De Amerikaanse drummer is zo loyaal als maar zijn kan...
© Henning Bolte
Aan de vooravond van zijn 70e verjaardag is drummer en percussionist Hamid Drake nog steeds een van de meest gevraagde muzikanten ter wereld.
Terug in Chicago voor zijn jaarlijkse Solstice concerten met Michael Zerang en het DKV Trio met saxofonist Ken Vandermark en bassist Kent Kessler, praat Hamid Drake met Citizen Jazz over muzikanten met wie hij een lange werkrelatie heeft, zijn liefde voor reggae en zijn belangrijkste invloeden.
Hoe kwam de muziek in je leven?
Mijn ouders luisterden naar veel soorten muziek. Mijn vader meest naar jazz omdat hij goed bevriend was met [saxofonist] Fred Anderson. Mijn moeder verkoos rhythm'n'blues en gospel die ze op de radio hoorde. Ze was een grote fan van Mahalia Jackson.
Mijn opleiding begon toen ik bij de schoolband ging. Oorspronkelijk wilde ik trombone spelen. Maar alle trombones waren al bezet. Als ik bij de groep wilde horen, moest ik snare drum en bass drum spelen. Ik wilde die instrumenten eigenlijk niet en mijn leraar voelde dat echt. Tijdens een les liet hij me een partituur zien met een basis rock/R&B groove. Ik vond het echt cool. Zo wist hij mijn interesse te wekken.
In het lyceum maakte ik geen deel meer uit van de schoolband. Ik oefende thuis omdat mijn ouders een drumstel voor me hadden gekocht. Met een paar andere kinderen vormden we een garageband. Daarna zat ik in verschillende bands die R&B en rock speelden.
Je was ook geïnteresseerd in reggae...
Dat kwam later, ook al groeide ik op met Jamaicaanse en Haïtiaanse buren. We vormden Mandingo Griot Society met Foday Musa Suso, Adam Rudolph en Joe Thomas en veel van de nummers hadden een reggae groove.
In die tijd had Chicago een sterke reggae scene met clubs waar elke avond muziek werd gespeeld. Zangers belden me vaak op. Ik draaide veel reggae. Op een gegeven moment leefde ik voornamelijk van die muziek, waar ik nog steeds dol op ben. Douglas Ewart kwam uit Jamaica en liet me kennismaken met nyabinghi, gewoon drummen en zingen. Ik begon deze muziek te bestuderen en ging een paar keer met Douglas naar Jamaica. De eenvoud van reggae is bedrieglijk. Het test je om te zien of je tegelijkertijd stabiel, minimaal en creatief kunt zijn. Het was ook door de reggae dat ik echt leerde hoe ik een high hat moest gebruiken.
Wanneer heb je de naam Hamid aangenomen en waarom?
Ik was 16. Ik praktiseerde een religie die Bahaïsme heette en die uit Iran of Perzië kwam. Dus raakte ik geïnteresseerd in Perzië. Ik dacht zelfs dat Hamid een Perzische naam was, maar later leerde ik dat het Arabisch was. Ik hield van de betekenis, die 'prijzenswaardig' is, en van de manier waarop het klonk. Het is een van de 99 goddelijke namen.
Hoe is het idee voor de winterzonnewende concerten ontstaan?
Michael Zerang en ik kenden elkaar niet persoonlijk, maar ik kende twee van zijn broers, Ziggy en Marc, omdat ze geluidstechnici waren bij Wild Hare, een van de reggaeclubs waar ik vaak speelde. Op een dag belde Michael me omdat hij een benefietconcert organiseerde voor Links Hall. Hij vroeg me om een drum duet te spelen op een frame.
Na die ontmoeting wilden we samen verder spelen. We waren op zoek naar een origineel idee. We dachten aan concerten om de zonnewende te vieren. En omdat Michael verbonden was aan Links Hall, besloten we ze daar te houden. De zonnewende gaat niet over religie of geloof - het gaat over de natuur. Het eerste concert was een groot succes. Dus dachten we dat we bij zonsopgang zouden spelen. Dat deden we totdat het huurcontract van Links Hall niet werd verlengd. Dus zijn we toen bij Constellation gaan spelen, in de zaal die gereserveerd is voor dansshows. En omdat er ook een concertzaal is, begonnen we met avondoptredens met gasten.
Na onze tweede solstice besloten Michael en ik om aan het eind van het jaar in Chicago te zijn voor deze shows. Na verloop van tijd ontwikkelde zich dat. We waren verrast hoeveel mensen bereid waren om 's ochtends heel vroeg op te staan om onze duetten mee te maken.
Op het 2023 Vision Festival in New York presenteerde je Turiya, een project ter ere van Alice Coltrane. Vanwaar deze keuze?
Toen we tieners waren, praatten mijn vrienden en ik altijd over de albums die we net hadden gekocht. Er was een tijd dat ik een fan was van wat we nu spirituele jazz noemen, ook al houd ik niet van die term. Ik luisterde veel naar John Coltrane en Alice Coltrane - ik had al zijn platen.
Op een dag, toen ik 16 was, zag ik een advertentie waarin stond dat ze ging spelen op het Ravinia Festival. Ik ging er met een paar vrienden naartoe. Het concert was geweldig, met Charlie Haden op contrabas en Ben Riley op drums. Aan het einde van het concert ging ik naar haar toe om een boek met Bahá'í Gebeden te geven. Door met haar te praten raakte ik ervan overtuigd dat muziek het pad was dat ik moest volgen, dat het een spiritueel pad kon zijn. Met dit concert wilde ik haar eren. Haar muziek heeft me volledig veranderd.
© Annie Boedt
“Reggaeology”, je laatste album als leider, dateert uit 2010. Ben je van plan om opnieuw op te nemen aan het hoofd van een band?
Ik heb er een tijdje over nagedacht. Mijn probleem is tijdgebrek. Tot voor kort was mijn agenda erg vol door het toeren. Er zijn heel wat dingen die ik zou willen doen. Sommige muzikanten brengen massa's platen uit zonder zich al te veel af te vragen. Ik denk dat voor mij de tijd is gekomen om meer platen uit te brengen.
Kun je iets vertellen over je werk met Herbie Hancock?
Dit gebeurde via Bill Laswell. Foday Musa Suso had ook een duetalbum opgenomen met Herbie Hancock. Bill produceerde dit concert in Los Angeles met Herbie als speciale gast. Het idee was om de Mandingo Griot Society met hem te laten spelen. Er werd toen een album met de titel “Jazz Africa” uitgebracht. Spelen met Herbie was een fluitje van een cent. Hij was een voortreffelijke man. Hij hield echt van wat we deden omdat hij eerder met Suso had gewerkt.
Ik heb veel gedaan met Bill Laswell. Hij belde me om naar New York te komen en tracks op te nemen met hem en Bernie Worrell van Parliament/Funkadelic. We zaten dan twee of drie dagen in de studio om ritmetracks te maken die Bill later voor verschillende projecten zou gebruiken. Je kunt me dus op heel wat platen horen.
Je bent voortdurend op tournee. Welk advies zou je geven aan een jonge muzikant die deze ervaring nog niet heeft?
Niet doen! (lacht) Nee, ik maak een grapje, maar je moet weten dat toeren niet altijd gaat zoals je wenst. Je hebt ook een goede agent nodig als je niet wil verdwijnen in de massa. Een goede agent zal voor je zorgen, ervoor zorgen dat aan je behoeften wordt voldaan en dat je niet wordt opgelicht. Sommige muzikanten organiseren hun eigen tournees - het verdubbelt hun werkdruk. Persoonlijk betaal ik liever een agent. Het is de moeite waard. Ik raad je ook aan om niet te ambitieus te zijn. Dingen kosten tijd. Het begint allemaal met een incubatieproces. Je moet uitvinden of je er klaar voor bent. Het is niet zo glamoureus als je zou denken. Je moet je uithoudingsvermogen ontwikkelen. Je moet je lichaam trainen om het tempo aan te kunnen, vooral als je avond na avond speelt. Anders gluurt een burn-out om de hoek. Je moet dus iemand vinden die je kunt vertrouwen om je 'bedrijf' te leiden - iemand die net zo goed is in wat hij doet als jij in wat jij doet.
Is er een muzikant met wie je nog nooit hebt gespeeld en met wie je graag zou willen spelen?
Dat is een interessante vraag. (er volgt een lange stilte) Er zijn muzikanten die ik bewonder en waar ik van hou, maar ik voel niet de behoefte om met hen te spelen. Ik hou echt van de harp en ik ben benieuwd hoe een samenwerking met Brandee Younger zou zijn. Er zijn ook muzikanten die niet meer in leven zijn en met wie ik graag gespeeld zou hebben.
Wat heeft je relatie met Peter Brötzmann opgeleverd?
Wow [lacht] Ten eerste een geweldige vriendschap. Ik ontmoette Peter Brötzmann bij toeval in 1988. Op een dag werd ik gebeld door Leo Krumpholz, die de leiding had over South End Music Works. Hij en Michael Zerang waren concerten aan het organiseren in de oude Links Hall. Hij vroeg me of ik Peter Brötzmann kende en ik antwoordde simpelweg dat ik wist wie hij was.
Peter was op tournee in Canada met een Duits trio voordat hij naar Chicago kwam. Om de een of andere reden werden de andere twee muzikanten bij de grens teruggestuurd. Peter belde Leo om te vragen of hij een drummer kon vinden om een duet mee te spelen en Leo dacht aan mij. In die tijd reisde hij met veel instrumenten. We deden een snelle soundcheck en Peter zei: “Dat is goed, dat is goed.”
We hadden veel plezier samen en het jaar daarop kwam hij terug om meer duetten te doen. Peter en ik deelden een unieke vriendschap. Onze eerste opname was “The Dried Rat-Dog”. Een van de mooiste dingen die gebeurde na onze eerste ontmoeting was toen hij me vroeg naar Berlijn te komen omdat hij van plan was zijn Die Like A Dog Quartet te lanceren met Toshinori Kondo op trompet en William Parker op contrabas, twee muzikanten die ik niet kende. Peter was een soort alchemist en wist welke muzikanten samen konden spelen. Het was echt magisch.
We hadden altijd een goede relatie. Zijn dood was een zware klap. Ik speelde in Houston toen ik het nieuws hoorde. De organisatoren wachtten tot het einde van het concert om het me te vertellen omdat ze bang waren dat het me van streek zou brengen. Ik heb toen Casper Brötzmann gebeld om het nieuws te laten bevestigen. We hadden verschillende gesprekken waarin hij uitlegde wat er was gebeurd.
Peter was een grote invloed. Nogal wat muzikanten hadden problemen met hem vanwege zijn temperament. William en ik zijn waarschijnlijk de enige muzikanten die die kant van zijn persoonlijkheid niet hebben ervaren. Hij was zowel een enigma als een baken. Hij had veel te lijden van zijn geboorte in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In de afgelopen jaren hebben veel muzikanten die dicht bij je stonden ons verlaten...
Het geeft een andere kijk op alles wat er gaande is. Als je gepassioneerd bent voor een project, doe het dan. Ik had bijvoorbeeld graag gehad dat ik Mars Williams had kunnen vertellen dat ik vrij was elke keer dat hij belde om me een samenwerking aan te bieden. Laat de mensen om wie je geeft ook weten dat je van ze houdt.
Interview © Alain Drouot, 2025 (vrije vertaling : Jos Demol) – foto’s © Annie Boedt/Henning Bolte/Geert Vandepoele
In samenwerking met Citizenjazz
Lees HIER het originele interview (F)
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Luca A. d'Agostino
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
France Paquay
Francesca Patella
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Renato Sclaunich
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Peter Van De Vijvere
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst