Mary Halvorson Quartet - Paimon
M
Tzadik
John Zorn Masada Book 2, The Book of Angels Vol.32
Met zijn eigen muziek, het label Tzadik en de club The Stone drukt John Zorn vanuit New York al enkele decennia een stempel op vnl. experimentele muziek. Gitariste Mary Halvorson van haar kant ontpopte zich de voorbije 15 jaar als een opvallend productief en indrukwekkend talent. Het Mary Halvorson Quartet sluit nu met Volume 32 het Book of Angels af, een van de hoofdstukken in het grote Masada-verhaal dat John Zorn in 1994 begon met het akoestische Masada. De 10 nummers van de meer dan 300 die Zorn schreef voor zijn 2de Masada Book 2 die nog niet in deze reeks verschenen waren, zijn nu uitgebracht op de cd Paimon.
Zoals in alle andere composities van het Masada-project verenigt Zorn zijn joodse wortels met vooruitstrevende jazz. Daarbij kan het dan nog vele kanten uit, omdat hij inspiratie vindt in uiteenlopende invloedssferen. Zo komt de elektronische drukte in “Beniel” bijv. even in de buurt van Ornette Coleman, ten tijde van Song X met Pat Metheny. Bij “Yeqon” kan je dan weer aan een traag opbouwende spaghettiwestern denken en aan richtingen waar het Belgische Dans Dans ook kan uitgaan. Het kan ook mooi melodisch psychedelisch worden, zoals in “Phul” en om te eindigen zoekt deze cd met “Rachmiach” het hoge goed van aangrijpende schoonheid op.
Mary Halvorson drukt er een persoonlijke stempel op met haar eigen meer dan slightly out of tune-klanken. Op dit album met gitarist Miles Okazaki in de groep en het keurslijf van compacte nummers komt ze er spaarzamer mee over, maar niet minder efficiënt. Haar stijl waarin zij zo graag met vervormingen uitpakt, sluit in zekere zin aan bij effecten (en toenemende kansen op haperingen) in een steeds meer gedigitaliseerde wereld – waarin beeld en geluid vaak worden bewerkt en gemanipuleerd. Okazaki speelt anders gitaar en met hem in de band krijgen de grooves een vloeiende beweging mee die vlotter aansluit bij wat we van gitaristen op grotere podia gewend zijn. Halvorson en Okazaki samen creëren hier een spanningsveld dat trilt en aan bijzondere melodieën en wendingen een extra dimensie geeft.
Mary Halvorson Quartet mag dan klinken als de naam van een band die al langer meegaat, het is eigenlijk de zoveelste verschijning van Mary als leider van een groep. De combinatie met drummer Tomas Fujiwara op drums is niet nieuw, die vind je o.a. ook op ’s mans Triple Double en bassist Drew Gress kent zij van bij het Ingrid Laubrock Octet - wat er wellicht toe bijdraagt dat dit kwartet op deze cd zo hecht klinkt. Het welslagen van dit album ligt anderzijds en ongetwijfeld ook aan de kwaliteiten van de muzikanten én de composities. Fujiwara is hierbij vaak heel prominent aanwezig en toont zich bijzonder geïnspireerd in de eclectische samensmeltingen van Zorn. Een paar keer dacht ik bij zijn keuze van cymbalen aan Chris Joris en elders in rollende rocksferen aan Steven Cassiers - om maar een paar richtingen aan te geven in de smaken van zijn brede pallet en duidelijk te maken dat dit geen mega-elitair plaatje is. Gress valt minder op, maar met zijn spel vormt hij pijlers die mee bepalend zijn voor de kracht en het totaalbeeld van klanken. Als hij echt op de voorgrond treedt, zoals in “Verchiel”, dan kan je ook niet naast de passionele snaren.
Wie van Bar Kokhba Sextet hun Lucifer houdt of van Dans Dans en nog eens variatie wil, vindt hier misschien wel zijn gading. Wie openstaat voor cross-over met melodische wereldmuziek - in casu Joodse sferen - én een parcours met spannende hindernissen aandurft, wacht hier mogelijks meer dan één ontdekking.
Musici:
Mary Halvorson en Miles Okazaki, gitaren
Drew Gress, bas
Tomas Fujiwara, drums
© Danny De Bock
Dit artikel verschijnt ook op draaiomjeoren.com