New Old Luten Trio/Quintet/Septet (feat. Ernst-Ludwig Petrowsky) - Letzer Radau/Rabatz/Remmidemmi (DDB)
N
Euphorium
Oliver Schwerdt is behalve met schrijven over free jazz in Duitsland ook druk bezig zichzelf in te schrijven bij de nieuwe geschiedenis van die scene. Dat doet hij als pianist vaak onder de naam ‘Elan Pauer’ en als producent en drijvende kracht achter Euphorium. In extatische blijdschap maakt hij in de liner notes bij drie recente uitgaven vergelijkingen met Ascension en Sun Ship van John Coltrane. Het is natuurlijk aan de individuele luisteraar om die au sérieux te nemen of met een flinke korrel zout.
Zeker heeft de pianist sinds 2008 goed gezelschap verzameld om de misschien wel laatste New Old Luten-opnamen tot stand te brengen van Ernst-Ludwig “Luten” Petrowsky (°1933). Zo ontstond White Power Blues in trio met drummer Christian Lillinger en volgden in 2015 Tumult! en in 2016 Krawall! in kwintet met de bassisten John Edwards en Robert Landfermann. Genoemde muzikanten maakten respectievelijk de dienst uit in de New Old Luten Trio- en Quintet-bezettingen op Letzter Radau! en Letzter Rabatz! Met trompettist Alex Dörner en saxofonist Urs Leimgruber erbij als extra blazers namen zij in december van 2015 ook nog Letztes Remmidemmi! op.
Als je graag free jazz hebt die klinkt alsof een stel oproerkraaiers de boel bestiert, dan vind je op de Letzter-cd’s vast je gading. Je krijgt er brokken free jazz oude stijl, ingevuld door oude en jonge generaties. Het gaat er vaak onrustig aan toe, op de mini-disc Radau! (herrie) vooral erg wild, alsof elke schijn van melodie met geweld uit elkaar gespeeld moet worden. De sax klinkt meestal zuur, de pianist zit vaak gewichtig in de lage registers en bij de drukke drums komen nog fascinerende, metalige klanken van cymbalen en wat niet meer. Dat zij dat 23’23” na elkaar volhouden bewijst misschien nog het meest hoe de drie aan elkaar gewaagd zijn. Petje af voor zoveel tomeloze energie – je hoeft dat niet eens zelf af te zetten, dat mept of blaast een van hen toch van je hoofd.
Het wordt op Rabatz! (oproer) minder gejaagd en interessanter met toevoeging van de twee bassisten. Dan gaat het vijftal wel 46’46” aan een stuk door en zitten er weer passages in van sixties/seventies old school free, maar er valt zoveel meer te beleven. Als het basistrio wild schokt, klinkt dat daar alsof de bassen een aarding voorzien voor de stroom – zelfs als je die dan nauwelijks kan waarnemen of zij de boel zelfs de boel laten. In de ellenlange improvisatie is ook plaats voor uitgebreide momenten van meer 21ste eeuwse lyriek en sfeerschepping. De ene na de andere muzikant komt op ideeën en uitingen die de rit kleurrijker en hier en daar grappig maken. De uitbreiding van het pallet maakt de luisterervaring prikkelender en spannender.
Dat laatste geldt in de overtreffende trap voor cd 3, waar Alex Dörner en Urs Leimgruber de grotere verscheidenheid letterlijk en figuurlijk toegevoegde intensiteit inblazen. Daar nemen de muzikanten nog meer de tijd om lagen uit te werken en op te stapelen, om een en ander naderhand (Remmidemmi!) door elkaar te gooien. Met zijn zevenen tonen zij zich meer luisterbereid en geneigd om de ruimte aan anderen te laten. Er is ook plaats voor geïsoleerde, poëtische en gevoelige bijdragen, die de schijn kunnen stutten dat een volgorde van solo-momenten op voorhand afgesproken was. In elk geval klinken zij attent en alert terwijl zij spanning opbouwen, naar uitbarstingen toewerken en daarna weer afwikkelen.
Als dit de allerlaatste opnamen van Luten zouden blijken, dan vormt het langst durende schijfje van deze sessies wel een indrukwekkend definitief slot.
Ernst-Ludwig Petrowsky, altsax, klarinet en fluiten
Elan Pauer, piano, percussie, allerlei
Christian Lillinger, drums, percussie
John Edwards en Robert Landfermann, contrabassen
Urs Leimgruber, tenor- en sopraansax
Axel Dörner, trompet
© Danny De Bock