Arild Andersen – Landloper
A
ECM
De Noorse bassist Arild Andersen zoekt meestal het gezelschap van anderen op wanneer hij een nieuwe opname maakt. In het verleden gebeurde dat met onder meer Bill Frisell, Ralph Towner, John Taylor, Nils Petter Molvaer of zelfs het Scottish National Jazz Orchestra. Dit is zijn eerste solo-cd op contrabas, verrijkt met schaarse aanvullingen en inkleuringen aan de hand van electronics.
In de openingstrack, de enige die hij thuis inblikte, creëert Andersen meteen een soundscape waarin natuur, sciencefiction en onderhuidse horror samenvloeien tot een poëtisch geheel. Een magische introductie.
Al wat volgt is de weerspiegeling van een optreden op 18 juni 2020 in de Victoria National Jazzscene van Oslo. Niet dat hij hier opeens wild tekeergaat. De breekbare sfeer blijft behouden zoals in ‘Dreamhorse’ dat steunt op een vederlichte melodie en een zacht golvend ritmepatroon de titel waardig.
Aan de hand van het drieluik ‘Ghosts’ (Albert Ayler!)/Old Stev’ (een traditional)/Landloper (Andersen)) neemt hij de luisteraar mee naar desolate landschappen van het hoge noorden zoals ook Daniel Herskedal dat doet. Even wordt het spannend en net iets assertiever maar met de standard ‘A Nightingale Sang In Berkeley Square’ en zijn eigen ‘Mira’ kiest hij wederom voor een impressionistische aanpak.
Verrassende keuzes zijn dan weer ‘Lonely Woman’ (Ornette Coleman) en ‘Song For Che’ (Charlie Haden) die Andersen naadloos aan elkaar rijgt en in eenzelfde serene cocon hult, met slechts enkele aangepaste vibraties.
© Georges Tonla Briquet
Arild Andersen: contrabas, electronics