knimes Acoustic Group – Adventures in Improvised Music
K
Envelope Records 001
knimes, zonder hoofdletter, is het alter ego van de Nederlandse jazzcomponist en producer Matthijs de Ridder, niet te verwarren met de gelijknamige en al even bezeten Belgische auteur en jazz-, film- en literatuurkenner. In 2020 kwam hij met een debuut-ep op de proppen, waarin hij zijn experimenteerdrift entte op jazzy elektronica met r&b-invloeden tot verwijzingen naar Jaga Jazzist.
Wie met de komst van de lp een vervolg hiervan verwachtte, komt bedrogen uit. 'Adventures In Improvised Music' is een volwaardig debuut geworden met een oeuvre en klankenpalet waarvoor hij zich onderdompelde in de jazzscene van New Orleans en New York. Dat wordt al bij de eerste beluistering duidelijk. Waar bepaalde Europese bands en labels graag, vaak en soms te nadrukkelijk op zoek gaan naar een Europese sound, stelt hij zich helemaal open voor de Amerikaanse jazz. Dat leidt tot een herkenbare, voor sommigen mogelijk niet zo originele sound, maar wie hieruit afleidt dat er een copycat aan het werk was vergist zich lelijk.
De niet zo courante bezetting van een jazzkwartet zonder piano of gitaar, maar met behalve knimes op drums en Ignacio Santoro op contrabas ook altsax en fluitist José Cervera en trombonist Yiannis Marinos, toont dat er niet zomaar achter de jazzkudde wordt aangesjokt en zorgt voor meer lucht zodat de luisteraar nooit overdonderd wordt en de soli niet verloren gaan. Less is, nog maar eens, more.
Opener ‘3 12’ voert ons meteen mee op klanken die van eind jaren ’50, begin jaren ’60 lijken te dateren en die gauw doen vergeten dat alle composities nieuw zijn. De drummer begint solo waarna een thema volgt door de blazers, die vervolgens beurtelings vrij spaarzaam soleren.
De geest van Coltrane maakt in ‘A Journey Through Sounds And Colors’ plaats voor een traag ritme en onrustige vrije improvisatie, een zoektocht naar klankpalet van een dialoog tussen trombone en altsax, die enorm doet denken aan het werk van Charles Mingus. Het einde komt vrij onverwacht met een wegstervende contrabas.
‘D.C.’, een ballade voor knimes zijn grootvader, is heerlijk laidback: de trombonesolo lijkt vanuit een ligstoel op te stijgen en het geheel baadt in een zomers paradijs.
De illusie wordt weggeblazen door het opzwepende ‘Clean’ waar de altsax de hoofdrol opeist, zij het met de altijd manifest aanwezige maar nooit opdringerige drumpartijen.
Na ‘The Haunt’ (alweer met duidelijke Mingusinvloeden), in ‘Be A Vampire’, gaat knimes’ slagwerk in de richting van de afrobeat waarbij de drie anderen in het thema meegaan met het stevige ritme. De soli van de trombone contrasteren met dat thema door rust te brengen, in tegenstelling tot de altsax die de geboden vrijheid explicieter uitbuit.
In ‘Waltz For Gloria’ maakt de altsax plaats voor de dwarsfluit, wat een idyllischer effect sorteert, maar net als bij ‘D.C.’ verdwijnt de illusie bij de eerste noten van de volgende compositie doordat de volgende track, in dit geval afsluiter ‘Birth Of Joy’, van een heel ander kaliber blijkt.
Benieuwd hoe jazzkenners een blindfold test zouden doorstaan hebben indien ‘Adventures In Improvised Music’ voor de release hiervoor zou zijn gebruikt. Het is niet denkbeeldig dat de namen van jazziconen uit de hoogdagen van de bebop en aanverwante stijlen zouden vernoemd zijn. knimes heeft met zijn eerste full album dan ook een aantal bakens verzet: niet alleen is dit een van de beste jazzplaten die de jongste jaren verschenen zijn in de Lage Landen. Tevens breekt deze plaat met de zo krampachtige weerstand van Europese jazzensembles om te Amerikaans te klinken, dat ze nog liever bij de commerciële invloeden van elektronica en dance aanleunen dan nog te klinken als de jazz zoals die in de bakermat bloeide en nog steeds bloeit. Niets tegen de Europese vertakkingen natuurlijk, maar knimes Acoustic Group bewijst dat een frisse sound ook mogelijk is zonder de manipulatie door talloze pedalen en andere klankvervormers.
Absoluut een aanrader!
© Olivier Verhelst
Musici:
knimes (Matthijs de Ridder) drums
Yiannis Marinos trombone
Jose Cervera altsaxofoon, fluit
Ignacio Santoro contrabas