De Frans-Brusselse celliste Adèle Viret, die al werd geïnterviewd t.g.v. de release van haar debuutalbum “Close to the Water”, onthult iets meer in dit gesprek.
We hebben het al over het album “Close to the Water” gehad in een interview dat in oktober is gepubliceerd (lees HIER) en nu gaan we je persoonlijkheid onder de loep nemen. Maar eerst, hoe gaat het met de ‘baby’ ?
Adèle Viret : De feedback van de pers was erg goed. Het publiek lijkt het ook leuk te vinden... Ik ben heel tevreden.
Ik had het genoegen om het concert bij te wonen dat je in Luik gaf met je quartet. Ik ervaarde een waar groepsgevoel. Het is niet zozeer Adèle en haar quartet, waarbij iedereen zijn eigen ruimte voor expressie inneemt... Was dit opzettelijk, of komt dit vanzelf?
Adèle Viret : Ik denk dat het heel natuurlijk is. Tenminste met dit quartet. We werkten samen en ik wilde dat iedereen het beslissingsrecht had. Vooral tijdens de concerten. De andere projecten waar ik bij betrokken ben, of het nu Mosaïc of Medinea is, zijn collectieve projecten. We boeken vooruitgang door ideeën uit te wisselen, waarbij iedereen ideeën inbrengt. Ik denk dat ik me in dit systeem het meest op mijn gemak voel.
Laten we het eens over jou hebben... Wat zijn je vroegste muzikale herinneringen?
Adèle Viret : Dat is heel moeilijk te zeggen. De herinnering is vervormd omdat het een video is die is opgenomen toen ik vier jaar oud was. In de video geeft mijn vader me een cello. Daarom ben ik cello gaan spelen. In feite speelde mijn vader (Jean-Philippe Viret - NVDR) met vijf andere contrabassisten in een groep waarvoor hij een liedje voor me had geschreven, omdat ik moeite had om in slaap te vallen. Het liedje was een beetje een hit, en er was een video van... Ik herinner me niet echt de opnames, daar kwam ik pas later achter...
Je vader is beroepsmuzikant. Kon je je een carrière buiten de muziek voorstellen? Heeft je vader je aangemoedigd om dit pad te volgen?
Adèle Viret : Ja, hij gaf me altijd de mogelijkheid om te spelen. Ik voelde me nooit gedwongen om muziek te maken, er was geen druk. Hij opende gewoon deuren voor me met het idee dat, als ik er zin in had, het mogelijk zou zijn. Het is een natuurlijke invloed. Ik speelde cello vanaf mijn achtste of negende, ervan overtuigd dat het mijn beroep zou worden.
Ondanks het feit dat het een relatief onstabiele job is, waar je veel problemen kan ervaren ?
Adèle Viret : Er was natuurlijk een periode van reflectie toen ik nog een tiener was. Ben ik volledig toegewijd? Wil ik echt doorgaan?
Hij koos de contrabas... en jij de cello. Een manier om op te vallen... maar niet te veel?
Adèle Viret : Toen ik begon te spelen, zag ik het verschil tussen de twee instrumenten niet. Toen werd de cello me duidelijk. Voor zover ik me kan herinneren, is het altijd een deel van mijn leven geweest.
In het quartet werd je jongere broer Oscar opgenomen, die trompet speelt (en prachtig zingt). Was dit een voor de hand liggende keuze voor je ? Zozeer zelfs dat je componeerde met zijn aanwezigheid in gedachten…
Adèle Viret : Geenszins. Ik componeerde het repertoire voor het album voordat ik wist met welke muzikanten ik zou gaan werken. De nummers kwamen gewoon samen. In feite zijn we begonnen als trio. Ik stelde ze eerst voor aan Wajdi Riahi en Pierre Hurty, maar ik besefte al snel dat er iets ontbrak, dat we naar vier moesten gaan... En toen werd de aanwezigheid van mijn broer duidelijk.
Je bent nog maar vijfentwintig, maar je muziek klinkt al heel matuur…
Adèle Viret : Toen het quartet ontstond, net na de pandemie, hebben we veel tijd besteed aan zoeken. We hebben twee jaar gerepeteerd voor ons eerste concert. Ik was zeer veeleisend, terwijl de andere leden van het quartet ongeduldig waren om de horde te nemen. Maar ik wist waar de lat lag, de lat die ik had gelegd voor dit repertoire. En er was geen sprake van dat ik verder zou gaan totdat we die lat hadden bereikt...
Ik was een beetje gespannen, maar ik hield voet bij stuk. De eerste keer dat we voor publiek optraden, waren we er klaar voor. En sindsdien zijn we steeds beter geworden, optreden na optreden.
Je was bereid om offers te brengen om je muzikale carrière vooruit te helpen, waaronder verhuizen naar Brussel om je studie aan het Conservatorium voort te zetten. Zou je jonge musici aanraden om dit avontuur aan te gaan?
Adèle Viret : Ik weet het niet... Waarschijnlijk niet. Je moet ophouden te zeggen “dit is de juiste methode, de methode die je moet volgen”. Het is waarschijnlijk de juiste methode voor wat ik wilde doen en worden. Maar bovenal weet ik dat elke muzikant naar zichzelf moet luisteren en zijn eigen pad moet volgen. Persoonlijk ben ik niet naar het conservatorium gegaan voor jazz. Maar ik heb veel geleerd van mijn vader en van de muzikanten met wie ik projecten deel.
Naast de muzikanten in je familie zijn er nog andere ontmoetingen die belangrijk moeten zijn geweest. Ik denk aan Fabrizio Cassol en Magic Malik…
Adèle Viret : Ja, deze twee mensen zijn heel belangrijk voor me geweest. Vooral vanwege het vertrouwen dat ze me gaven.
Ik ontmoette Magic Malik tijdens een masterclass in Montreuil. Hij nodigde me toen uit om samen met hem op het podium te staan voor een project dat hij aan het opzetten was met bassist Hilaire Penda.
Fabrizio Cassol, dit is het Medinea project waarmee hij me associeerde (een album is net verschenen bij Fuga Libera - lees onze recensie hier - NDLR). We ontmoetten elkaar weer toen ik in Brussel aankwam. Hij vroeg me mee te doen aan een van zijn projecten voor het Klara Festival. Ik zal er fungeren als een soort assistent artistiek leider (een concert in Brussel op 22 maart 2025 - NVDR). Het geeft me de kans om dingen te doen die ik me nooit had kunnen voorstellen. Het houdt me op de been en geeft me vertrouwen.
Als je alleen bent, naar welke muziek luister je dan graag?
Adèle Viret : (lacht) Helaas heb ik momenteel niet veel tijd om naar muziek te luisteren. Alles gaat zo snel! Ik mis het, ik zou graag de tijd nemen om nieuwe dingen te ontdekken. En als je dan uit een dag komt die al helemaal in het teken van muziek heeft gestaan, wil je iets anders doen.
Welke muziek zou dat kunnen zijn? Ben je bijvoorbeeld, zoals veel jongeren van je leeftijd, geïnteresseerd in rap?
Adèle Viret : Neen, het is niet echt mijn ding... Ik luister eigenlijk naar de andere projecten die zijn samengesteld door de muzikanten met wie ik werk. Meestal jazz. Ik ontdek vooral dingen door naar concerten te gaan.
Zou het de nieuwe jazz kunnen zijn? Zoals uit de Londense scene, bijvoorbeeld?
Adèle Viret : Nee, ik blijf dicht bij de scenes om me heen. Frankrijk, België. Ook Portugal, waar ik regelmatig word uitgenodigd door muzikanten uit de scene van Lissabon voor concerten en projecten. En Nederland.
Het heeft daar niets mee te maken, maar ik hou ook van Braziliaanse muziek. Gewoon voor het luisterplezier.
Laten we verder gaan met het IWD-gedeelte. Je bent een jonge muzikante die in de jazz werkt, een wereld die nog steeds erg door mannen gedomineerd wordt. Hoe voel je je daarover?
Adèle Viret : Het is een beetje dubbelzinnig wat mij betreft. Toen ik jonger was, voelde ik me lange tijd afgewezen, ik had niet het gevoel dat ik erbij hoorde. Ik vroeg me af of het kwam door het instrument dat ik bespeelde. De cello is een apart instrument, niet erg gebruikelijk in de jazz, ook al begint het een beetje te evolueren. Zozeer zelfs dat ik niet kan zeggen of ik me buitengesloten voelde omdat ik een vrouw ben of dat het kwam door de cello... Terwijl het heel anders is voor een contrabas of drums, de bijna onmisbare instrumenten van de jazz. Daarom heb ik dit quartet opgericht, om mijn eigen repertoire voor de cello te componeren. Misschien stimuleert het band leaders om mij in hun groepen op te nemen.
We zien ze in een aantal zeer mooie projecten, zoals Le Cri du Caire en Naïssam Jalal's...
Adèle Viret : Sterker nog, het komt vaker voor. Toen ik jonger was, kwam ik ook niet in het jam circuit terecht. Het instrument leende zich er niet toe. En ik ben niet bijzonder geïnteresseerd in het spelen van standards op een cello. Kortom, ik paste niet in het traditionele plaatje. Meer in het algemeen kun je zeggen dat er steeds meer vrouwen in de jazzwereld zijn.
Een Franse muzikante (Christine Ott die de Ondes Martenot bespeelt) vertelde me eens dat ze het gevoel had dat men haar achterdochtig benaderde. Dat ze zich bij het componeren meer moest “bewijzen” dan een man. Wat vind je daarvan?
Adèle Viret : Ik denk dat ze gelijk heeft. Maar ik denk ook dat dit het geval is voor veel andere beroepen. Het is niet alleen in de muziekwereld...
Interview © Yves Tassin / JazzMania (vrije vertaling: Jos Demol) - foto’s © Robert Hansenne
Lézards Inouïs
Lees hier de recensie op Jazz’halo
Dit artikel wordt gelijktijdig gepubliceerd in de volgende Europese tijdschriften, in het kader van “ Groovin' High ”, een actie om jonge vrouwelijke jazz- en bluesmuzikanten in de kijker te zetten: Citizen Jazz (Fr), JazzMania (Be), Jazz'halo (Be), Jazz-Fun (DE), Donos Kulturalny (PL), In&OutJazz (ES) en Salt Peanuts (DK, SE, NO).
This article is co-published simultaneously in the following European magazines, as part of « Groovin’ High », an operation to highlight young jazz and blues female musicians : Citizen Jazz (Fr), JazzMania (Be), Jazz’halo (Be), Jazz-Fun (DE), Donos Kulturalny (PL), In&OutJazz (ES) and Salt Peanuts (DK, SE, NO)
Cet article est publié simultanément dans les magazines européens suivants, à l'occasion de “ Groovin' High ”, une opération de mise en avant des jeunes musiciennes de jazz et blues : Citizen Jazz (Fr), JazzMania (Be), Jazz'halo (Be), Jazz-Fun (DE), Donos Kulturalny (PL), In&OutJazz (ES) en Salt Peanuts (DK, SE, NO).
#Womentothefore #IWD2025
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Luca A. d'Agostino
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
France Paquay
Francesca Patella
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Renato Sclaunich
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Peter Van De Vijvere
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst