Op 2 februari 2018 start in Elsene (Flagey) de tournee van Bram Weijters’ Crazy Men. Dankzij JazzLab Series kan men dit beloftevol gezelschap daarna nog op negen locaties verspreid over Vlaanderen, van de Westhoek (4AD, Diksmuide) tot in Limburg (C-Mine, Genk), gaan proeven. Inspiratie voor zijn project haalde Weijters bij de zeer onterecht wat in vergetelheid verzwonden Koen De Bruyne. Diens schitterende album ‘Here Comes The Crazy Man!’ werd gelukkig enkele jaren geleden opnieuw uitgebracht, mèt extra bonusmateriaal (zie hier).
‘Here Comes the Crazy Man!’ werd uitgebracht in 1974, een aantal jaren voor jij het levenslicht zag: hoe en wanneer heb jij kennisgemaakt met die muziek?
Bram Weijters: ‘Inderdaad, ‘Here Comes the Crazy Man!’ is van voor mijn geboorte: ikzelf ben van 1980, dus heb ik het compleet niet bewust meegemaakt. Evenmin later als het album in de belangstelling zou geweest zijn. Ikzelf ben trouwens pas vanaf mijn 15 of 16 jaar echt in de jazz beginnen te duiken, dus die periode is mij eigenlijk volledig voorbijgegaan.
Hoe ik dan met ‘Here Comes the Crazy Man!’ concreet in aanraking ben gekomen? Dat is gebeurd via Stefan Gevaerts, de artistiek leider van Rataplan, de Antwerpse concertzaal waar ik al regelmatig te gast was en die vlakbij mijn woonst ligt. N.a.v. de heruitgave van die plaat enkele jaren geleden, stond het album terug in de belangstelling, zo ook bij Stefan. Hij kwam toen met het idee om die muziek opnieuw te brengen, of beter: om dat live te brengen, want die muziek is toen zij werd uitgebracht nooit live uitgevoerd. M.a.w. ben ik met dat album pas sinds die heruitgave in contact gekomen. Wat niet wil zeggen dat dit soort muziek mij helemaal vreemd was, in die zin dat ik natuurlijk al langer een zwak had voor nogal wat muziek uit die periode. Maar dikwijls was dat internationale muziek: dat ging dan over mannen als Miles Davis en Herbie Hancock, echt dat soort grote namen. Dat sprak mij altijd heel erg aan omwille van de energie die in die muziek zat; ook omwille van de specifieke klank, het specifieke gebruik van bepaalde vintage instrumenten zoals Rhodes piano of de Wurlitzer piano, het vroege gebruik van synthesizers, zoals de eerste Moog synthesizers. Dat sprak mij altijd al aan en het was heel mooi om nu weer in contact te komen met een soort “Belgische vertakking” van die muziek.’
Wat fascineert jou zo in die composities van helaas wijlen Koen De Bruyne?
Bram: ‘Inderdaad: helaas wijlen Koen De Bruyne! Hij is vroeg gestorven, in 1977 als ik het goed heb. Op jonge leeftijd dus, als prille dertiger. Dat is echt wel heel jong: ikzelf ben er nu 37, ik hou het dus al langer vol en het is voor mij moeilijk voor te stellen dat mijn leven al afgelopen zou zijn…
Wat mij fascineert aan die composities? Dat is een goede vraag: vaak wordt me namelijk gevraagd wat mij aantrekt in die muziek, terwijl hetgeen mij daarin het meest fascineert inderdaad de composities zijn. Koen De Bruyne had eigenlijk een klassieke achtergrond, is begonnen als klassieke pianist. Hij was ook eerste pianist aan de Filharmonie van Antwerpen, heb ik mij laten vertellen door zijn broer Kris, en tevens gaf hij les. Hij had dus heel veel klassieke skills en het is pas nadien dat hij in de pop, rock en kleinkunst is beland, een beetje via zijn broer Kris. Hij heeft o.a. bij Johan Verminnen heel lang toetsen gespeeld. En daarnaast is hij dan ook echt in de jazz beland. Zijn broer Kris heeft mij het volgende verteld: Koen is op een bepaald moment aangereden door een tram; gelukkig is hij er niet onder terechtgekomen, maar het was echt wel ernstig want hij is in een coma beland. En het verhaal wil dat toen hij ontwaakte en begon te revalideren, hij die keuze heeft gemaakt en heeft gezegd: “ik ga jazz spelen”. Koen heeft dan zijn klassieke muziek opgezegd en is zich op jazz gaan toeleggen.
Dit verhaal, om een beetje aan te duiden wat zijn invloeden waren: klassieke muziek, daarnaast zijn werk in de pop-, rock- en kleinkunstgenres – met Nederlandstalige artiesten vooral – en dan ook die jazz waardoor hij werkelijk gebeten was. En van al die invloeden heeft hij een fusie gemaakt en dàt is wat mij daaraan fascineert. Zoals bij veel van die vroege fusion music gaat het over een fusie, maar uitzonderlijk hier is toch wel dat er eveneens heel veel aandacht is voor die klassieke muziek. Er zijn heel veel typische dingen… Ik kan daar nu niet direct alle componisten op plakken en ben er niet achter gekomen wat zijn invloeden waren, maar ik hoor invloeden van Stravinsky, van Bartók, dat soort componisten. Hier wordt een heel andere taal gebruikt dan je gewoonlijk hoort in jazz en dat geeft het iets heel eigens, iets heel avontuurlijk en ook iets experimenteel.
Het feit dat hij echt vanuit die klassieke traditie komt en daarna pas jazz is gaan spelen, maakt dat hij op jazzvlak iets “niet academisch” heeft. Sommige andere bands of personen uit die tijd gingen eerder studeren, bijvoorbeeld aan het Berklee College of Music: een aantal Belgische muzikanten zijn effectief naar Boston getrokken, waar een heel rijke traditie is en een heel rijke school om jazz te leren, maar da’s natuurlijk iets academisch. In die zin dat je dus ook echt een aantal technieken leert. En soms hoor je dat dan ook een beetje in de klank… Koen De Bruyne had dat niet, maar had tegelijkertijd genoeg background om iets nieuws te creëren. Ik denk dat die unieke combinatie maakt dat zijn muziek nu nog altijd fris, experimenteel en avontuurlijk klinkt.’
Is de man ook in zijn hoedanigheid van pianist een inspiratiebron voor of van invloed op jou?
Bram: ‘Als pianist… da’s inderdaad een heel ander verhaal dan als componist. Wat ik tof vind aan dit project van de Crazy Men, is dat ik echt een connectie kan maken met Koen De Bruyne als persoon en als pianist en als componist. Omdat hij een klassieke achtergrond heeft. Zelf heb ik die ook, minder uitgesproken wel dan Koen: op de muziekschool heb ik klassiek gedaan, maar daarna nooit meer echt professioneel. Die klassieke achtergrond is bij Koen wel duidelijk. En net als hij ben ik gebeten geraakt door jazz, en hou ook ik er daarnaast van om mij wel eens in pop-, rock- of kleinkunstmilieus te begeven. Dus in die zin, en ook wel als pianist, is er wel echt de connectie dat ik mij er werkelijk iets bij kan voorstellen hoe die carrière van Koen zich ontwikkelde. Al denk ik dat wij pianistiek gezien elk toch wel andere invloeden hadden.
Wat mij muzikaal vooral aanspreekt, is het compositorische en de fusie die hij maakt tussen klassiek en jazz en pop-, rockinvloeden; dat is wat mij het meest inspireert. Als we die muziek zelf gaan brengen met de Crazy Men, is het niet zo dat ik dan echt de pianostijl van Koen zal trachten te imiteren. De insteek is eigenlijk meer dat de muziek van ‘Here Comes The Crazy Man!’ naar mijn mening ook heden ten dage nog heel relevant en heel fris kan zijn. Ik benader het eigenlijk alsof het een stuk is dat nu zou geschreven worden en we spelen het nu met een band en iedereen speelt het op de eigen manier waarop hij speelt. Dat wil zeggen: inclusief mezelf. Ik ga niet mijn pianostijl aanpassen aan de muziek, al gebeurt dat automatisch natuurlijk, want elke compositie vraagt om een bepaalde aanpak. Maar ik ga dat dus eerder met mijn eigen pianistieke aanpak doen.’
Is jouw eigen Crazy Men rekruteren een lastige karwei gebleken?
Bram: ‘Neen, eigenlijk helemaal niet. Sowieso heb ik het in dit soort projecten niet graag over “lastige karweien”, want ik denk dat het alleen maar heel mooie projecten zijn. Als er al iets een lastige karwei is bij zoiets, dan lijkt het mij eerder de administratie die daarbij komt kijken. Voor de rest zie ik weinig lastige karweien in de muziek.
Maar om ècht op jouw vraag te antwoorden: ik heb daar over nagedacht, over welke bezetting ik hier het best kon gebruiken.
Eerst en vooral: de bezetting is niet helemaal dezelfde als deze op ‘Here Comes The Crazy Man!’ Om de eenvoudige reden dat op de plaat gebruik wordt gemaakt van verschillende bezettingen. Dit is echt een studioplaat: sommige stukken zijn met twee trompettisten, dan is er weer een stukje met zang erbij… Dus het wordt praktisch natuurlijk een beetje moeilijk haalbaar om dat in één set live te brengen. Waar ik wèl naar heb gezocht, is een toffe bezetting die dat live zou kunnen uitvoeren met voldoende kleur, en vooral met voldoende karakter vanuit de muzikanten. En daarom heb ik ook de line-up bijeengebracht die we nu hebben, omdat het volgens mij allemaal muzikanten zijn met een eigen karakter en een eigen persoonlijkheid. En die allen actief zijn in groepen die ook een fusie brengen, zeg maar een hedendaagse fusion.
Drummer Steven Cassiers speelt ook bij Dans Dans. Trompettist Sam Vloemans heeft al jarenlang eigen projecten waarin hij altijd op het raakvlak of het snijpunt zit van jazz en andere muziek. We hebben Dries Laheye op elektrische bas, die ook de bas verzorgt bij STUFF. en BRZZVLL. Eveneens in BRZZVLL speelt Vincent Brijs, bij Crazy Men speelt hij baritonsax. En op sax, EWI en elektronica hebben we Andrew Claes die eveneens o.a. bij STUFF. speelt en tevens een eigen project, Internal Sun, heeft. En ikzelf speel piano en toetsen.
Ik heb gekozen voor een line-up van drie blazers omdat dit volgens mij echt wel een mooie afwisseling kan bieden en genoeg kleur geeft. Zeker omdat alle drie de blazers een sterke persoonlijkheid hebben en echt wel als solist zelf alle drie bandleader zijn. Wat naar mijn mening het voordeel heeft dat ze effectief hun eigen verhaal kunnen brengen binnen die muziek.’
Als ik de aankondiging in de brochure van JazzLab Series goed heb begrepen, is het concert dat jullie op tal van plaatsen brengen in twee duidelijk onderscheiden sets opgedeeld?
Bram: ‘Klopt, er zijn twee sets, en in de tweede – met de uitleg daarover zal ik beginnen – spelen wij integraal de muziek van ‘Here Comes The Crazy Man!’ zoals zij op de plaat staat. Ik bedoel: de volgorde van de plaat behouden wij, en van de composities. Wij brengen er natuurlijk onze eigen interpretaties van. Zoals al aangegeven, is de insteek dat die muziek volgens mij ook heden ten dage nog hip, fris en eigentijds kan zijn. Dus wil ik gewoon van die muziek uit gaan, wil ik haar beschouwen alsof die nu is geschreven. En we voeren die muziek uit op de manier waarop we ze vandaag zouden spelen. Met de line-up die ik daarvoor heb gekozen. Over die bezetting vergat ik nog te melden: het zijn allemaal mensen van min of meer mijn generatie of net iets jonger, met wie ik vroeger al heb samengewerkt. Het is een generatie van nu – uiteraard is er intussen al een jongere generatie – die aan het werk gaat met de muziek van toen, met de jaren zeventig.
Integraal dus ‘Here Comes The Crazy Man!’, en afhankelijk van de sfeer, van de plaats, van het moment of de timing, komt er dan soms nog een stuk bij van Koen De Bruyne. We hebben geëxperimenteerd met sommige van zijn ‘Piano Improvisations’, ik heb een compilatie gemaakt van een van de werken van ‘Games’. Dat alles wordt dus die tweede set.
En in de eerste set gaan we dan op zoek naar muziek van daarrond, d.w.z. muziek geschreven of gespeeld door muzikanten uit die periode of die kanten van ‘Here Comes The Crazy Man!’. Want een heel aantal van die muzikanten speelden bijvoorbeeld bij Placebo, de band van Marc Moulin. En dus komen we zo bij Placebo uit. Richard Rousselet, trompettist op het album van Koen De Bruyne, speelde natuurlijk nog in tal van andere projecten, bijvoorbeeld ook in bands van Michel Herr. En zo komen we dus bij werk van Michel Herr uit. Er is ook werk van Philip Catherine die in die periode enorm in de jazzrock actief was. Er is ook werk van Steve Houben die toen een band had, Mauve Traffic, met op gitaar niemand minder dan Bill Frisell, die in die tijd in Luik woonde. Ik ben m.a.w. werkelijk op zoek gegaan naar een tijdsgeest en een repertoire van muziek uit die tijd. Dat alles samen zorgt, hoop ik, voor een heel interessant programma.
Samengevat: in de eerste set een soort bloemlezing uit materiaal van die tijd, in de tweede verdiepen wij ons dan echt in ‘Here Comes The Crazy Man!’ van Koen De Bruyne.’
Tekst © Paul Godderis, 28 januari 2018 - foto’s © Willy Schuyten
Bram Weijters' Crazy Men JazzLab TOUR
02/02/2018 Flagey Elsene
07/02/2018 C-mine Genk
08/02/2018 KAAP | De Werf Brugge
09/02/2018 CC Het Gasthuis Aarschot
10/02/2018 4AD Diksmuide
15/02/2018 De Casino Sint-Niklaas
17/02/2018 CC De Herbakker Eeklo
23/02/2018 CC t Getouw Mol
24/02/2018 NONA Mechelen
28/02/2018 Handelsbeurs Gent
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst