Sébastien Llinares

De klassieke gitaar als vector in de context van het hedendaags muziekgebeuren met dank aan Jimi Hendrix...





“Ik probeer de geschiedenis van de klassieke gitaar te vertellen met mijn muziek
maar nooit op een manier van “art for art’s sake” of via vrijblijvende crossover”




Na wat omzwervingen via pop en rock en een eerste liefde voor drums schakelde Sébastien Llinares over op klassieke gitaar en ontdekte hij de werelden van de jazz en oude muziek. Op zijn recent album ‘Fleeting Castles’ gunt hij ons een kijk in zijn parcours. Solo op akoestische gitaar linkt hij gracieus Jimi Hendrix aan Heitor Villa-Lobos en Baden Powell aan Leonard Cohen.

Een gesprek met een polyvalent muzikant die tevens producer is bij Radio France voor een programma over gitaren.


Koos u uiteindelijk zelf voor de gitaar of heeft het instrument u gekozen?

Aanvankelijk wilde ik drummer en percussionist worden maar om praktische redenen schreef mijn moeder mij in voor een cursus klassieke gitaar. Ik was snel verkocht en keek sindsdien niet meer achterom.

Hebt u intussen een voorkeur voor een welbepaald model of bezit u een hele collectie?

Natuurlijk heb ik verschillende exemplaren maar zeker niet zoveel als bepaalde vrienden die echt verzamelaar zijn (lacht). Ik selecteer naargelang het repertoire. Toen ik oude muziek ging bestuderen, koos ik voor een model dat het dichtst de klank uit die tijd benaderde. Nadien volgde nog een reeks andere exemplaren naargelang de gelegenheid en de noodzaak.




Producer

Op welke manier luistert u naar muziek: cd, vinyl of digitaal? Ik stel de vraag omdat u tevens radioproducer bent en de klankkwaliteit dan toch belangrijk is...

Ik heb een beperkte collectie vinylplaten. Cd’s krijg ik meer dan regelmatig toegestuurd gezien mijn functie bij de radio. Daarnaast beluister ik sowieso ook langs digitale weg, gewoon om handige redenen. Eigenlijk begon ik mijn muziekcarrière in een platenwinkel gespecialiseerd in het label Harmonia Mundi. Hierdoor hechtte ik niet alleen veel belang aan de klankkwaliteit maar tevens aan bijgevoegde hoesteksten en de hele lay-out van een album. Ik behoor nu eenmaal nog tot die generatie.

Welke is uw inbreng als producer voor het programma ‘Guitares, Guitares’ bij Radio France?

Elke uitzending stel zelf ik samen net zoals de playlist van een concert. Dat kan volgens een bepaald thema zijn of rond een specifiek artiest. Soms staat een aantal nieuwigheden centraal. Ik heb echt volledig carte blanche. Voor mijn programma opgestart werd, kwam gitaarmuziek bijna niet aan bod bij Radio France. We zitten aan het zevende seizoen en ik krijg enorm veel positieve reacties van luisteraars die het klassieke gitaarrepertoire nu pas ontdekken. En aangezien ook stijlen als onder meer jazz en flamenco aan bod komen, is het spectrum kolossaal.





Fleeting Castles

Hebt u bepaalde versies herbeluisterd van de nummers die op uw album staan?

Neen (radicaal). Er waren wel een aantal uitvoeringen die ik door en door kende als gitarist. Sommige speel ik al jaren maar telkens op een andere manier. Daarnaast zijn er enkele die ik graag live zou uitvoeren en om die reden opnam voor ‘Fleeting Castles’. Weer andere breng ik al eens in een combinatie van Spaanse gitaar en manouche gitaar samen met een cello. Hiervoor schreef ik nieuwe arrangementen met de nodige ruimte voor improvisatie.

Vanwaar de titel ‘Fleeting Castles’?

Dit hele project begon met Jimi Hendrix zijn ‘Castles Made Of Sand’ dat ik uitvoerde voor een uitzending. Het tijdige van de titel is in honderden composities terug te vinden. Muziek evolueert continu, dat is nog een referentie. Het is tevens een verwijzing naar partituren waarin ik mij veilig kan verbergen zoals in een kasteel.

Het vergt de nodige durf om een gitaarplaat te beginnen met een nummer van Jimi Hendrix...

(lacht) Zoals daarnet gezegd bracht ‘Castles Made Of Sand’ dit avontuur op gang. Kleine kanttekening is dat Jimi Hendrix bij de intro een parallelle vingerzetting gebruikt en over de snaren schuift waarbij er een in het midden niet beweegt. Het is een stijlaspect dat bij Heitor Villa-Lobos dikwijls voorkomt in zijn werken voor klassieke gitaar. Vervolgens bedacht ik hoe deze componist zou geïmproviseerd hebben op dit stuk van Hendrix. Mijn manier dus om beide artiesten aan elkaar te linken.

Na achtenvijftig seconden klinkt het of je ‘Hey Joe’ gaat inzetten...

Inderdaad (lacht). Een trucje dat ik graag gebruik. Nog zo een voorbeeld is te horen in ‘Django’ waarin overeenkomstige details verborgen zitten. Je hebt dus goed geluisterd.




Hollywood

U bent duidelijk fan van musicals aangezien niet minder dan drie passages uit zulke soundtracks komen, ‘Some Other Time’ (‘On The Town), ‘Embraceable You’ (‘Girl Crazy’) en ‘Have You Met Miss Jones’ (‘Gentlemen Marry Brunetttes’)...

Ik hou van de oude Hollywood sfeer en van onder meer Fred Astaire, Leonard Bernstein en Stephen Sondheim. Kortom, alles wat met grootse enscenering te maken heeft. Dat theatrale en verhalende aspect boeit mij enorm.

In de context van dit album mocht Baden Powell natuurlijk niet ontbreken...

Klopt (lacht). Baden Powell was een vernieuwer, misschien niet zozeer als componist maar vooral als gitarist. Nochtans speel ik zijn werk niet dikwijls. Af en toe gebeurt dat gekoppeld aan iets van Heitor Villa-Lobos. Van deze laatste koos ik ‘Mazurka-Chôro’, precies omdat ik dit tijdens soloconcerten al eens combineer met Powell’s ‘Valsa Sem Nome’.

In uw eigen trilogie ‘Impromptu/Bagatelle1/Bagatelle2’ klinkt het of u alles samenvat met zelfs verwijzingen naar een van uw vorige opnamen, ‘Erik Satie: Works For Guitar’...

Dank u wel. Dat was precies de bedoeling. ‘Impromptu’ schreef ik inderdaad nadat de arrangementen van het album klaar waren en ik nog een soort resumé wilde brengen. En ‘Bagatelle’ is precies de link naar Erik Satie.

Af en toe duiken subtiele verwijzingen op naar flamenco maar u vermijdt daarbij meesterlijk elk cliché...

Pastiche interesseert mij niet. Ik speel zelf flamencogitaar en treed regelmatig op met Karine Gonzalez, een van de grote flamencodanseressen. Daarbij probeer ik voor de hand liggende namen niet te imiteren maar breng die muziek op mijn manier. Het is eerder een benaderen van de juiste sfeer.

In ‘Django’ van John Lewis dagen dan weer parallellen op met de percussieve stijl van Richie Havens...

Interessante opmerking. Hier baseerde ik mij eigenlijk op een live versie van Charlie Byrd met een trio, een archiefopname die ik terugvond bij Radio France.

En dan is er de instrumentale versie van Rufus Wainwright zijn ‘Vibrate’...

Het was mijn intentie dezelfde stemming op te roepen door een verhalende stijl te gebruiken. Ik ben grote fan van Rufus Wainwright zijn authenticiteit, eclecticisme en oprechtheid. Hij houdt eveneens van het epische en dat theatrale, zeker in zijn opera’s en in ‘Dream Requiem’.

In ‘Habanera’ van Ernesto Halffter zit eveneens die tristesse gebaseerd op een meer ritmische onderbouw...

Ik ben gepassioneerd door ritmen maar begon pas laat met klassieke gitaar. Eerst was er rock en pop, dan jazz en via diverse ontmoetingen belandde ik bij de Spaanse gitaar en het oude klassieke repertoire. Naast het ritme ben ik vooral geïntrigeerd door het tempo en de dualiteit tussen beide.



Als afsluiter koos u Leonard Cohen zijn standard ‘Hallelujah’.

Een “grand slam” hit die je in honderden versies hoort op de meest gekke plaatsen en toch blijft het overeind. Mijn intro neigt naar barok ontleend bij de canario, een oude dans. Nadien schakel ik over naar de oorspronkelijke interpretatie.

‘Fleeting Castles’ verscheen op een klassiek label, Alpha Classics. Was dat belangrijk voor u?

Klassiek was niet belangrijk, wel Alpha want daar voel ik mij thuis. Mijn volgende plaat wordt waarschijnlijk iets zuiver klassiek rond Scarlatti. Plannen zijn er genoeg. Ik probeer de geschiedenis van de klassieke gitaar te vertellen met mijn muziek maar nooit op een manier van “art for art’s sake” of via vrijblijvende crossover. Het is een weerspiegeling van de brug tussen mijn eigen muziekbeleving en de plaats van de klassieke gitaar nu.

Tekst © Georges Tonla Briquet  -  foto's © Jean-Baptiste Millot
Een samenwerking Jazz'halo / JazzMania
Lisez la texte JazzMania ICI

 

Alpha Classics

https://sebastienllinares.wordpress.com/
https://www.radiofrance.fr/francemusique/podcasts/guitare-guitares



In case you LIKE us, please click here:




Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications





Hotel-Brasserie
Markt 2 -
8820 TORHOUT

 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst