Jon Irabagon, een saxofonist in het wilde westen van de jazz






Een release van de New Yorkse saxofonist Jon Irabagon blijft de nieuwsgierigheid prikkelen, zeker wanneer het gaat om zijn powerformatie I Don’t Hear Nothin’ But The Blues. Volume 3 kreeg de titel ‘Anatomical Snuffbox’.

Ondertussen is het trio uitgegroeid tot een kwartet. Naast Jon Irabagon zelf op tenorsaxofoon, zijn er nog steeds drummer Mike Pride en gitarist Mick Barr. Recente aanwinst is de vrouwelijke gitarist Ava Mendoza. Vier protagonisten die niet terugschrikken om improviserend het vuur aan de lont te steken maar daarbij nooit de (effect)pedalen verliezen.

We spreken af met Irabagon via WhatsApp midden de Amerikaanse lockdown (21 september). Op het scherm verschijnt een soort outlaw met wilde haardos, baardje en hangende snor.


Of dit wel degelijk Jon Irabagon is?

Ik doe mijn best om op een figuur uit het oeuvre van mijn favoriete schrijver Cormac McCarthy (No Country For Old Men, The Crossing, The Road) te gelijken. Nu ik de tijd heb, verslind ik al zijn boeken waarvan een aantal zich afspeelt in het wilde westen. Wat vier maanden lockdown al niet doen met een mens (lachend).

Nadat het einde maart duidelijk werd dat New York niet meer veilig was, ben ik met vrouw en kinderen voorlopig naar mijn schoonouders verhuisd in South Dakota. Ondertussen zitten we hier vijf maanden vlakbij de natuur. In de onmiddellijke omgeving ontdekte ik een canyon waar ik elke ochtend oefen in openlucht. Er zijn minder aangename plekken om te vertoeven. De lokroep van New York blijft en ik wil weer optreden en toeren maar dat zit er voorlopig niet in. Dus componeer ik volop, beoefen mijn instrument en lees veel zoals daarnet gezegd. Op een bepaalde manier is het een comfortabele en nuttige rustpauze maar natuurlijk hoop ik net als iedereen dat we terugkeren naar de situatie van voordien.




Van trio naar kwartet


Het duurde acht jaar eer er een vervolg kwam op ‘Appalachian Haze’.

In de eerste plaats was dat vooral een afstemmen van agenda’s. Mike die wegtrok uit New York, ook al was het niet ver, stelde ons voor een extra praktisch probleem. Al die jaren was ik ook druk bezig met andere eigen groepen en toerde ik enorm veel met onder meer Barry Altschul’s The 3dom Factor. In mijn achterhoofd bleef wel het idee van een Volume 3 voor I Don’t Hear Nothin’ But The Blues. Wat eveneens meetelde, was het feit dat ik zocht naar een verdere ontplooiing van mezelf als muzikant, mijn stijl wat veranderen zonder radicale omslag.

Bovendien wilde ik het trio op langere termijn uitbreiden tot een kwartet. Het moest wel op natuurlijke en organische wijze gebeuren. Vorig jaar kreeg ik een weekend carte blanche in The Stone, de club van John Zorn. De eerste avond vroeg ik Scott Robinson en Patricia Brennan. ’s Anderdaags dacht ik aanvankelijk solo te spelen maar besliste uiteindelijk I Don’t Hear Nothin’ But The Blues bij elkaar te trommelen.

Een hele tijd voordien had ik Ava Mendoza ontmoet en stonden we een aantal keer samen op het podium. Na enkele try-outs wist ik dat zij de geknipte persoon was om van een trio over te stappen naar een kwartet. Haar energie, haar manier van communiceren en haar creatieve output, het hele plaatje klopte.


I Don’t Hear Nothin’ But The Blues begon als duo, vervolgens werd het een trio en nu is het een kwartet. Binnenkort een bigband?

Drums, sax en een twaalftal gitaren, wie weet (lachend). Met dit kwartet zou ik echter wel willen toeren, wanneer normale tijden terugkomen. Ik hou echt van onze interactie en het juiste evenwicht tussen ons vier.




We zijn een echte democratie op het podium


‘Anatomical Snuffbox’ is live opgenomen tijdens het bewuste concert in The Stone. Werden er afspraken gemaakt voor jullie het podium betraden?

Mike en ik hebben van bij het begin een onderlinge verstandhouding ontwikkeld als duo. Voor Volume 2 gaf ik Mick, die er bijgekomen was, geen instructies. Hij mocht zijn ding doen. Idem bij dit concert. Ik duidde enkel ruwweg aan welke vorm ik in gedachten had maar elkeen kon dat interpreteren en uitwerken op zijn en haar manier. We zijn een echte democratie op het podium. Bij mijn andere groepen reik ik wel wat richtingen aan voor bepaalde secties maar ook daar blijft het allemaal beperkt tot een minimum. De enige die ik echt steeds voldoende parameters opleg, is mezelf.


Kwam er nadien geen editing aan te pas?

Helemaal niet. Wat je hoort, is wat er ook effectief plaatshad. Met Jamie Saft die de mixing deed en zijn “partner in crime” Christian Castagno die instond voor de mastering, had ik het gedroomde team. Zij weten perfect hoe dergelijke muziek moet klinken. Wie met een koptelefoon luistert, zal nog meer de details ontwaren. Vooral hoe de gitaren elkaar afwisselen en telkens verschuiven, wisten ze optimaal weer te geven.


Wat heb je met het westernthema dat steeds terugkomt bij de hoesillustraties?

Ik werk aan mijn eigen westernreeks (lachend). Het thema en vooral dat van een groep outlaws fascineerde mij al lang. Nu ik meer en meer vertrouwd ben met de werken van Cormac McCarthy, versterkt de interesse nog. De manier waarop hij figuren aan de rand van de maatschappij portretteert, is heel aangrijpend. Zijn donkere en rauwe realistische stijl past bovendien perfect in deze tijden.


De cd is opgedragen aan Willem Breuker.

Hij is een van mijn grote helden, altijd geweest. “How he blows his brains out. There is no holding back with him”. Dat is een attitude waar ik respect voor heb. Ik verzamel dan ook zoveel mogelijk Breuker-platen. Nog steeds ontdek ik materiaal dat ik niet kende. Dit was de ideale gelegenheid om mijn respect voor hem te tonen.


Sinds enkele jaren heb je een stevige Belgische connectie aangezien je deel uitmaakt van Teun Verbruggen zijn B.O.A.T..

Teun Verbruggen is een van mijn favoriete mensen. Hij is een sleutelfiguur in de Brusselse en zelfs Belgische scene. Die gast is onvermoeibaar. Tijdens de Europese tournees met B.O.A.T. leerde ik hem nog sterker appreciëren. Hij is een echte conceptualist en toch compleet open en democratisch naar anderen toe. Iedereen wordt op de juiste manier behandeld. Tijdens mijn jarenlange ervaringen heb ik het wel anders gezien. Teun is ook een heel inspirerend iemand. En dan de manier waarop hij Werkplaats Walter opbouwde! Alle Amerikanen die in België passeren, willen daar nu spelen. Ik heb nooit iemand gekend die zoveel kan en doet. Noem hem gerust de Belgische John Zorn.

Tekst © Georges Tonla Briquet  -  foto's © Bryan Murray

 

‘Anatomical Snuffbox’ van I Don’t Hear Nothing But The Blues verscheen op 10 november 2020
via Jon Irabagon zijn eigen label Irabbagast Records:

https://jonirabagon.bandcamp.com/album/i-dont-hear-nothin-but-the-blues-volume-3-anatomical-snuffbox

www.jonirabagon.com


In case you LIKE us, please click here:



Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications





Hotel-Brasserie
Markt 2 -
8820 TORHOUT

 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst