferme constructie waarin spanning en rust elkaar schitterend aanvullen. De charme van de afwisseling is niettemin zeer gebaat bij de pure dialogen tussen de bassist en de trompettist, die met zijn tweeën een unieke focus en cohesie uitdragen.
Danny De Bock