Bernard Lubat/Gérard Assayag/Marc Chemillier – Artisticiel
B
Phonofaune
De schizofrenie van A.I. en improvisatie
Welkom in de wondere wereld van improvisatie en Artificial Intelligence. Sciencefiction of de toekomst? In negen stukken en een lijvig boekwerk van honderdvijfenzestig pagina’s verstrekken pianist Bernard Lubat en computerwizards Gérard Assayag en Marc Chemillier hun antwoord.
‘Cyber-Improvisations’ luidt de ondertitel. Het gaat hier dan ook om een improvisatiewerk van stem en piano enerzijds (Bernard Lubat) en softwaregoochelaars anderzijds (Gérard Assayag, Marc Chemillier). Deze laatsten gaan aan de slag met programma’s die luisteren naar de naam OMax, SoMax en Djazz. Klinkt heel wetenschappelijk en dat is het ook. Vandaar de bijgeleverde essays van de drie “muzikanten” aangevuld met een uiteenzetting van niemand minder dan George Lewis, een pionier op het gebied. Ze hebben het over de sociale, culturele en filosofische impact van deze muzikale samenwerking tussen mens en machine.
Hierbij een aantal voorbeelden van thema’s die ze aanhalen. Computers kunnen op exacte wijze een muzikant kopiëren maar hebben geen eigen sound waardoor ze onderling niet te onderscheiden zijn. Kan een machine instant reageren op medespelers (computer of mens)? Hoe zit het met de mathematica van ritme, dans en trance en wat met het seksuele aspect van swing en groove? Ook het vraagstuk betreffende auteursrechten van opgenomen improvisatiestukken komt aan bod (het principe van opgenomen is vastgelegd). En hoe zit het indien je improviseert met een computer die reageert op de input van een muzikant? Deze improviseert dan tegen zichzelf wat uiteindelijk tot een schizofrene situatie leidt. Is ‘Artisticiel’ dan eigenlijk een soloplaat uitgevoerd in trio? Zoveel vragen en stellingen met al evenveel mogelijke antwoorden en divergenties.
Wat valt hier dan te horen? Hoofdzakelijk hyperkinetische piano-uitbarstingen gespeeld door Lubat en de replieken van de twee andere groepsleden. Hun inbreng lijkt op het eerste gehoor heel beperkt maar vergis je niet. Ze moduleren en muteren Lubat’s improvisaties op dergelijke manier dat het onderscheid tussen akoestische piano en elektronische creaties haast niet meer te onderscheiden is. Een schaakspel dat zich afspeelt tegen een duizelingwekkende snelheid.
Een paar keer out Lubat zich ook nog eens als een vocaal klankengoochelaar en vuurt hij nogal heftig een aantal zinsneden af in een eigen taaltje. Zijn pianospel is aangepast en gaat nog erger dan in de overige passages bijna uit de bocht. Alsof hij met zijn instrument en al over het podium heen en weer rent. Om nog maar eens te benadrukken dat dit echt geen gewoon pianoconcert is met wat effecten. Eerder een circus van Jeroen Bosch of ook wel muziek in het drijfzand van de toekomst.
Met de medewerking van heel wat gerenommeerde (overheids)instanties (l’IRCAM, Sorbonne,….). Het boek is tweetalig (Frans, Engels) en bevat tevens een uitgebreide bibliografie. Een absolute aanrader voor wie actief is in dit domein of de minste interesse toont voor de toekomstmogelijkheden van deze combinatie.
© Georges Tonla Briquet