Dirk Serries: New Wave Of Jazz special
D
New Wave Of Jazz
In deze bizarre tijden zeven cd’s tegelijkertijd uitbrengen. Loutere onbezonnenheid, artistieke urgentie of pure provocatie? “Ik wil zoveel mogelijk muziek aanbieden die anders geen aandacht krijgt. Er is een publiek voor, alleen moet het bestaande materiaal bekendheid krijgen,” volgens Dirk Serries, de man achter deze kamikazestunt en oprichter van het label New Wave Of Jazz.
Foto © Dirk Serries
Dirk Serries (VidnaObmana, Fear Falls Burnin) is de man niet om alles volgens de regels van het boekje te doen. Economische wetmatigheden zijn hem duidelijk vreemd. Kunst met een hoofdletter of eerder Improvisatie met een hoofdletter primeert. Zijn discografie en vooral de catalogus van het label New Wave Of Jazz vormen daar het beste bewijs van, met de onderstaande zeven releases als extra bekrachtiging. Zoals steeds een uiterst sobere (en identieke) vormgeving voor elke cd onder het motto “The aim of art is to represent not the outward appearance of things, but their inward significance”. Zet u schrap voor zo een driehonderd vijfenveertig minuten tegendraads luisterplezier.
Andrew Cheetham & Alan Wilkinson
The Vortex of Past Time
(25 april 2017, 54’09)
De titel haalden de twee helden bij de roman ‘Austerlitz’ van W.G. Sebald. Gekoppeld aan hun persoonlijke inspiratiebronnen leverde dat deze opname van net geen uur op, onderverdeeld in vier hoofdstukken: ‘Axial Velocity’, Tangential Velocity’, ‘Inner Radius’ en ‘Outer Radius’.
Alan Wilkinson gaat zich te buiten op altsaxofoon, baritonsaxofoon en basklarinet. Af en toe voegt hij daar wat vocale uitlaten aan toe. Andrew Cheetham drumt er lustig op los. Van bij de aanvang ontspint zich een vinnige dialoog van gelijkgestemden die opbouwend met elkaar converseren. Het gaat er heftig aan toe maar elk argument is betekenisvol. Dit zijn geen politiekers die voorrang verlenen aan eigenbelang en naast elkaar praten maar twee geëngageerde persoonlijkheden die met hart en ziel voor dezelfde zaak vechten. En al wijken hun meningen en stellingen al eens af van elkaar, toch gaan ze gezamenlijk op zoek naar een oplossing. De manier waarop ze hun argumenten en zelfs hun instrumenten in vraag stellen, dwingt respect af. Ze drijven elkaar tot het uiterste. Het lijkt er soms op dat Wilkinson doorgaat tot zijn laatste ademstoot terwijl Cheetham alsmaar nieuwe (percussie)geluiden blijft aanhalen.
Boeiend van begin tot einde om te horen hoe ze uiteindelijk telkens tot een vergelijk komen.
Tom Malmendier & Dirk Serries
Vanguard
(15 december 2018, 39’21)
Dat Dirk Serries een gitaar meestal niet hanteert als een melodisch instrument weten we ondertussen al lang. Hier illustreert hij dat in gezelschap van de Belgische drummer Tom Malmendier, vooral bekend in internationale improvisatiekringen. Snaren worden aangeraakt, uitgerokken en geschuurd om er zoveel mogelijk speciale effecten en bizarre geluiden mee te creëren. En toch mondt het niet uit in nietszeggende bruitage.
De zes improvisatiepassages klinken wel degelijk als doordachte “composities” met een begin, een middenstuk en een einde. Lustig neuriën op een terugkerend thema hoort er nog steeds niet bij. Een gitaar in de handen van Serries blijft eerder een werktuig maar dan een met heel wat mogelijkheden. Helemaal in de traditie van Fred Frith en Marc Ducret tijdens hun meest experimentele momenten. Laten we vooral de rol van Malmendier niet minimaliseren. Hij plaatst op zijn manier spaarzame maar rake accenten.
Sonische experimenten voor duo met gecodeerde titels als ‘Incus’ (gehoorbeentje), ‘Twelve Tone’ en ‘Adrift’.
Serries/Verhoeven/Webster
Praxis
(15 december 2018, 42’18)
Een triumviraat uit de improscene gevormd door Dirk Serries (hier op akoestische gitaar!), pianiste Martina Verhoeven (vooral ook fotografe en bij gelegenheid actief op contrabas) en Colin Webster (altsaxofoon).
Als introductie strooien ze wat losse klanken in het luchtledige. Heel abstract en ongrijpbaar. Ze creëren zo geleidelijk aan een totaal originele discipline gebaseerd op subtiele regels ontworpen volgens minimalistische verschuivingen. Restrictie en reductionisme zijn de bouwstenen van het DNA. Intense stilte en traagheid zijn het omhulsel.
Een zenuwslopende flow van verdoken spanningsbogen of meditatieve soundtrack, afhankelijk van uw interessepunten.
Colin Webster & Dirk Serries
Light Industry
(6 september 2019, 42’24)
Dirk Serries (akoestische gitaar) en Colin Webster (altsaxofoon) gedurende net geen drie kwartier als “duo infernale” op pad in een claustrofobische wereld waar niets is wat het lijkt en elke klank een andere verbergt. Onderweg nemen ze de tijd voor het verkennen van hun instrument en proberen ze de meest extreme mogelijkheden uit.
Het leidt tot licht alternerende curves van volume en tempo. De toevalsfactor speelt zoals steeds in dergelijke context een rol maar de twee gaan vooral heel bewust op zoek naar ijkpunten die ze kunnen integreren in hun syntaxis. Ze outen zich op deze manier als meesters in het blootleggen van het verschil tussen verstorende associaties en verstoorde verbanden. Een conditio sine qua non is dat de luisteraar de nodige inzet en concentratie aan boord legt om deze onthullingen te detecteren. Vooral omdat beiden niet teruggrijpen naar expliciete citaten of hulpmiddelen maar hoofdzakelijk een economisering van hun argumentatie hanteren.
Kan ook wel omschreven worden als een auditieve sudoku.
Daniel Thompson
Finch
(9 augustus en 26 september 2019, 45’50)
Hier horen we de Britse gitarist Daniel Thompson in zijn eentje op gitaar gedurende zo een drie kwartier. ‘Improvisation One’, ‘Improvisation Two’, ‘Improvisation Three’ en ‘Improvisation Four’ werden op een dag ingeblikt. De aanslagen op de snaren zijn afwisselend strelend en licht percussief. Soms wordt slechts een enkele snaar aangeraakt, dan weer alle snaren samen. Vage schetsen volgen op meer afgetekende miniatuurtjes.
Telkens opnieuw wordt de aandacht van de luisteraar getrokken door wissel van akkoorden of net het ontbreken hiervan. Net als bij een mikadospel vergt dit een opperste concentratie van de speler. Thompson stelt zich tot doel prikkels uit te zenden door obsessioneel gebruik te maken van het contrast tussen contemplatieve stilte en zacht vibrerende geluidsgolven. Zelfs in de vingervlugge passages filtert hij alle overbodige ballast weg. Toch klinkt het eindresultaat allesbehalve monolithisch en is er wel degelijk sprake van bezieling en zelfs vervlechting van dimensies. Voor de afsluitingstrack ‘Finch’ (10 seconden geruis!) koos Thompson volgens de hoesinformatie een nieuwe datum en trok hij naar een andere locatie.
Vroeger zou dit een ghosttrack geweest zijn. Britse humor?
SETT
First And Second
(16 november 2019, 50’57)
Een onorthodox snarenkwartet gevormd door twee akoestische gitaristen (Dirk Serries, Daniel Thompson), een contrabas (John Edwards) en een viola (Benedict Taylor).
De vier komen weliswaar uit eenzelfde impromilieu maar hebben toch elk hun idiomatische signatuur. Overheersend kenmerk in deze constellatie is het wederzijds respect. Tot een virulente confrontatie komt het nooit, het is hoofdzakelijk een spel van complementaire schakeringen. Stereotiepe verhaallijnen mijden ze daarbij. Meest extreme momenten zijn deze waar ze elkaar pareren met licht afwijkende en suggestieve patronen. Het lijkt daardoor eerder of ze gezamenlijk op zoek zijn naar een nieuwe conceptie van stilte, allemaal heel minutieus en ingetogen uitgewerkt.
Jürg Frey
Echo.Trio.Fragile. Eyot.
(2009/2013/2014/2019, 74’53)
Meteen het buitenbeentje van het hele pakket. Niet alleen omdat oudere opnamen van verschillende artiesten gecombineerd worden met recentere takes maar vooral wegens het doorgedreven minimalisme van Jürg Frey, de componist van alle stukken.
‘Paysage d’échos’ (2009) is een solomoment van Frey zelf op harmonica, melodica en piano. Het betreft de soundtrack van een geluidsinstallatie waarbij de meest poëtische weefsels haast ongemerkt in elkaar overvloeien. “Slowtime” maar dan in de betekenis van de macht om de tijd stil te zetten. Een principe dat we ook terugvinden bij het collectief van Book of Air. In ‘Streichtrio’ (1997) komt een strijktrio aan de beurt. Angharad Davies (viool), Johnny Chang (altviool) en Stefan Thut (cello) gaan op verkenning in dezelfde schemergebieden. Vergeet barokklassiekers of de romantische meesters uit de twintigste eeuw. Hier zijn stilte en ruimte de hoekstenen van een universum waar je in het luchtledige lijkt te zweven. Met een haast psychosomatische drang streven de drie naar “less is more”. ‘Equilibre Fragile’ (2014, eveneens in de context van een geluidsinstallatie) is eigenlijk een passende titel voor alles wat er op het label verschijnt.
Opnieuw Jürg Frey solo maar deze keer op “bird pipes”. Als luisteraar neem je wederom een duik zonder vangnet in een onmetelijke stilte waarin af en toe fluittonen weerklinken die niets te maken hebben met exotische vogelsoorten maar des te meer met het creëren van ongrijpbare patronen. Tenslotte is er nog een pianosolo van Antonio Correa (‘Eyot’, 2004). Ook hier is het steeds geduldig wachten op de volgende noot om uiteindelijk een totaalbeeld te krijgen. Het spelen met weergalm maakt deel uit van het hele proces.
Zeven extreme voorbeelden van “impulse acting” of intuïtief innoveren maar dan niet volgens de laatste hippe wetmatigheden. Eerder negen holistische improvisators met Dirk Serries als hoofd van de clan. Sowieso geen evident luistervoer maar met wat doorzettingsvermogen beland je in een ongelooflijk fascinerende wereld. Wie vertrouwd is met dit alles ontdekt waarschijnlijk parallellen met het “deep-listening” concept van een label als Longform Editions. Voor neofieten lijkt het misschien allemaal op een labyrint waar je zonder grimoire hopeloos in verstrikt geraakt. Wees gerust, af en toe staat er een aanwijzing richting uitgang maar we raden aan steeds verder door te dringen. Wie nog verder op ontdekkingstocht wil gaan, luistert ook eens naar Dirk Serries zijn maandelijks radioprogramma bij de Concertzender (NL).
© Georges Tonla Briquet
www.newwaveofjazz.com
https://www.concertzender.nl/programma_maker/dirk-serries/