"Le Temps Virtuose", een raadselachtige titel, een al even raadselachtige hoes en een opwindend, bedwelmend, poëtisch album met verbazingwekkende klanken. Zoveel redenen om er met Sophie Alour over te praten.
Je begon klarinet te spelen, maar je stapte over op de saxofoon, waarom?
Meer bepaald op de tenorsaxofoon, want voor mij had de altsaxofoon geen aantrekkingskracht. Ik denk dat dat komt omdat ik nooit over het luisteren naar John Coltrane heen ben gekomen: hij was het uitgangspunt voor dit instrument. Ik luisterde al vroeg naar jazz dankzij een lokale figuur in Bretagne, Philippe Briand, een zeer verlichte amateurmuzikant die speelde met Johnny Griffin, Chet Baker...
In die tijd kon je Amerikaanse muzikanten twee maanden lang in bars laten spelen. Iets wat in Bretagne helaas niet meer gebeurt. Omdat deze meneer in dit Amerikaanse jazzcircuit werd aanvaard, had hij deze muziek in zich opgenomen en doorgegeven aan mijn familie. Wij drieën werden jazzmuzikanten! Omdat hij ook een gepassioneerd leraar is, nam hij ons onder zijn hoede, net zoals hij zich daarna over veel jongeren ontfermde. Dankzij hem ontdekten we de jazzmuziek en op mijn 13de luisterde ik naar jazz toen mijn schoolvrienden naar The Cure luisterden. De muzikant die toen de meeste indruk op me maakte was John Coltrane, vooral uit de Miles Davis "Kind of Blue" periode.
Net als enkele grote namen in de jazz (Charles Lloyd, Roland Kirk, Yusef Lateef, Sam Rivers... ) combineer je de tenorsax met dwarsfluit, wat niet gebruikelijk is. Zijn dit muzikanten naar wie je ook hebt geluisterd?
Er is ook Joe Henderson. Ja, en veel Charles Lloyd, de anderen eerder incidenteel... en Yusef Lateef natuurlijk, vooral op de fluit. Ik speel heel graag fluit, maar de saxofoon blijft mijn favoriete instrument, mijn favoriete expressie. Het is zeldzaam om iemand als Yusef Lateef te vinden die zich op beide instrumenten op dezelfde manier kan uitdrukken, of in ieder geval een vergelijkbaar niveau van expressiviteit heeft.
© D.R.
Het zijn ook muzikanten die veel contact hebben gehad met muziek uit andere delen van de wereld, en dat is ook het geval op dit album, waar nogal wat invloeden te horen zijn…
Het begon allemaal met de twee vorige albums. Het idee was om mijn inspiratie te vernieuwen door in contact te komen met andere muziek dan jazz... Ik denk dat het jazzkwartet (piano, bas en drums) me een beetje bang maakte, omdat het al zoveel gehoord werd, dus ik wilde op een zijspoor verdergaan, om andere manieren van inspiratie te vinden. En ik denk dat op mijn laatste album veel inspiratiebronnen door elkaar heen lopen, rock, Malinese muziek en zelfs barokmuziek.
Aanvankelijk was het een trio zonder drums, dus bracht ik wat muziek in voor deze cello/saxofoon/gitaarformatie, die al bijzonder is. Maar ik denk dat de manier waarop ze improviseerden en verwezen naar andere muziek de manier waarop ze schreven beïnvloedde. Daarna hebben we veel aan de drums gewerkt en Anne speelde het spel echt mee: het is zeldzaam om iemand te zien die van een beperking houdt. De drums maken het geluid van het orkest, en omdat er niet echt een partituur is, moet je met de drummer praten, of de drumster in dit geval; en ik was echt verrukt over hoe makkelijk en leuk het voor haar was om met de beperkingen om te gaan: ik zei tegen haar, hier wil ik alleen de brushes horen, daar de donder, de roffels... En Anne volgde deze richtlijnen met veel plezier. Het was heel leuk en we hebben samen de kleuren van het album gemaakt.
De hoes heeft een dystopisch tintje, wat volgens mij niet zo goed bij de muziek past: kun je deze keuze nader verklaren?
Er zit een zekere ernst in de muziek. Er zit een heel verhaal achter die coverfoto. Ik had de titel en het beeld voordat ik de muziek componeerde. Wat zelden gebeurt. Ik had een foto in gedachten die een vriend had genomen van een piano in zijn tuin, bedekt met mos; ik vond het passend, maar helaas vertelde mijn vriend me dat de piano niet meer bestond, dat hij volledig was verwoest door het vocht.
Ik ging op zoek naar een foto die het verhaal van het verstrijken van de tijd zou vertellen. Ik vond dit beeld en ging op zoek naar de auteur: ze is een Amerikaanse uit Detroit die heel poëtische foto's maakt van de stad die in verval is geraakt, van plaatsen die in ons land verboden terrein zouden zijn voor het publiek, maar die daar toegankelijk blijven. Dit beeld deed me nadenken over de kwetsbaarheid van het menselijk bestaan. Dat is wat ik me persoonlijk herinnerde van de pandemie en wat ik wilde overbrengen met dit licht dystopisch beeld.
Het stelde me ook in staat om te praten over de virtuositeit van de tijd die kunstenaars vormt en maakt tot wat ze zijn.
Je had het net over de Covid-periode, en het eerste nummer, "Des lendemains qui chantent", doet daar een beetje aan denken: we komen eruit en we gaan eindelijk ademen?
Dat klopt. Er zit een zekere ernst in sommige nummers, "Le Temps Cannibale" bijvoorbeeld. “Des lendemains qui chantent" zou je kunnen zien als iets wat een beetje ontgoocheling meebrengt: ‘gaan de ochtenden weer zingen?’
En je eindigt het stuk met een fade out... een gelukkige morgen... maar tot wanneer?
Dat was niet bewust, maar je hebt gelijk, er zit zo’n gevoel in dit stuk…
"Musique pour Messieurs" is helemaal anders: het is een knaller met de elektrische gitaar en de stevig drumwerk... En dan is er het zachte "Musique pour Dames"... Het is een beetje spottend, nietwaar?
Ik zou het eerder ondeugend noemen. Ik had ook titels kunnen omwisselen. In tijden van deconstructie leek het me grappig om het ene stuk "muziek voor heren" en het andere "muziek voor dames" te noemen, heel genderspecifieke titels die op dit moment een beetje tegen de stroom ingaan. Het is een manier om iedereen op de vingers te tikken, de voorstanders van een bepaalde traditie van rolverdeling en het tegenovergestelde, omdat er aan beide kanten een beetje spot kan zijn.
Dit zijn ook twee stukken die de omvang van Pierre Perchauds taal laten horen...
Hij heeft een geweldig palet en het is heel fijn om hem als partner te hebben.
Hetzelfde geldt voor de cello, waarvan het geluid varieert van een klassiek instrument tot dat van de oud of kora. "Roulotte" is een beetje western en doet denken aan Clint Eastwood die in de woestijn aankomt…
Ja, ik denk ook aan Wim Wenders en "Paris Texas". Dit is het beeld dat mij bij deze geluiden voor ogen komt.
Wordt je geïnspireerd door de cinema ?
Deze vraag wordt me vaak gesteld! Ja, cinema inspireert me.
Er zijn allerlei invloeden op het album: het Midden-Oosten, Afrika en zelfs een vleugje Bretoense folk op 'Vent Debout'…
Ja, ik zou zelfs Iers zeggen. Ik wilde elke track zijn eigen unieke kleur geven. In de manier waarop we het benaderden, in de orkestratie, met name van de drums, of in de verschillende soorten gitaargeluid, maakten we vooraf keuzes. Anne heeft bijvoorbeeld een heel speciaal drumstel gemaakt voor deze plaat. Elk nummer werd opgevat als een kleine scène, een beetje zoals in een film.
"Ici et Maintenant" gaat over Afrika, met percussie die bij het thema past...
Volledig. We gaan in de richting van een zuivere vorm van effecten die ik aantrekkelijk vind en een geluid dat tot een minimum is teruggebracht zodat iedereen gehoord kan worden. Aanvankelijk wilde ik geen drummer maar een percussionist. We hebben het geprobeerd, maar na een tijdje besloot ik dat het beter was om iemand te hebben die dezelfde taal sprak als wij, namelijk jazz, en te vragen flexibel te zijn met het instrument, in plaats van een percussionist aan te nemen. Wat ik zocht waren muzikanten die niet alleen goede instrumentalisten waren, maar die een bredere visie hadden dan alleen hun instrument. En ik denk dat dit het geval is: het zijn in de eerste plaats muzikanten.
Anne Paceo is veel meer een colorist dan een aangever van ritmes...
Precies. Het is niet zo gemakkelijk voor een drummer om een minimalist te zijn. Er is altijd de verleiding om te pronken met zijn techniek. Maar Anne had de flexibiliteit en generositeit om zichzelf in dienst te stellen van de muziek die ik componeerde. En als ik haar bijvoorbeeld opdroeg om alleen bekkens te spelen, vond ze het heerlijk om met die beperking muziek te maken. Het toont ook een soort nederigheid, ik kwam mensen tegen die niet zo geobsedeerd waren door techniek.
Het laatste thema is een trio, zonder drums. De muziek heeft een meer klassieke connotatie...
Ik wilde het zo sober mogelijk houden, zodat je het timbre van elk individu kon horen, met vooral veel aandacht voor de cello in dit stuk. En dan die kleine verwijzing naar barokmuziek die uit het niets in het stuk kwam was een cadeau dat ik besloot te behouden. Het was een uitdaging voor me om al deze invloeden samen te brengen en toch een zekere samenhang te behouden. Maar ze zijn een weerspiegeling van waar ik naar luister. En het zegt iets over de virtuositeit van de tijd: in 2022 kun je nog steeds een stuk schrijven met barokinvloeden!
Over tijd gesproken: is dit een project dat je ziet blijven bestaan?
Goede vraag! Het is een beetje mijn specialiteit om elke keer te veranderen. Maar het kwam in me op om met hen door te gaan omdat we een zeker evenwicht hebben bereikt. Als het me lukt om geïnspireerd te raken en nog steeds muziek voor ze te kunnen schrijven, dan ga ik door…
Interview © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling : Jos Demol) - foto’s © Jean-Baptiste Millot
Een samenwerking JazzMania / Jazz’halo
Lees de recensie HIER
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst