Karin Hammar FAB4 invites Rita Marcotulli - Opening
K
Prophone Records
‘Opening’ is het vierde geesteskind van de Karin Hammar FAB4 sinds de groep in 2014 boven de doopvont werd gehouden.
De Zweedse tromboniste vulde haar ensemble aan met gitaar, bas en drums. In een verder verleden, sinds 2001, stond ze al op zeven andere albums op de voorgrond, vooral met Sliding Hammers en een keer met haar Quartet. Vergeet het virtuoze van J.J. Johnson, de explosieve impro’s van Wolter Wierbos of de swing van Jimmy Knepper. Karin Hammar houdt er een heel Europese benadering op na waarbij de trombone een kalmte uitstraalt, wat doorgaans niet het geval is met dit instrument. (Over de trombone schreef wijlen Adriaan Jaeggi trouwens het erg ontspannende en autobiografisch getinte ‘Tromboneliefde’.)
Voor dit jongste geesteskind nodigde ze de vijftien jaar oudere Italiaanse Rita Marcotulli uit, een pianiste met een indrukwekkend cv. Of hoe omschrijf je samenwerkingen met Joe Henderson, Joe Lovano, Dewey Redman, Pat Metheny, Paul Bley, Michel Portal, Enrico Rava en vooral Nguyên Lê?
Samen schreven ze negen nagelnieuwe composities die een erg organisch en rustgevend geheel vormen. Het is bijna therapeutisch onthaasten met de titeltrack-opener (waarin Marcotulli het voortouw neemt) en ‘Rest In Peace (And Stay Alive)’. ‘Apart’ baadt in dezelfde atmosfeer als ‘Magone’ van Bert Joris.
Het prachtige ‘13’ is een voorbeeld van hoe de piano niet vaker dan de gitaar (Andreas Hourdakis) de soli van de dominant aanwezige trombone overneemt. Marcotulli heeft zich blijkbaar niet opgedrongen in deze samenwerking, terwijl de luisteraar aan de bandnaam wel meer pianosoli had verwacht. Tegelijk suggereert dat ook dat het kwartet op zich al sterk op elkaar is afgestemd.
Tijdens ‘Nadar Com Tartarugas’ zit er onderhuids wel genoeg onrust om naar een echte climax te groeien, maar deze is van korte duur. ‘Moset/The Cleaner’ gaat zelfs verder op deze ingeslagen weg en bevat een drumsolo van Frederik Rundqvist. In ‘Prayer’ tenslotte is het Hammartime tot na bijna twee minuten de Italiaanse zich manifesteert om uit te monden in een rustige solo.
Voor sommigen zal ‘Opening’ teveel op stilstaand water dobberen en niet boeien wegens weinig variatie. Laat dat geen verstoring zijn van een luisterervaring om van de prachtige sound van Hammar te genieten.
© Olivier Verhelst