Evan Parker / John Edwards / Steve Noble - PEN
E
Dropa Disc (2017)
Evan Parker, tenorsaxofoon; John Edwards, contrabas; Steve Noble, drums en percussie
In de werelden van de geïmproviseerde muziek zijn de Britten Evan Parker, John Edwards en Steve Noble heren met een respectabele staat van dienst, maar van dit samenwerkingsverband was nog niets op plaat of cd verschenen toen Sound In Motion in maart op het zelf opgerichte label Dropa Disc de cd PEN uitbracht. Dezelfde organisatie had voor een optreden van deze drie grote mijnheren gezorgd in januari 2015. Nu is er de cd die de happy few kan laten zeggen dat zij er bij waren en waardoor ook de afwezigen – die ongelijk hadden, zoals dat dan heet - kunnen genieten van tenminste een paar flinke brokken uit het concert.
Meer dan Track 1 (20’:52”) en Track 2 (17’:52”) staat er niet op dit schijfje dat stijlvol is verpakt in een matzwarte kaft met in gouden letters PEN op de front cover, maar dat volstaat ruimschoots om indruk te maken. Het hoesje slaat open met drie luiken die met fijne lijnen portretten weergeven van de drie muzikanten. Het grafische werk (artwork: Pascal Cools) sluit knap aan bij de bewegingen die de muziek maakt – het vormt en bevat een visitekaartje voor improvisatie die stevig aan elkaar hangt, ook al trekken de muzikanten op het eerste gezicht niet de hele tijd dezelfde kant uit. Zeker, soms is de logica in de opeenvolging van bewegingen in geïmproviseerde muziek verre van duidelijk, soms wel en andere keren voel je echt dat het een aan het ander kleeft, dat de samenhang onmiskenbaar is. Dat laatste is het geval op deze cd, hier kan je bijna zeggen dat zowat alles perfect bij elkaar aansluit. Je moet er natuurlijk open voor willen staan, wat soms makkelijker is (om te volgen) en tegelijk spannender als je de muzikanten bezig ziet. Met het trio Parker, Edwards en Noble mag je je aan vrije muziek verwachten waarbij het vruchteloos wachten zou zijn als je op zoek bent naar instapklare, uitgesponnen melodieën of als je swingend wilt vingerknippen. Hier hoor je de spontane ontwikkeling van ideeën die soms melodisch zijn, maar snel evolueren of in een eigenzinnige kronkeling ronddraaien. Je hoort de kunst om deze ideeën opwindend te maken en te houden, om meer dan onderhoudend te zijn, want ook overtuigend zonder dat je de muzikanten bezig ziet.
De tracks op PEN startten Noble en Edwards, wat later viel Parker hen bij. Ze deden er geen minutenlange intro over om samen stevige sporen te trekken die als bewegende rails de tenorsax uitnodigden om mee vooruit te stomen. En dan waren ze vertrokken voor een avontuurlijke vaart in de muzikale ruimte tussen hemel en aarde, stijgend en dalend, soms vooruit sjezend, elders draaiend en dan weer dralend. Met volle noten, trekken aan snaren, tikken, slaan en wrijven op cymbalen, vellen en andere percussiemiddelen, grillige lijnen blazend, zowel hoekige figuren trekkend als met mooie rondingen, eventueel in circulaire ademhaling. Samen in een creatief proces dat op verschillende momenten dankzij een ritmische drive in combinatie met een neiging naar abstractie een kunstige tegenhanger ophangt voor swingende jazz. Met een sound en een gedachtegang die na een paar beluisteringen al een zekere herkenbaarheid en vertrouwdheid oproept. Dit trio geeft de intussen klassieke trio-formule van sax, bas en drums waar een Sonny Rollins in 1957 mee speelde en zich live mee uitleefde bij thema’s en melodieën, een heel persoonlijke invulling. Rond minuut 5 en opnieuw rond 10’25” op “Track 2” lijkt Evan Parker trouwens een paar keer te verwijzen naar Sonny Rollins’ “Striver’s Row”, live in The Village Vanguard 60 jaar geleden…
Saxofonist Evan Parker gaat intussen zelf al meer dan vijf decennia mee en zijn kennis van de geschiedenis van de jazz beperkt zich niet tot die van de improvisatie scene. Daarin schreef hij mede door zijn eigen technische sterke zelf geschiedenis i.s.m. Derek Bailey, Alexander von Schlippenbach, Peter Brötzmann, Paul Lovens e.v.a. – wat hem ook gegeerd maakt bij jongere muzikanten als John Escreet of Nate Wooley, om er maar een paar te noemen.
Drummer Steve Noble speelde in de eighties bij Rip Rig and Panic en bouwde een reputatie op in de geïmproviseerde muziek, wat sinds enkele jaren culmineert in een bijzonder grote activiteit, aan de zijde van oa Ikue Mori, Brötzmann, Martin Küchen ea. De laatste jaren speelde hij geregeld samen met bassist John Ewards, bijv met Brötzman, Sophie Agnel, Maya Dunletz. Hij begon zijn carrière op de planken met mannen als Lol Coxhill en Phil Minton, speelde intussen ook met Chris Corsano, C Spencer Yeh e.a… Maar het is niet de name dropping die het hem doet, luisteren is de boodschap.
Danny De Bock