Kris Defoort: interview n.a.v. de releasetournee voor de nieuwe cd ‘Diving Poet Society’

‘De casting in dit project is van zeer groot belang.’


© Annie Boedt


Locatie en tijdstip van het vraaggesprek: Vrijstaat O. (Oostende) en onmiddellijk na de soundcheck. Dat inspireert Kris Defoort om nog voor ik de eerste vraag uit mijn lijstje heb kunnen plukken, spontaan de voordelen op te sommen van werken met een eigen sound engineer. En in dezelfde beweging de lof te zingen van die klankman, Vincent De Bast, ook verantwoordelijk voor de mix en mastering van het nieuwe album. In de loop van het interview zal nog meermaals blijken: in het muzikaal woordenboek van componist en pianist Defoort staan klank en klankkleur bovenaan de eerste bladzijde.

‘Diving Poet Society’ zag ik voor het eerst uitgevoerd op de W.E.R.F.-Labelnight in 2016. Heb je sindsdien nog veel gesleuteld?

Kris Defoort: ‘Even de voorgeschiedenis vervolledigen: dit project is eerder dat jaar ontstaan i.s.m. Budapest Music Centre toen ik daar gevraagd was voor een residentie. Bij aankomst had ik een aantal nieuwe stukken bij, alsook enige oudere. We hebben in Hongarije uiteindelijk 3 concerten gespeeld, tijdens dewelke dit project een eerste evolutie heeft doorgemaakt. Vervolgens zijn we in Osnabrück de studio ingedoken voor opnames, wat opnieuw een stap vooruit betekende. Daarna pas kwam het optreden in Concertgebouw Brugge tijdens de Labelnight. Toen al voelden we onmiddellijk dat het kwaliteitsniveau van dit project hoog lag. Sindsdien echter hebben we niet meer samen deze stukken uitgevoerd. Om concreet op jouw vraag te antwoorden: wij spelen nu gedurende 4 dagen datzelfde repertoire, het wordt rijper en rijper en we doen nog steeds en voortdurend nieuwe ontdekkingen. We willen iedere avond iets nieuws ontdekken, anders zijn we niet tevreden.’

Hoe is in dit repertoire de verhouding gecomponeerde stukken/improvisatie/ instant orchestration?

Kris Defoort: ‘Van alles wat ik tot op heden heb gecomponeerd, is dit zonder twijfel het meest gecontroleerd en precies in schriftuur, ook qua toonhoogte bijvoorbeeld. Door met een zangeres te werken is zeer veel in functie van haar geschreven. Eigenlijk zijn die zangpartijen bijna hedendaags klassiek, er is duidelijk een link met de opera’s die ik eerder componeerde. De kleuren liggen heel erg vast. De verhouding uitgeschreven composities/improvisaties zou ik uitdrukken als 60/40 of zelfs 50/50. In een groep zoek ik steeds naar een collectief gegeven en het unieke aan deze groep is de groepsklank. Rond die groepsklank improviseren we, in functie van die klank. Wat de tekstgedeelten betreft: ook daar heb ik soms heel strikt gecomponeerd wat en hoe te zingen; elders dan weer mag Veronika Harcsa declameren, op de manier die zij verkiest. Voor dat onderdeel heb ik sterk kunnen leunen op mijn ervaring met Josse De Pauw in ‘An Old Monk’.’


© Annie Boedt


Wie heeft de gebruikte gedichten gekozen: Peter Verhelst zelf of jij?

Kris Defoort: ’Ikzelf heb de teksten geselecteerd. Dat is organisch gegroeid: ik had van Peter al een aantal werken gelezen en er zijn er bij waar ik niet doorheen ben geraakt. Maar toen las ik ‘Geschiedenis van een berg’ - een rechtlijnig, fantastisch boek over het ontstaan van de mens, waarvan je na lectuur niet weet of nu een mens aan het woord was, dan wel nog een dier - en dat heeft de doorslag gegeven. Een belangrijk criterium bij mijn keuze van de gedichten voor deze cd was dat ze in het Engels moesten zijn. Van Peter zijn er 23 gedichten in het Engels vertaald en daar heb ik er twee uit geselecteerd. Omdat bleek dat bij het zingen ervan die teksten soms moeilijker lagen, heb ik de auteur gevraagd hier en daar een kleine wijziging te mogen aanbrengen en Peter heeft mij carte blanche gegeven: onze samenwerking was heel open.
Na afloop van het concert in Gent, gisteren, toonde Peter zich trouwens zeer in de wolken: hij gaf als commentaar dat die teksten door de muziek veel verhalender zijn geworden.’


© Annie Boedt


Wat ons naadloos brengt bij zangeres Veronika Harcsa: hoe ben je met haar in contact gekomen?

Kris Defoort: ’Heel eenvoudig: Veronika zat bij mij in de vrije improvisatieklas. Van het ogenblik dat ik haar hoorde zingen, kreeg ik net dezelfde coup de foudre als indertijd bij Lander Gyselinck. Tijdens de allereerste les moeten de leerlingen iets solo brengen en meteen toen Veronika haar mond opendeed, was ik “verkocht”. Je voelde dat potentieel onmiddellijk, de trigger was haar klank en groove. Uiteindelijk heeft zij twee jaar les bij mij gevolgd. Trouwens is ook zij het die mij met mijn trio heeft uitgenodigd naar Hongarije.
Veronika, wil ik qua achtergrond kort schetsen, had 10 jaar geleden in haar land een hit als popzangeres en zat dus in die specifieke niche. Ze wou daar echter uit, wilde zelfs drastisch een andere richting inslaan en zo is zij in Brussel en in mijn klas beland. Overigens wil ik benadrukken dat de muzikale opvoeding in Hongarije van een zeer hoog niveau is; dat heeft niet in het minst te maken met het feit dat dit land een aantal zeer grote componisten heeft voortgebracht, zoals Béla Bartók, György Ligeti, …’

En waarom haalde je er als saxofonist specifiek Guillaume Orti bij?

Kris Defoort: ‘Door mijn keuze voor Veronika als zangeres ben ik automatisch bij Guillaume Orti terechtgekomen, dat was voor mij een evidentie. De casting in dit project, wil ik beklemtonen, is van uitermate groot belang!’


© Annie Boedt


Je had het daarnet al over kleuren. In de hoesnota’s leest men bij iedere muzikant een kleurvermelding, wat mij deed denken aan ‘Voyelles’, waarin Rimbaud elke klinker associeert met een kleur…

Kris Defoort: ‘Nog voor we één noot samen hadden gespeeld, heb ik aan elke muzikant zijn/haar favoriete kleur gevraagd. Eigenlijk was dat ludiek bedoeld, maar die kleurenassociaties hebben meteen al iets tussen de muzikanten gecreëerd en hebben tevens muzikale ideeën doen ontspruiten. Als wij praten over muziek, gaat het sowieso vaak over kleur. En zelf hoor ik als commentaar vaak dat er iets heel verhalend en dramatisch en beeldend in mijn muziek zit. ‘Diving Poet Society’ is heel verscheiden geworden en er zit veel variatie in, maar toch is er een eenheid in klank en dat komt door de kleur. En zo heb ik voor iets wat oorspronkelijk als grap was bedoeld, nu toch een heel ernstige verklaring gegeven (lacht).’

Je “herneemt” op de nieuwe cd 2 oudere stukken, ‘Diepblauwe Sehnsucht’ en ‘New Sound Plaza’: wegens persoonlijke favorieten van je, of omdat je vond dat die composities niet af waren en je nog iets wou toevoegen?

Kris Defoort: ‘Een combinatie van beide. ‘New Sound Plaza’ bijvoorbeeld had ik specifiek voor Mark Turner, Nicolas Thys en Jim Black geschreven, maar heb ik naar mijn mening eigenlijk nooit deftig op plaat kunnen zetten. De gemaakte opname (W.E.R.F. 102, PG) heeft zijn charme, maar moest worden bijgeschaafd en gecondenseerd, vond ik. Die oudere stukken heb ik – weerom – gekozen in functie van de groep. Ik heb erg graag variatie en sta in nauw contact met de jongere generatie. Die werkt veel meer conceptueel. Maar kijkt ook erg naar de minutage, is mijn vaststelling: qua duur is men soms niet echt genereus, levert cd’s af van slechts 30 minuten... Dat valt ook wel te verklaren: jonge muzikanten hebben het harder dan vroeger om financieel te overleven, moeten direct hun niche vinden en monteren daarom wat voor hen ècht zeer juist zit. Vroeger was er bij het op plaat zetten van stukken een grotere generositeit, met als resultaat dat er wel eens zwaktes in zaten, maar de weg naar het doel was zeer interessant. Brad Mehldau en Keith Jarrett, grote voorbeelden voor de jongere generatie, zijn daar illustraties van: Jarrett kan minutenlang zoekend zijn, zodat je je op de duur afvraagt waar het in godsnaam naartoe gaat, maar dan plots vindt hij “het” en wordt het fantastisch. Tegenwoordig zou men die hele zoektocht wegsnijden… Ikzelf opteer om voor alles open te blijven, qua mogelijkheden.’


© Annie Boedt


Twee composities op deze cd zijn opgedragen, resp. aan Pierre Van Dormael en Billie Holiday, maar ‘Diving Poet Society’ in zijn geheel aan Rik Bevernage.

Kris Defoort: ‘Elk woord van die tekst in de hoesnota’s klopt en is gemeend. (Met klem) Rik Bevernage is verantwoordelijk voor twee generaties jazzmuzikanten! Ik ben samen met hem opgegroeid; we hebben samen het W.E.R.F.-label opgericht want toen ik van New York terugkwam heeft hij mij de kans gegeven mijn opnames uit te brengen; en ook deze nieuwe cd is er weer dankzij hem. Ik heb altijd steun van Rik gehad, maar ik niet alleen: de hommage van tal van jazzmuzikanten n.a.v. zijn afscheid bij De Werf op 14 december 2016 was daar het levend bewijs van. Voor Rik was iedereen altijd gelijk en hij gaf steeds blijk van een enorme generositeit. Tegelijk was hij zeer eclectisch. Ik durf eerlijk te zeggen: zonder Rik Bevernage zou mijn carrière er niet hetzelfde hebben uitgezien!’


© Jacky Lepage


Om af te sluiten, want straks gaan jullie het podium op: hoe is deze releasetournee tot nu toe verlopen?

Kris Defoort: ‘Onze hele bende - muzikanten, sound engineer, management – is eigenlijk al een hele week “een beetje weg van de wereld”: er is geen enkele frictie en met de muziek die we voor ons liggen hebben doen we elke avond iets nieuws. Dit voelt dus nooit aan als “een job doen” en ik ben er absoluut van overtuigd dat het publiek dat ook zo ervaart.’


© Annie Boedt


Nawoord

Na het schitterend concert dat Kris Defoort, Nicolas Thys, Lander Gyselinck, Veronika Harcsa, Guillaume Orti daags voordien in De Handelsbeurs hadden gegeven, haalde de gig in Vrijstaat O., de laatste van deze releasetournee, moeiteloos opnieuw hetzelfde kwaliteitslabel. Terecht werd die prestatie met een staande ovatie bekroond!


© Annie Boedt


Tekst © Paul Godderis, 8 november 2017 -  foto's © Annie Boedt & Jacky Lepage




In case you LIKE us, please click here:



Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications





Hotel-Brasserie
Markt 2 -
8820 TORHOUT

 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst