Otto Kintet – Pico
O
ZenneZ Records
Met ‘Pico’ schuimen bassist Otto Kint en zijn kwintet opnieuw de binnenzee af omringd door jazzland en naburige kleurrijke regio’s.
Op de tonen van een melodieuze gitaar ondersteund door een slow motion drumslag met even later een gedeisde meanderende saxofoon, al even beheerst fladderende pianonoten en een licht golvende baslijn introduceren de heren hun nieuw werkstuk. Kortom, een tableau met een enorme poëtische uitstraling. Het is meteen de titeltrack en een (licht misleidende) voorbode van wat volgt.
Het voorgestelde pentagram wordt namelijk bij elk volgend nummer wat meer scheef getrokken en vervormd. Nooit zo extreem dat er sprake is van een tabula rasa maar eerder geconcipieerd als tekeningen van Cornelis Escher rond gemeenzame elementen en structuren maar telkens net anders uitdraaiend dan verwacht.
In ‘Last Dance’ gebeurt dit bijvoorbeeld door het volume te verhogen en de introductie van een Prophet synthesizer om zo een geordende chaos te creëren. ‘Still Water’ is getekend door een repetitief motief waarrond ontheemde en enigmatische contouren verschijnen. Vooral de saxofoonriedels werpen een sluier van mysterie over het geheel. Met ‘Alpacas In Bad’ dompelen ze de luisteraar in alweer een eigenzinnige en afwijkend patroon van vertrouwde poëtica.
Kant B opent met een aanstekelijk deuntje dat zich als een virus in je hersenen plant en niet meer loslaat. Niet dodelijk, wel zo verslavend dat je steeds net dat nummer wil terug horen. Al even meeslepend is ‘When Days Are Getting Longer’, geplukt uit het repertoire van Martin Salemi en dat ontegensprekelijk zijn stempel draagt door de alsmaar opgevoerde ritmiek die een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitoefent. ‘As You Move Me’ is een ander moment waarop gitarist Somers nog eens als colorist uit de hoek komt. Tot saxofonist Capens hem uitdaagt om toch ook even meer uptempo kunstjes uit te halen.
Met een verrassend einde, namelijk een bewerking van de bluesklassieker ‘Baby Please Don’t Go’ die door groepen als Them, Rolling Stones en The Animals omgevormd werd tot een rock anthem. De vijf van Otto Kintet draaien het binnenste buiten en verlenen het een heel swampy Daniel Lanois-cachet. Opgedragen aan Belgisch (blues)fenomeen Little Jimmy wiens laatste cd voor zijn overlijden (‘Blues Rebel’ – 2019, SMT) zwaar onderschat werd.
Huiskamerjazz in tijden van Covid met een sterk onderliggend potentieel voor betere tijden wanneer clubs en zalen terug de deuren openen. Een meer dan waardig vervolg op het debuut ‘Gloed Glow’ en even fascinerend als het vulkaaneiland van de Azoren naar dewelke de plaat vernoemd werd.
© Georges Tonla Briquet
Musici:
Otto Kint - Bass
Jeroen Capens - Tenor Sax
Lukas Somers - Guitar
Martin Salemi - Keys
Daniel Jonkers - Drums
https://ottokintet.com/