Jeanfrançois Prins - Blue Note Mode
J
GAM Records / COD&s
Met de monochrome foto van Jeanfrançois Prins, zittend met zijn Gibson Es-175 gitaar op zijn schoot, lijkt de hoes op een Prestige of Blue Note plaat uit de jaren 50 en 60.
De titel van het album weerspiegelt de liefde van de gitarist voor die legendarische periode in de Amerikaanse jazz. Maar wacht eens even! Dat is nog niet alles: de opname werd gemaakt in Englewood Cliffs, N.J., in de cultstudio van Rudy Van Gelder, de legendarische technicus die het Blue Note-geluid van het Alfred Lion-tijdperk vorm gaf en wiens alchemie na zijn dood nog steeds wordt toegepast door zijn assistente Maureen Sickler.
En ten slotte, kijk eens naar de muzikanten die hebben meegewerkt aan dit project: Danny Grissett, een fantastische pianist die verschillende albums heeft uitgebracht op het Criss Cross label; Jay Anderson, een contrabassist die speelde met het neusje van de zalm, waaronder Michael Brecker, Mike Stern, Frank Zappa en Toots Thielemans; en E.J. Strickland, een veelzijdige drummer die op meer dan 30 platen heeft gespeeld met een breed scala aan artiesten.
Dit is een kwartet dat je doet dromen nog voor je het hoort, des te meer omdat er op een paar nummers twee prestigieuze gasten werden uitgenodigd: trompettist Jeremy Pelt en altsaxofonist Jaleel Shaw.
"Blue Note Mode" opent het album en zet de toon. Dit nummer, geschreven door de leider, voert de luisteraar terug naar de tijd van boogaloo, Lee Morgan en Grant Green. Een wondermooi thema, een pianist met opmerkelijk gearticuleerde frasering, een krachtige trompet die doet denken aan Freddie Hubbard en, last but not least, een groovy, helder klinkende gitaar: omdat Jeanfrançois zijn traditionele Gibson Es-175 niet had meegenomen, gebruikte hij voor deze opname een D'Aquisto en een Borys die hij van vrienden had geleend. Trompet en gitaar verstrengelen zich dan als geliefden tot het einde van het stuk, onderbroken door een opgetogen Jeremy Pelt die uitroept "I like that one" (hij is niet de enige).
Onder de vier door de gitarist geschreven composities zijn het prachtige 'Ornette-Lee', opgedragen aan Ornette Coleman en Lee Konitz, en het bruisende 'Move or Be Moved', een perfect gebeiteld orkestarrangement dat het hectische leven in de Big Apple weerspiegelt.
Wat de covers betreft, zijn we blij met de eigen interpretaties van Wayne Shorter's melancholische 'Diana', Clifford Brown's standard 'Daahoud' en Michel Herr's prachtige neo-bop compositie, die Herr opnam met Joe Lovano in 1986.
Het album sluit af met 'Too Late Now', een melodie uit een filmmusical uit 1951, gezongen door Jeanfrançois in een intieme stijl die doet denken aan een zekere Chet Baker.
Compositie, arrangement, interpretatie: de expressieve facetten die Jeanfrançois Prins laat horen op 'Blue Note Mode' zijn verrukkelijk. We kunnen wel stellen dat hij aan het roer van dit speelse sextet niet alleen zijn beste album tot nu toe heeft afgeleverd, maar ook een echte meesterzet heeft gedaan.
© Pierre Dulieu, 2024 (vrije vertaling: Jos Demol)
Een samenwerking JazzMania / Jazz’halo