Jef Neve en Teus Nobel – ‘Esho Funi’

“Openheid, ruimte en de kwetsbaarheid van het menselijke”







Met het album ‘Esho Funi’ bekrachtigen Jef Neve (48 op 8 maart) en Teus Nobel (43) hun samenwerking als duo. 

De Nederlandse trompettist Teus Nobel was voor het eerst betrokken bij Neve’s ‘Spirit Control’ (2017) en ‘Mysterium’ (2020).  Ze gingen als duo eerst op pad rond ‘100 jaar Toots’ en vertrokken nadien op wereldtournee. In september 2024 legden ze hun duo-project vast zowel in Jefs Blue Keys Studio in Aalter als live in de concertzaal van Piano’s Maene in Ruiselede. En zo verscheen het eerste duo-album ‘Esho Funi’ op 14 februari en vanaf maart 2025 kondigen zich try-out concerten en een grootse tournee aan. Na het passen van beiden van het nieuwe maatpak voor de tournee ontvangen we het duo voor een verhelderend gesprek.


Hoe hebben jullie elkaar als muzikant ontdekt?

Jef Neve: Ik volgde Teus al een hele poos. Toen ik gevraagd werd om de muziek te schrijven voor de verfilming van ‘Sprakeloos’ door Hilde Van Mieghem naar het boek van Tom Lanoye heb ik Teus gecontacteerd en namen we samen een aantal tracks op. Dat klikte meteen. Teus was duidelijk de muzikant waarmee ik me graag wou associëren. Voor ‘Spirit Control’ met strijkorkest vond ik het passend om Teus op trompet toe te voegen. Tijdens de ‘Spirit Control’ toer in 2017 kwamen er momenten waarbij we de arrangementen met strijkers loslieten en we met ons twee alsmaar langer gingen improviseren. Dat voelde zo goed aan dat we besloten een duo te vormen.

  


Wat deed de vonk overslaan om in duo verder te spelen en op te nemen?

Teus Nobel: Het vertrouwen dat je al snel wederzijds aanvoelt. Als jazzmuzikant is de aantrekkingskracht improvisatie, de vrijheid, die alleen kan werken als je het gevoel krijgt dat de andere de oren bezit om te volgen en daar in mee gaat en dat ook waardeert. Dat je de ene keer links en de andere dag rechts afslaat, dat je muzikaal wat op iemands bord gooit en elkaar op die manier uitdaagt.

Het is het grootste cliché dat elk concert anders is. Dat verlengt enorm de duurzaamheid. Ik heb al formaties gehad waarin veel meer vaststond wat er ging gebeuren. Dan heb je een tiental concerten waarna de rek er wel uit is. Ik denk dat we met het duo inmiddels de honderd concerten bereikt hebben en de rek is er nog steeds niet uit. Die connectie is wat ik nog niet geëvenaard zag. Het samenspel waarin je zoveel vrijheid voelt, het spelplezier dat bovendien ongetwijfeld komt doordat we ernaast ook een goede band hebben. Dat is de grote aantrekkingskracht van ons duo.

Jullie gingen in duo toeren in Canada, Hongarije, Japan en Australië, vooraleer het album ‘Esho Funi’ op te nemen, hoe draagt die ervaring bij in de aanpak?

Jef Neve: De ervaring van het in vele verschillende omstandigheden spelen, variërend van grote concertzalen tot kleinere clubs, soms heel lokaal, het spelen met de piano die er is, dan leer je goed je plan trekken. Je leert elkaar op alle vlakken kennen. Je creëert daardoor een soort van speelveld los van de omgeving. Dit zijn wij die op het podium staan en dan is er op zijn minst het onderling vertrouwen, altijd aanvoelen wat ook de akoestiek en de opstelling van de microfoons, de sfeer in het publiek mag zijn. Ik kan best wat opvangen, en als het goed klinkt werkt het heel aanstekelijk voor ons beiden.

Teus Nobel: Het is net als met een relatie. Op het moment dat je met vakantie vierentwintig uur met elkaar doorbrengt, dan doorsta je de ultieme relatietest. We gingen al vrij vroeg toeren, eerst Australië in 2019, dat was meteen de ups en downs doorstaan. Eens we de cadens, de perfecte akoestiek en het enthousiast publiek vonden, waren we er helemaal klaar voor.

   


Na wat studiowerk besloten jullie om het album toch live op te nemen…

Jef Neve: We namen eerst het album in mijn studio op maar we voelden na er een nachtje over slapen dat de sfeer die we bij onze live tournee ondervonden ontbrak. Met het duo combineren we standards die soms meer dan 70 jaar oud zijn met eigen werk dat volledig past in die traditie. Het jazzclubgevoel wilden we in het album volledig tot zijn recht laten komen. Ik ben dan bij Piano’s Maene gaan aankloppen en gevraagd om publiek aan te trekken om het album live te registreren. De piano’s daar en de akoestiek zijn natuurlijk voortreffelijk. Van de twee live concerten met langere improvisaties selecteerden we de beste passages. De studioversies gebruiken we als ingekorte versies voor Spotify en Apple music en als promotie.

Teus Nobel: De aantrekkingskracht van ons duo wordt ook bepaald door het spelplezier bij de aanwezigheid van publiek, het kunnen zien en horen. Je accepteert ook meer van jezelf, live is het zoals het is, je kan lekker vrijuit spelen en het verhaal vertellen, dat maakt de charme van zo’n live plaat. In de studio is het klinisch steriel, een ruimte waarin wij twee, voor een scherm en aankijkend tegen de microfoon. Daarbij slechts de technicus en als er wat hapert herneem je de opname. Met de ingekorte studio-opnames vangen we dan wel de langere speelduur op, want een nummer van 10 à 12 minuten ligt lastig voor radio- en tv uitzending. In ‘De Zevende Dag’ op VRT improviseerden we met een aangepaste ‘Bluesette’ van enkele minuten.

In het voorjaar van 2022 traden jullie ook al samen op rond ‘100 jaar Toots’ en ‘Bluesette’ vormt een prachtig nummer op het album. Als je aan Toots denkt, wat komt er dan spontaan in je boven?

Jef Neve: Toots Thielemans is een icoon, een fantastische muzikant, een ware legende. Ik heb met hem mogen samenspelen en had een goede band. Hij was voor mij persoonlijk een heel warme persoon, maar achter dat zachte karakter dat hij uitstraalde zat iemand met een plan, die heel goed wist wat hij wou, en dat ook heel duidelijk maakte aan zijn muzikanten. Hij bepaalde duidelijk wie welke plaats kreeg op het podium. De kracht van Toots bevond zich echt tussen een lach en een traan. Wat me opviel eens hij op het podium stond was de manier waarop hij het spelen losliet, helemaal uitging van het spelen in het moment. Dat vind ik een hele les voor elke muzikant, zeker in jazz. Vanaf het moment dat je het podium opstapt moet je het studiemateriaal vergeten en van een wit blad vertrekken. Zo begin ik telkens opnieuw van nul met een akkoord en zie wel hoe ik er uit geraak. Dat is het vertrouwen wat ik geleerd heb van Toots, zorgen om in het moment te spelen.

   


‘Bluesette’ hebben jullie naar jullie hand gezet…

Teus Nobel: Het gevaar als een compositie aan een bepaald persoon kleeft, is dat je daardoor verlamd raakt als je die schoenen probeert te vullen. Ik ben in mijn geval van een interpretatie uitgegaan met respect voor de traditie die uitgaat van dat nummer, maar ik ga niet proberen Toots te imiteren. Je legt het altijd af tegen het origineel. Ik denk dat je iemand juist geen eer aandoet door hem te kopiëren. Ik wil het plaatsen in de huidige tijdsgeest, daar niets anders dan een eigen wending aan geven. De mensen willen geen tweede Toots horen, ze willen iets nieuw horen.

Jef Neve: Onze ‘Bluesette’ vertrekt van een eigen muzikale woordenschat. Geen tweede Toots. Deze versie raakt de mensen ook heel sterk, is boeiend en interessant om naar te luisteren en te ontdekken.

Ook de andere standards vullen jullie in met een eigen verhaal…

Teus Nobel: ‘Little Sunflower’ van Freddie Hubbard namen we al vanaf het begin mee in de setlist. Die tune klinkt vrij simpel, drie akkoorden, wat heel veel ruimte geeft om er zelf een draai aan te geven en te improviseren. Ik hoef me niet te concentreren op een ingewikkeld akkoordenschema waardoor je al gauw het verhaal dreigt te verliezen. We kunnen er alle kanten mee op en maken er een eigen verhaal van.

Jef Neve: Dat is ook zo met ‘Here’s That Rainy Day’ van Jimmy Van Heusen. Ik denk dat het komt omdat we allebei van mooie melodieën houden. Bij een mooi thema hebben we weinig nodig om het naar onze handen te zetten. We kleden die compositie helemaal uit tot de essentie en beginnen dan helemaal van scratch om onze eigen weg te gaan, niet te veel tierlantijntjes, de pure kracht van de boodschap, weinig woorden voor een sterk verhaal.

Wat is de inspiratie voor het titelnummer ‘Esho Funi’?

Teus Nobel: Dat is een vroege compositie van mij. Die staat ook al op mijn album ‘Legacy’ van 11 jaar geleden. Ik wil die opnieuw naar voor halen in de huidige context van polarisering. De inspiratie kwam toen ik door een Vlaamse vriendin in aanraking kwam met het boeddhisme. Het had alles te maken met hoe ik toen in het leven stond. Zelf wil ik me geen boeddhist noemen maar ik heb wel alle respect voor wie daar mee bezig is. De principes van ‘Esho Funi’ kan je overigens in alle religies of opvattingen terugvinden. Het staat voor de eenheid van een mensenleven met de eigen omgeving. In de bijbel vertaalt zich dat als “wie goed doet goed ontmoet”. De boodschap die ik wil uitdragen met dit nummer is: we zijn allemaal verbonden, laten we zorgzaam met elkaar omspringen.


‘Floating’ is een favoriet nummer, wat is het verhaal hierachter?

Teus Nobel: Ik ben heel blij dat Jef akkoord ging om dit nummer van me voor dit album op te nemen. Ik speelde ‘Floating’ al vaker en na afloop van het concert vroegen mensen altijd op welke cd dat nummer stond, want dat vonden ze het mooiste van de avond. Ik moest ze dan ontgoochelen want er bestond nog geen opname van. Dat het heel goed zou werken in duo wordt nu met dit album bevestigd.

Jef Neve: ‘Floating’ heeft een subtiele vibe, is zeer open en aantrekkelijk om te spelen. De stiltes vertellen vaak meer dan de noten die je gaat spelen. De sfeer die er rond hangt daagt uit en het is leuk om te improviseren. Je moet je inbeelden als muzikant dat je de opdracht krijgt om maar één streep te trekken en op die ene streep je verhaal te vertellen. Dat is de visie waar ‘Floating’ van uitgaat.

Teus Nobel: De ‘Floating’ baslijn is de verbeelding vanaf een drone die neerkijkt over een karavaan van kamelen die in een telgang door de woestijn trekken en vanuit de verte lijken te zweven boven het zand. Het is een soort van onthaast nummer. Jef voelt in de improvisatie aan om terughoudend te spelen, heel minimalistisch.

Met nog een aantal nieuwe eigen composities met sprekende titels is het album prachtig in balans…

Jef Neve: ‘Tin wedding’ schreef ik voor een kameraad die tien jaar getrouwd is. Het is een relatief nieuw nummer dat we voor het eerst hebben gespeeld toen we de studio introkken. Het kenmerkt zich door een iets andere vibe.

Teus Nobel: Het is een voorbeeld hoe je elkaar kunt versterken, uitdagen. Toen ik voor het eerst de bladmuziek voor ogen kreeg, dacht ik het vrij klassiek te benaderen, licht bluesy, een beetje soul. We lieten het al spelend gewoon los en toen viel het ineens samen en strookte het al niet meer met wat ik op de bladmuziek zag. Het toont ook aan hoe je elkaar muzikaal nog beter leert kennen.

Jef Neve: Mijn ‘Weekend is on’ is een van de meest uitdagende technische uptempo nummers van de plaat. Heel gelaagd en heel snel, er komen heel veel akkoorden in korte tijd voorbij. Dat is ook een aspect van het duo-spel, gewoon er even keihard tegenaan gaan, je muzikaal voluit tonen.

Teus Nobel: Het zorgt ervoor dat je op het puntje van je stoel zit en even scherp moet zijn, omdat het qua akkoordenschema nog altijd uitdagend is, ook na zoveel samen spelen. Het is ons studiestuk zeg maar, iets wat met de soundcheck nog even over doen. Een stuk waar we heel vrijelijk mee omgaan. Jef moet dan ook als pianist de functie van de bas waarborgen. Voor hem is dat extra uitdagend, terwijl ik als het ware kan flierefluiten…


Als afsluiter volgt ‘Waiting For A Train’…

Jef Neve: Dit is ook een nieuwe compositie van me. Ik ben vertrokken van een leuk idee, een soort wals, drie vierkwartsmaat, en een laid back gevoel, wat soulachtig. Soms hoef je er niet meer achter te zoeken dan de goesting om iets te schrijven dat bij ons duo past.

Wie zijn jullie helden als je vertrekt van het samenspelen in duo, piano en trompet?

Teus Nobel: In die bezetting is het album waar ik veel naar geluisterd heb en raakvlakken vertoont: Ack van Rooyen met Duitse pianist Jörg Reiter. ("Music For Piano And Fluegelhorn" – Mood Records 1991 - nvdr). Daar voel ik verwantschap met wat ik in het samenspel met Jef ervaar.

Ik zie anders niet zo veel voorbeelden in de jazzgeschiedenis. Erik Vloeimans doet wel nog wat in duo…

Jef Neve: Ik denk eerder aan platen met sax in plaats van met trompet: Lee Konitz bijvoorbeeld met Brad Mehldau of Stan Getz met Oscar Peterson.

Zien jullie ook mogelijkheden om vertrekkend vanuit het duo uit te breiden met gasten?

Jef Neve: Dat is zeker niet de bedoeling, want anders krijg je een heel ander verhaal, dan spreek je van een trio, quartet, enzovoort.

Teus Nobel: Tijdens de tournee in Canada speelden we een keer met een ritmesectie. Maar we hebben als duo zo een sterke connectie dat die toevoeging eerder storend werkt. Bij het duo ligt de verantwoordelijkheid bij je zelf voor wat als drum of bas doorgaat, met een ritmesectie ga je de muziek op een andere manier beleven.

   


Waarin schuilt de chemie van het spelen in duo?

Jef Neve: Ik denk in de combinatie van skills, met al wat kilometers op de teller, guitigheid en het plezier om elkaar uit te dagen. We houden allebei van openheid en ruimte. Tegelijk houden we ervan om te knallen, een vorm van testosterongehalte die opspeelt. Ik denk dat onze magie in die combinatie ligt. We zijn ook allebei erg communicatief. Dan bedoel ik voor alles muzikaal maar ook in het vertellen van het verhaal, het publiek mee te geven waar de muziek over gaat. Wat is de inspiratiebron, wat zit er achter? Waardoor je als luisteraar ook kunt mee surfen op dat idee en te herkennen wat er speelt, te horen in de muziek. Ik geloof dat daarin de kracht van ons duo ligt.

Teus Nobel: Ik denk we verbaal sterk overkomen, die connectie met het publiek maken. De natuurlijke reflex van de mens bestaat erin om te willen begrijpen, want als ze het niet begrijpen, voelen ze zich onzeker. Je hoeft niet te begrijpen om het te kunnen voelen. Maar om de drang om te begrijpen te ondervangen geven we tijdens de concerten echter wel veel stukjes context, zodat het publiek makkelijker ‘los kan laten’. De realiteit is dat het publiek niet altijd een geoefend luisteraar is. Context brengen vinden mensen fijn, dan snappen ze de muziek ook beter.

Jullie staan ook met eigen projecten volop in de belangstelling, wat zijn zoal de toekomstplannen?

Teus Nobel: Zo’n anderhalf jaar al breng ik in triobezetting een Chet Baker eerbetoon dat bevestigd werd toen het album ‘After Hours’ uitkwam. Ik begon twintig jaar geleden met het maken van solo transcipties, Chet Baker was daarbij het startpunt. Ik ging op zoek naar wat ik nog niet kende en me aansprak, van Miles Davis, Freddie Hubbard, Randy Brecker en tot Woody Shaw. Die laatste is het summum van complexiteit. En bij het exploreren kwam ik weer uit bij Chet, wat perfect strookte met wat Jarmo Hoogendijk, mijn docent van twintig jaar terug, toen tegen me zei: "Trek eerst eens 10 jaar uit met alles uit te zoeken en te aanhoren, dan kun je 10 jaar spelen en je eigen weg vinden om dan 10 jaar verder tot de essentie te komen wat je wilt vertellen." Met het Chet repertoire ben ik zo al rond de zeventig keer opgetreden.

In de komende periode is het hoofddoel nu het duo met Jef. We spelen al goed 8 jaar samen en die band is echt een verademing waarbij ik andere activiteiten wat on hold zet.

Er is nog wel een plaat van me uit met Black Gold 360, meer experimentele muziek. De producer en diens compagnon maken ook films en zijn net gestart met een docufilm van mijn leven als muzikant. Over de komende anderhalf jaar volgen ze me langs concerten, ook backstage en bij repetities. De bedoeling is om die documentaire in 2026 uit te brengen op het filmfestival in Tilburg. En dan ga ik met een nieuw quartet op die festivals gaan spelen. Dat brengt me weer aan het schrijven op de langere termijn.

Jef Neve: Ik richt me nu volledig op het duo-project. Daarnaast lopen nog wel andere toekomstplannen. Daar zijn ook regelmatig opdrachten bij om klassieke muziek te schrijven, wat ik zeer graag doe. Zo schreef ik een pianoconcerto voor onze koning, omdat die ook zelf piano speelt. De première ervan was met de koning in het publiek bij de opening van de Olympische Spelen 2024 in Parijs. En onlangs heb ik nog met Dirk Brossé mijn ‘Rhapsody voor piano en orkest’ rond Wereldoorlog I opgevoerd.


Hoe staan jullie tegenover de evolutie van muzikale media en de AI technologie?

Teus Nobel: Dat is soms beangstigend, maar in ons geval is het vooral improvisatie en spelen in het moment, dat valt moeilijk te programmeren. Muziek heeft zich altijd aangepast aan de media die zich voordoen. Veel mensen hebben geen cd speler meer. De millennials kopen platenspelers, ze gaan voor experience en authenticiteit, ze kopen vinyl. Streaming is alleen interessant als je wereldwijd veel mensen wil bereiken, maar is dan eerder een marketing tool.

Jef Neve: Ik denk dat we met AI moeten leren leven. Ik heb het gevoel dat hoe langer hoe meer mensen die wat kunnen met hun handen belangrijker worden. Een echte kleermaker, een loodgieter en ook muzikant die echt zelf eigenhandig speelt zonder computer naast hem, dat gaat in de toekomst aan belang winnen, unieker worden. Dat hoop ik toch. Als ik over mijn eigen toekomst denk, weet ik dat ik liever iemand op het podium met alleen een piano iets fantastisch zie spelen, dan naar een grote lichtshow te gaan kijken met heel wat projectoren en niets persoonlijks. Ik wil dat levendig echte beleven, daar gaat het me om: de kwetsbaarheid van het menselijke…

Wat zouden jullie in drie woorden als levensmotto samenvatten?

Jef Neve (denkt diep na): genieten, dankbaarheid, liefde – genieten is veel, dat kan je van alles, dankbaarheid: dat het leven een cadeau is, dat schept verantwoordelijkheid ervoor en liefde is een voorwaarde om dat op een leuke manier te beleven.

Teus Nobel: Voor mij: vrijheid, blijheid en (lachend) bitterballen, niet onbelangrijk! en doorgeven, zowel in de muziek als in het leven. Ik heb twee kleine kinderen, eentje van 5 en eentje van 2, daar ben ik heel erg bewust aan het doorgeven. Kinderen zijn als een spons, soms hoor je ze iets zeggen of doen waarin je jezelf herkent, waarvan je schrikt en mee geconfronteerd wordt.


Wie binnenkort de ‘Esho Funi’ concerten bijwoont, mag zich verwachten aan een prachtig uitgedoste en schitterende Jef Neve en Teus Nobel met een adembenemend recital, dat alle zintuigen raakt.

In het boeddhisme staat Esho Funi bekend als de eenheid van het leven en zijn omgeving. De lettergreep “e” is een afkorting van “eho” en betekent omgeving. “Sho” staat voor “shoho” en staat voor zelf. De uitdrukking “funi” (letterlijk “niet twee”) beschrijft iets dat afzonderlijke entiteiten lijken te zijn, maar in feite één en hetzelfde is.

Een serene en zo terechte boodschap die Jef en Teus uitdragen en je deel laten van uit maken in een betoverende diepmenselijke en emotionele belevenis. Mis het niet!

Interview © Bernard Lefèvre (02.2025)  -  foto’s © Annie Boedt


 


Blue Keys productions





Concerten Neve|Nobel ‘Esho Funi’ 2025:
15/03 (try-out, matinee + avond) De Singer (Rijkevorsel)
16/03 (première) Bimhuis (Amsterdam)
23/03 AB Club (Brussel)
30/03 De Casino (Sint-Niklaas)
01/04 Handelsbeurs (Gent)
02/04 De Zwerver (Leffinge)
03/04 De Roma (Antwerpen)
04/04 Het Depot (Leuven)
05/04 C-Mine (Genk)
24/04 Porgy & Bess (Terneuzen)
18/05 TivoliVredenburg (Utrecht)
28/05 De Ploter (Ternat)
31/05 LantarenVenster (Rotterdam)


 


In case you LIKE us, please click here:



Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications





Hotel-Brasserie
Markt 2 -
8820 TORHOUT

 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Luca A. d'Agostino
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
France Paquay
Francesca Patella
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Renato Sclaunich
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Peter Van De Vijvere
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst