Daniel Dzidzonu – Walls Of Wonder
D
WO-GRO-016
Vaker wel dan niet vindt men boeiende acts gewoon terug op de door moedige mensen ook wel eens verdedigde 30.000km², België. Daniel Dzidzonu behoort tot die niet eens zo kleine bron. Na de ep ‘Unknownland’ en de lp ‘Vikpomé’ verrast de Brusselaar met Togolese roots met een cd, een beetje het omgekeerde van wat men in de mainstream ziet, waar alle digitale releases tegenwoordig op vinyl moeten. Zijn vader had een soort brassband die kerkdiensten, huwelijken en begrafenissen opluisterde en het was dan ook voorspelbaar dat de jonge Daniel, gepokt en gemazeld, op zijn vijfde een bugel zou krijgen van papa, gevolgd door een klassieke scholing van zodra het kon. Aangezien het voor geboeide kinderen altijd meer moet zijn, kon de jongen niet wachten op de dag dat hij een luidere trompet aan de lippen mocht zetten. Vandaag doseert hij gelukkig het volume tot een warme sound.
Daniel Dzidzonu vermengt zijn afrobeat met invloeden uit de jazz- en popmuziek tot een frisse zomerse cocktail. In ‘Va Midzo’ vallen naast de strakke blazerssectie op de achtergrond zijn zang- en solistische kwaliteiten op, net als een stevige gitaarsolo die je eerder in de bluesrock zou verwachten. ‘World Groove’, een titel die de lading dekt, is een veel te korte track afrobeat van de zuiverste soort en lijkt eerder een opwarmer of proloog van ‘Medzo O’, dat een versnelling hoger schakelt. De titelsong is heerlijk traag en funky en opent met een strijkkwartet dat aanwezig blijft en een tegenmelodie krijgt van de blazers.
Het bewustzijn van zijn eigen achtergrond maken van ‘Remember Masekela’ en ‘Ewe Blue’ misschien wel de hoogtepunten. Verder dan diens radiohit ‘Don’t Go Lose It Baby’ uit de volle apartheidstijd en -strijd reikt de Europese kennis over de Zuid-Afikaanse trompettist Hugh Masekela nauwelijks, maar voor Daniel bleek deze onderschatte legende van vitaal belang, en dit zowel muzikaal als maatschappelijk. De pure funk met Zuid-Afrikaans aandoende gitaren wordt afgewisseld met een brugje waarin een dromerige bugel domineert. ‘Ewe Blue’ is een mooie afsluiter en liefdevolle ode aan de Ewe, een meer dan 6,5 miljoen tellende bevolkings- en talengroep die verspreid leeft over ruwweg de zuidelijke delen van Ghana, Togo en Benin.
Naast deze nieuwe tracks werden van de ep en de lp telkens twee nummers meegenomen naar deze cd, zij het in een andere versie in drie gevallen. Uit zijn debuutrelease komen het onveranderde ‘Afro Dream’, waarop een sobere maar efficiënte trompetsolo komt. De versie ‘E.I.A’ (‘Emergency In Africa’) is een liveopname opgenomen in de Brusselse Pianofabriek, net als ‘Afro Dream’ feestelijke afrobeat die van Fela Kuti had kunnen komen en die zelfs vandaag Charles-Ferdinand Nothomb kan doen heupwiegen. Trombonist Florent Duprez, net als alle andere namen hier voorlopig nog niet bij het grotere publiek bekend, grijpt hier de kans om in een solo te schitteren. Op ‘Vikpomé’ en ‘Tsomé’, twee remixen van de lp-versie, vervult Daniel Dzidzonu zowel de trompet- en trombone- als congapartijen. Ondanks dat deze vier tracks al eerder op een release stonden, passen ze in het geheel, zonder al te veel een variatie op hetzelfde thema te zijn.
‘Walls Of Wonder’, door de artiest ook vertaald tot het veel mooier klinkende ‘Le Mur Des Merveilles’, is een prinsheerlijk schijfje dat helaas wat over het hoofd is gezien hoewel het toch bij de topreleases van eigen bodem anno 2019 behoort.
© Olivier Verhelst