Joëlle Léandre & Elisabeth Harnik - Tender Music
J
Trost Records
Toen Joëlle Léandre (°1951) in de jaren ‘70 het pad van de oude klassieke muziek verliet en geboeid raakte door de nieuwe muziek werkte zij in Amerika al gauw samen met John Cage en Morton Feldman. In de Europese impro-wereld ontmoette zij muzikanten als Derek Bailey en Peter Kowald. Vele spraakmakende samenwerkingen zouden volgen. Intussen gaat zij al meer dan 40 jaar ontmoetingen aan met collega’s met uiteenlopende achtergronden.
Het label Trost presenteert met “Tender Music” opnamen van Léandres derde optreden met Elisabeth Harnik.
Harnik (°1970) genoot een klassieke opleiding piano en studeerde daarna compositie. Daarnaast ontwikkelde zij een interesse in geïmproviseerde muziek. Als componiste verzorgde zij al tal van internationale opdrachten, als pianiste speelt zij ook met gevestigde namen in de vrije muziek. Ken Vandermark is zo een goede kennis en van zijn hand zijn de liner notes bij dit album.
Vandermark begint zijn tekst met een citaat van Ed Moses dat wijst op het probleem dat platen door critici veeleer worden geïnterpreteerd dan geïdentificeerd. Waarmee de recensent met de neus op het feit wordt gedrukt dat het telkens weer kwestie is van een plaat goed te duiden. Daarbij is het niet altijd simpel om gepast te vertalen, wat de notities van Vandermark nog eens scherp in de verf zetten door te stellen dat ‘one of the definitions of the word “tender” is “humane”’ en de muziek op deze cd “humane music” te noemen.
De albumtitel “Tender Music” mag wel de verwachting opwekken dat je eerder zachte, vrije muziek gaat beluisteren, want je krijgt een vorm van improvisatie die niet de toer opgaat van wilde free jazz. Een zekere intensiteit is daarom niet afwezig. Bij de opeenvolgende stukken is het woord spanningsveld evenzeer op zijn plaats als adjectieven zoals teder, zacht of liefde- en respectvol. “Tender Music” komt van een concert van twee muzikanten die opgingen in een beweeglijk spel van actie en reactie.
De zes verschillende delen op dit album dragen van I tot VI de titel “Ear Area”. In een tijdsduur die varieert van zo’n 6 tot 11 minuten hoor je de muzikanten met veel oor voor elkaar de ruimte vullen. De openingstrack starten zij quasi tegelijk en meteen spelen zij op elkaar in. De interactie heeft iets speels en er komt een bedachtzame kant aan te pas. Die lijn zet zich door in wat volgt. Heel geestig klinkt dat op de tweede track, waar Léandre associatief begint te rijmen en aan het zingen gaat over taart en koffie met melk. Fantasierijk en misschien niet louter dartel komen elders een pingpongballetje en een fietsbel in beeld.
De vraag waar interpretatie begint of de overhand neemt van observatie maakt de luisterervaring extra spannend. Zeker is “Tender Music” een weergave van een creatief proces. Als er werd geapplaudisseerd is dat weggeknipt. In hun spontaan uitwisselen van ideeën hoor je twee dames in diepe concentratie. In hun spitsvondige samenspel veroorloofden zij zich grote vrijheid zoals die paste binnen het kader van het moment. Dat deden zij met zacht en met harde hand, naar elkaar toe, in behoedzame, vloeiende en strakke bewegingen. Overgangen klinken alert en weloverwogen, sommige passages als duetten voor snaren, als de pianiste de snaren van haar instrument bespeelt. Of het er nu sober en traag aan toegaat of in snel tempo, uit een breed arsenaal van mogelijkheden combineren Léandre en Harnik zo welgemikt dat het ronduit indrukwekkend is.
Het is veilig om te stellen dat liefde voor muziek en een creatieve uitingsdrang hier de drijfveer zijn, dat hun onderlegdheid en ervaring plus een zekere klik deze twee in staat stellen om samen zo sterk te improviseren. “Humane” in de zin van teder en geen leed willen berokkenen? I guess so.
Hoe schitterend in elk geval als je twee muzikanten elke middelmatigheid hoort overstijgen.
© Danny De Bock
© Werner Krepper
Joëlle Léandre, contrabas en stem
Elisabeth Harnik, piano