don Marsh V - Marshland
D
Solidude Records
Don Marsh V is een recent Belgisch kwintet, geesteskind van pianist Wouter Van den Broeck, en samengesteld uit het kruim van de jongere Belgische jazzgeneratie.
Of hoe omschrijf je anders een band met Matthias de Waele op drums, Janos Bruneel (zijn leraar ensemble aan het conservatorium) op bas en Jean-Paul Estiévenart op trompet. Voeg daar nog tenorsaxofonist en benjamin Warre Van de Putte aan toe en de verwachtingen worden torenhoog. Eigenlijk klopt dit verhaal niet 100%: don Marsh V was oorspronkelijk een kwartet van ritmesectie en sax. Van den Broeck beeldde zich echter constant een uitvoering met twee solisten in, nodigde Estiévenart uit en was meteen onder de indruk. (Wie niet?) De frontman tekende bovendien voor de productie van dit debuut.
De plaat is opgebouwd rond een ‘Marshland’, net als de bandnaam een verwijzing naar de familienaam van Wouter, een vierdelige compositie die gebaseerd is op de klassieke sonatevorm. Het eerste deel, ‘Dawn’, is eenvoudig en dromerig als Griegs ‘Morgenstemming’ met piano en tenorsax in de hoodrol. Wat eerst een harmonisch geheel lijkt groeit al gauw uit tot twee contrasterende stemmen, die elkaar echter terugvinden op het einde. ‘Willow’, de tweede en belangrijkste beweging en bijna tien minuten lang, wordt opnieuw ingeleid door de piano, waarna tenorsax en vervolgens trompet het voortouw nemen. Opvallend is hoeveel ruimte de blazers krijgen. Om de lichtvoetigheid van het derde deel van een sonate te imiteren, koos men in ‘Mist’ voor een kleine impro van sax en piano, waarna de rest invalt maar vooral Estiévenarts trompet opvalt. Langzaam neemt het volume wel toe tot een climax die weinig met mist vandoen heeft, maar dan keert het dromerige terug in een slot met vooral piano en trompet. In ‘Rays’, het laatste deel, worden de teugels gevierd en mogen piano en blazers afwisselend soleren in uptempo. Het einde is er wel onverwacht snel.
Het thema van de zomerse opener ‘Bermuda’ refereert door het sax- en pianospel wat aan Horace Silvers ‘Song For My Father’, met een sound alsof het in een kleine en volle zaal is opgenomen, genre De Werf. (Oh dagen, oh schone dagen…). De pianosolo is wel feller en schatplichtig aan Monk. Diezelfde Monk beïnvloedde ‘Rhytmicus’, tenminste na een minuut instrumentaal mijmeren, een frisse track en voor ondergetekende toch het hoogtepunt van deze schijf.
Contrabas Janos Bruneel tekende voor het tweedelige ‘ILVM’, naar verluidt geïnspireerd door de Vlaamse polyfonie. Nochtans valt het eerder op dat de bas het geheel draagt en het eerste deel doet swingen. In het tweede deel is de piano prominenter. Ook in ‘Very Late’ valt dezelfde dragende kracht op van de bas. Met de slottrack ‘Bog Blues’ vindt don Marsh V weer aansluiting bij de opener ‘Bermuda’, maar de afsluiter is onrustiger van aard.
Het siert de band dat ze erin geslaagd zijn om moderne Europese jazz te koppelen aan de zwarte invloeden van de grote namen en tegelijk het jazzclubgevoel, en dat met de nodige afwisseling. ‘Marshland’ is een fijne plaat waarmee België zich nog maar eens op de internationale jazzkaart zet.
© Olivier Verhelst
Musici:
Wouter Van den Broeck, piano
Warre Van de Putte, sax
Matthias de Waele, drums
Janos Bruneel, contrabas
Jean-Paul Estiévenart, trompet