#IWD2024 - Miriam Ast, al een gevestigde waarde…









Je bent al een gevestigde naam in de Duitse en Europese jazzscene. Vertel eens iets over jezelf, hoe is het allemaal begonnen? Waar kom je muzikaal vandaan, wat heb je gestudeerd?

Mijn ouders zeggen dat ik al zong voordat ik kon praten. Mijn vader, een muziekleraar en organist in mijn geboortestad Speyer, had een grote invloed op mij door zijn pianospel en het musiceren. Ik zong in zijn gospelkoor toen ik 10 jaar oud was en als tiener zong ik solo voor een groot publiek. Tegelijkertijd leerde ik saxofoon spelen, wat me naar de jazz en bigband leidde. Ook was ik actief als saxofonist in de jeugdbigband van de deelstaat Rijnland-Palts en als jazz- en gospelzangeres in verschillende bandprojecten.

Ik realiseerde me al snel dat ik een speciale gave heb om mensen te raken als ik zing. De bevredigende momenten op het podium stimuleerden me om me muzikaal verder te ontwikkelen. Op 18-jarige leeftijd wist ik dat ik professioneel muzikant wilde worden en na de middelbare school studeerde ik jazz en populaire muziek, met als hoofdvak jazzsaxofoon en zang, aan de muziekuniversiteit van Mainz.

Welke artiesten en muzikanten hebben je het meest beïnvloed?

Ik kwam in aanraking met jazz door zangeressen als Diana Krall en Ella Fitzgerald. Ik werd ook beïnvloed door klassieke instrumentale jazzalbums zoals “Blue Train” van John Coltrane of “Kind of Blue” van Miles Davis. Ik kan me nog steeds het moment herinneren dat ik Ella Fitzgeralds scatsolo op ‘How High the Moon’ voor het eerst hoorde. Ik was sprakeloos... dat legde de lat voor vocale improvisatie echt hoger voor mij. Op saxofoon werd ik geïnspireerd door muzikanten als Dexter Gordon, Cannonball Adderly, Dick Oatts en Will Vinson.

De meest invloedrijke jazzzangeres en artieste voor mij is het Britse jazzicoon Norma Winstone. Ik had het geluk om les van haar te krijgen tijdens mijn Masters in Londen en om haar live te horen met verschillende ensembles. Norma's muziek is authentiek, gevoelig en gedurfd: haar teksten vertellen verhalen uit het leven en behandelen complexe thema's. En ze gebruikt haar stem met hoge technische kwaliteit en ze brengt instrumentale kleuren aan.

Ondanks haar internationale bekendheid vindt ik dat altijd heel bescheiden overkomt. Elke keer als ik haar live hoor, ben ik gefascineerd hoe ongedwongen en natuurlijk ze met haar medemuzikanten omgaat. Enkele van mijn favoriete opnames van haar zijn het album “Like Song, Like Weather” met John Taylor en ook “Music for Large & Small Ensembles” van de Kenny Wheeler Big Band.

Haar muziek spreekt me zo aan omdat ik, met mijn saxofoonachtergrond, altijd op zoek ben naar manieren om de technische eisen van instrumentale jazz te verwerken in mijn stem en tegelijkertijd meer emotie over te brengen met de teksten. Ik zou willen dat veel meer bands en componisten de klankkleuren en mogelijkheden van zangers zouden gebruiken in hun composities.


© Aga Tomaszek


Wanneer vormde je je eerste band?

Toen ik op school zat, had ik een jazzband met vrienden en mijn vader, waarmee we optraden op vernissages en feestjes. Daarna ging het pas echt los in Mainz: mijn kwartet met medestudenten, The Ropesh met Lorenzo Colocci, waarmee we de Young German Jazz Prize Osnabrück wonnen, het Cathedral Project van de Hessische Jazzprijswinnaar Vitold Rek met Peter Reiter, pianist van de HR Big Band. En mijn eerste uitstap naar de volksmuziek als vaste zangeres bij Klezmers Techter.

Je ging in 2014 naar de Royal Academy of Music om een master te behalen. Wat vond je van je tijd in Engeland? Welke bijzondere ervaringen en muzikale projecten had je daar?

Londen was erg aantrekkelijk, met al zijn mogelijkheden, de geweldige culturele scene en de multiculturele flair. Op de Royal Academy werd ik omringd door de meest getalenteerde jonge jazzmuzikanten van het land. Een van mijn medestudenten was bijvoorbeeld Jacob Collier, die sindsdien een internationale carrière heeft opgebouwd.

Mijn tijd in Engeland heeft me erg uitgedaagd, maar vooral aangemoedigd en vooruitgeholpen. Ik kende niemand in Londen en moest al mijn contacten opbouwen via het masterprogramma en de tijd die daarop volgde. Ik was ook de enige zangeres in mijn jaar en deed dezelfde technische oefeningen en examens als mijn instrumentale medestudenten.

Mijn hoogtepunten waren de concerten op de London Jazz Festivals, bijvoorbeeld van Avishai Cohen met Mark Guiliana en Shai Maestro. Masterclasses en ensembles op de Royal Academy met John Taylor, Aaron Parks, Snarky Puppy en Ben Wendel waren ook indrukwekkend.


© Dave Hamblett


Je hebt na het afstuderen een aantal jaren in Londen gewoond, tot in 2021. Hoe heeft alles zich verder ontwikkeld?

De diversiteit van de Londense jazzscene bood me veel mogelijkheden, dus besloot ik daar te blijven na mijn masteropleiding. Hoewel de eerste periode uitdagend was, dienden zich begin 2017 geweldige kansen aan: ik kreeg een vaste aanstelling als hoofddocent aan de Leeds School of Music. Hier kon ik ook het jazzkoor uit de grond stampen, met grote steun van Jamil Sheriff, het hoofd van de jazzafdeling.

Naast mijn werk als docent was ik actief in verschillende formaties en projecten. Enerzijds zong ik in het London Vocal Project. Onder leiding van jazzpianist, componist en Academy professor Pete Churchill realiseerden we uitdagende koorprojecten. Pete bewerkte het complete “Miles Ahead” album van Miles Davis voor jazzkoor en schreef er de teksten voor samen met de wereldberoemde Amerikaanse jazzzanger en dichter Jon Hendricks. Het was een ambitieus project waarbij we zeer complexe harmonieën brachten in een achtstemmig koor. In het voorjaar van 2017 zongen we de wereldpremière in New York in aanwezigheid van Jon Hendricks, die later dat jaar helaas overleed.

In datzelfde jaar won ik samen met de Spaanse jazzpianist Victor Gutierrez de prijs voor beste vocalist op de International Jazz Competition in Boekarest. Victor en ik hadden tijdens de Masters moderne jazzarrangementen geschreven van jazz standards als ‘Alone Together’ of ‘'Round Midnight’. Het duo gaf me de grootste vrijheid om nieuwe technieken te verkennen, zoals vocaal-percussieve elementen. De prijs bracht ons onder de aandacht in de Londense scene en daardoor kregen we extra concerten, waaronder op het London Jazz Festival en in Ronnie Scott's Jazz Club. In 2018 brachten we ons debuutalbum “Secret Songs” uit op Mons Records. In deze tijd werden we vooral ondersteund door Nikki Iles, een geweldige pianiste en arrangeur, en de fantastische pianist Gwilym Simcock. En saxofonist Stan Sulzmann was een belangrijke mentor, ook hij speelt op het album.


© Aga Tomaszek


Waarom besloot je om in 2021 terug te keren naar Duitsland?

Het leven in Londen was er ook een met ontbering en alles verliep aan een hoog tempo. Sinds 2016 is de stemming in het Verenigd Koninkrijk omgeslagen door het Brexit-referendum en was er een grote kloof tussen generaties en bevolkingsgroepen. Als Europeaan voelde ik me ongemakkelijk bij de situatie en besefte ik hoe de dingen moeilijker en bureaucratischer werden. Het was bijna onmogelijk om als buitenlander beurzen of projectfinanciering te krijgen. Ik kreeg veel meer steun voor mijn projecten in Duitsland. Tijdens deze periode leerde ik de culturele financiering, het gezondheidszorgsysteem en de algemene levensomstandigheden in Duitsland des te meer waarderen. Maar bovenal miste ik mijn familie en vrienden, die ik maar heel af en toe zag. Daarom speelde ik al een tijdje met het idee om terug te keren. De coronavirus pandemie was de aanleiding. Toen reizen tussen Groot-Brittannië en Duitsland bijna onmogelijk werd, was de beslissing vlug genomen.

In 2023 presenteerde je je volgende album "Tales & Tongues". Wanneer werd het bedacht?

Begin 2019 bedacht ik het concept voor “Tales & Tongues” in Londen. Ik had al langer het idee om jazzarrangementen te maken op volksliedjes. Het arrangement van ‘Danny Boy’ schreef ik al in 2015. Eind 2018 ontmoette ik de jazzpianist Daniel Prandl tijdens een gezamenlijk concert in Mannheim. Omdat hij een soortgelijk idee had, besloten we ondanks de afstand een gezamenlijk project te starten.

Het concept om met folksongs uit heel Europa te werken kwam voort uit het feit dat ik me enerzijds erg verbonden voelde met de internationale scene in Londen, maar anderzijds de sterke nationalistische tendensen in het land als een afwijzing zag. Dat paste niet bij hoeveel het Verenigd Koninkrijk en Londen profiteerden van diversiteit en uitwisseling. Dus met dit album wilde ik een tegenwicht bieden en de schoonheid van culturele diversiteit en openheid laten zien.

Op het album presenteer ik liedjes uit verschillende delen van Europa: Groot-Brittannië, Duitsland, Hongarije, Bulgarije, Zweden, Noorwegen en Frankrijk. Ik vroeg vrienden, collega's en studenten naar hun favoriete volksliedjes uit hun eigen land. Als een melodie me aansprak, begon ik die te arrangeren voor het album. Ik vond het belangrijk om in de desbetreffende talen te zingen om de essentie van de melodie en de klank van de taal te behouden. Vandaar de titel “Tales & Tongues“.

Hoe komen je composities tot stand? Wat inspireert je bij het componeren en arrangeren van je nummers?

Mijn composities worden meestal op de piano geschreven. Bij “Tales & Tongues” bedacht ik vaak een vamp of intro gebaseerd op de stemming van de tekst of melodie, die ik vervolgens uitbreidde over de coupletten. Ik ontwikkelde nieuwe melodiepartijen, maatwisselingen, solopartijen en akkoordenprogressies. Ik hield me aan de verhalende spanningsboog, vooral voor de melodische en harmonische behandeling. Intensieve improvisatiepartijen voor zang, cello en piano worden afgewisseld met volledig gecomponeerde gedeelten. Ook de instrumentatie heb ik zorgvuldig gekozen. De piano vormt de harmonische kern, maar de cello fungeert ook als akkoorden-, bas- en melodie-instrument.

Onze concerten nemen het publiek mee op een reis door de diversiteit van culturen. We creëren unieke stemmingen en klanklandschappen en vertellen de verhalen over de oorsprong van volksliederen. Serieuze onderwerpen zoals dood, oorlog of verlies gaan we niet uit de weg. We vragen veel van het publiek met onze interpretaties tijdens zo’n concertavond.


© Dave Hamblett


Je woont nu een jaar in Stuttgart. Hoe bevalt het je daar? Ben je al wat ingeburgerd in de muziekscene?

Na een tussenstop in Freiburg verhuisde ik eind 2022 naar Stuttgart, vooral omdat de scene in Stuttgart de ideale omvang heeft. Sindsdien heb ik een aantal muzikale contacten gelegd en een aantal geweldige concerten gespeeld. Ik ben vooral blij dat mijn “Tales & Tongues” Trio is geselecteerd als een van de drie bands om de jazzscene van Baden-Württemberg te vertegenwoordigen op de Clubnight van de internationale beurs Jazzahead! in Bremen.

Wat vind je van de ontwikkeling van creatieve muziek vanuit het perspectief van digitale media? Hoe schat je dit in?

Ik vind de ontwikkeling moeilijk. Het snelle tempo van de muziekmarkt en de bijna gratis beschikbaarheid van muziek via streamingdiensten heeft het individuele werk helaas gedevalueerd. Als artiesten zitten we meestal meerdere jaren aan een album; in het geval van “Tales & Tongues” heb ik er van 2019 tot 2023 aan gewerkt. Het is beangstigend dat een albumproductie geen financiële meerwaarde meer heeft, maar wel een grote investering is. Voor mijn beide albums heb ik het grootste deel van de kosten gedekt met behulp van crowdfunding campagnes. Zonder die steun waren de projecten niet mogelijk geweest.

Ik denk dat de inkomstenbronnen voor muzikanten volledig zijn verschoven door de ontwikkelingen op de muziekmarkt. Tegenwoordig leven we alleen nog van concerten en lesgeven. Aanwezigheid op sociale media is cruciaal geworden om de interesse en aandacht aan te houden. Ik vind het niet altijd gemakkelijk, maar ik heb geleerd dat het bij het leven van de artiest(e) hoort. Als het betekent dat ik als musicienne kan blijven werken, vind ik dat prima.

Welke persoonlijke doelen wil je bereiken?

Ik hoop dat ik nog veel meer opwindende muzikale projecten kan starten met inspirerende muzikanten. Bovenal wil ik mijn contacten in Engeland blijven cultiveren en nieuwe internationale projecten ontwikkelen. Mijn ideaal als artiest is om goede concerten te spelen op festivals en in clubs en om mijn studenten te inspireren en te ondersteunen. Dat maakt me gelukkig en zorgt voor een geweldige balans.

Naar welke muziek luister je in je privéleven?

Privé luister ik naar jazz, vooral melodieuze vocale of instrumentale jazz, maar ik hou ook van groove jazz en R&B, zoals Jacob Collier, Jamie Cullum of Stevie Wonder. Soms luister ik ook naar zen- of klankschalenmuziek om tot rust te komen na een lange dag.

Wat is je favoriete drank?

Koffie 😊

Wat is voor jou het mooiste vooruitzicht?

Het vooruitzicht van een vrij weekend waarin ik met mijn man kan gaan wandelen in de natuur of bordspelletjes kan spelen met vrienden en familie.

Wat doe je op zondag, of als je niet speelt of muziek maakt?

Ik hou ervan om uitgebreid te brunchen, plannen te maken of een boek te lezen…

Tekst © Jacek Brun (vrije vertaling: Jos Demol)  -  foto’s © Aga Tomaszek / Dave Hamblett







Dit artikel wordt gelijktijdig gepubliceerd in de volgende Europese magazines, als onderdeel van " Giant Steps " een actie om jonge vrouwelijke jazz en blues muzikanten in de kijker te zetten : Citizen Jazz (Fr), JazzMania (Be), Jazz'halo (Be), LondonJazz News (UK), Jazz-Fun (DE), Giornale della musica (IT), In&Out Jazz (ES) en Donos Kulturalny (PL).

#Womentothefore #IWD2024


In case you LIKE us, please click here:



Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications





Hotel-Brasserie
Markt 2 -
8820 TORHOUT

 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst