Geert Waegeman – No Cinema
G
Eigen beheer
Net zoals vroegere Cro Magnon-kompaan Koen Van Roy geeft multi-instrumentalist Geert Waegeman sporadisch een kijk achter de schermen van zijn muzikale wereld. ‘No Cinema’ is de meest recente outing.
Het sporadische uit de inleiding is bij Geert Waegeman (Iva Bittova, Anna Homler, Rudy Trouvé) een elastisch begrip. Onder de naam Polaroid Patsi was er in 2012 het solo-album ’Electrique’ met bijhorend kunstboek en sindsdien verschenen onregelmatig (digitale) releases zoals ‘Paramelodics’ (2020), ‘Lenny & Susan’ (2018) en ‘Floww…’ (2017, Cro Magnon). Het wachten werd steeds ruimschoots beloond, ook nu. Iets meer dan een uur lang dompelt hij de luisteraar onder in een aaneenschakeling van atmosferische juweeltjes boordevol filmische kwaliteiten in tegenstelling tot wat de cd-titel laat vermoeden. Een titel waarachter trouwens verschillende dubbele betekenissen verborgen zitten. ‘No Cinema’ wegens het ontbreken van beelden en acteurs maar ook de verwijzing naar de Brusselse uitdrukking om bij de essentie te blijven en “gene cinema te verkopen”.
Na al die jaren weten we dat Waegeman eveneens houdt van surrealistische humor. Zo zorgt hij voor de nodige verwarring met de openingstrack ‘One Two Start’. Geen rock-‘n-roll intro maar ambient à la Geert Waegeman, Ryuichi Sakamoto waardig. ‘Quicksilver’ neigt naar het singer-songwritersgenre met een hoog artistieke popattitude en leunt aan bij werk van Thindersticks en David Sylvian. ‘Le Quator De Baron Samedi’ past dan weer perfect in de catalogus van Pascal Comelade terwijl ‘Stratopanics’ klinkt als een ontmoeting tussen Tangerine Dream en Yann Tiersen. We vermelden verder nog Steve Reich en Philip Glass maar tevens Kraftwerk, Autechre, DAAU en Dominique Andre (zijn cultklassieker ‘Evasion’ uit 1981!).
Zo borrelen overal, bewust en onbewust, versnipperde referenties en knipogen op naar uiteenlopende genres en artiesten. Te omschrijven als klankencombinaties die “triggeren” waarbij de buitenkant een binnenkant verbergt die soms veel abstracter is dan verwacht. De “troubleringstechniek” van Waegeman.
Bij elke nieuwe beluistering duiken verschillende aha-momenten op. Een subliem vervolg op ‘Electrique’ met opnieuw een collage van Joanna Termonia voor het hoesontwerp inclusief aanwijzingen naar de muzikale inhoud waaronder het vergrootglas en de schimmige personages. Ander essentieel onderdeel om ‘No Cinema’ te kunnen situeren zijn de zestien zinsneden en uitspraken ontleend bij uiterst verscheiden persoonlijkheden zoals Godot (“Exactly the kind of music I was waiting for”), Erasmus (“This music makes you travel while staying at home”), John Cage (“Amazing balance between structure, improvisation and coincidence”) of nog Toots Thielemans (“Schuun”). Wel te nemen met de nodige korreltjes zout maar wederom een manier om de nieuwsgierigheid te prikkelen.
Geert Waegeman in de rol van Willy Wonka zij het dan in een kleurrijk klankenlaboratorium. Kortom, een meester in het etaleren van tegengestelde parameters die wel een toegankelijk resultaat opleveren.
© Georges Tonla Briquet