Brussels Jazz Orchestra with Camille Bertault – Gainsbourg
B
BJO
Onlangs stak tijdens het weerzien met een ex-klasgenoot en Gainsbourg-aficionado even de discussie de kop op wie de grootste was: het Franse enfant terrible dan wel onze Brel. Abstractie makend van Ferré of Brassens. En vanwaar dat taboe dat rust op het coveren van Brel?
Het zal BJO na zo’n 30 lentes worst wezen: na de release met arrangementen van Grand Jacques brengen ze nu ook hommage aan Serge. Op zoek naar een geschikte stem belandde Frank Vaganée niet bij Jo Lemaire, maar wel bij de hier tot voor kort nog onbekende Franse zangeres Camille Bertault. Een opmerkelijke en verrassende keuze, maar volkomen begrijpelijk eens het resultaat weerklinkt. Overtuigend. Zowel Bertault als het ongeveer zeven jaar jongere ensemble lijken zonder elkaar te kunnen voor deze prestatie. Hoe je het ook draait of keert, ‘Gainsbourg’ klinkt soepeler dan ‘Brel’, maar dat ligt ook aan de originele artiesten. Gainsbourg liet zich in tegenstelling tot Brel al te graag beïnvloeden door de Amerikaanse cultuur. Voor de vinylhipsters kwam er zelfs een compilatie-lp van enkele jazzachtige nummers op de markt.
Brussels Jazz Orchestra beperkte zich tot de eerste 15 jaren van Gainsbourg en durfde het zelfs om het meest voor de hand liggende nummer, ‘Black Trombone’ te weren. Ook naar ‘Comic Strip’, ‘New York, U.S.A.’ en ‘Initials B.B.’ is het vergeefs zoeken. En wat zou ‘Chez Les Ye-Ye’ hebben opgeleverd?
Wat rest is echter van dermate hoge kwaliteit dat wie niet op de tracklist let deze leegtes makkelijk vergeet. Het is van niet weten waar beginnen met de heerlijke arrangementen die de nummers ver- maar absoluut niet aanlengen. ‘Le Poinçonneur Des Lilas’, Gainsbourgs doorbraak in 1958, behoudt dezelfde drive zonder het nerveuze ritme dat het origineel domineert. De tenorsaxsolo van Kurt Van Herck moeten we niet inkaderen maar veel herbeluisteren. ‘L’Eau À La Bouche’ en ‘Elisa’ zijn verrassende keuzes, maar één luisterbeurt verantwoordt deze volkomen. Opener ‘Couleur Café’ valt meteen met de deur in huis, met enkele antwoorden op de zanglijnen door de trombonesectie en niet te vergeten de solo van Dieter Limbourg op sopraansax.
Wiens kennis van het Gainsbourgrepertoire beperkt is tot de dubbel-verzamelaar van kort voor zijn overlijden, wordt ook nog beloond met een drietal onbekende pareltjes. ‘Les Cigarillos’ bevat tussen het blazersgeweld een relaxerende promenade van Hendrik Braeckman op gitaar. ‘En Relisant Ta Lettre’ brengt rust met de gedempte trompetjes, waar Bart Defoorts tenorsax zich bijna onopvallend tussen wurmt en overneemt. Het lijkt zondagochtend in het stadspark in ‘Les Goémons’, door Nathalie Loriers gearrangeerd en van pianosolo voorzien.
‘Gainsbourg’ schreeuwt tevens om een ‘Gainsbourg 2’, met zelfs een handvol nummers uit zijn latere periode. Maar misschien is het zaak om, nu het nog kan, eerst de studio in te duiken met een nog levende legende en zijn werk. Zoals Adamo en, als het overzees mag, Stevie Wonder.
© Olivier Verhelst