In 2019 zijn zangeres Sanne Rambags en drummer Sun-Mi Hong de uitverkorenen die de rol van Young VIPs 2019 op zich nemen en het hele land door toeren. De Young VIPs Tour is 6 april afgetrapt tijdens het Transition Festival in TivoliVredenburg, Utrecht.
Jazz’halo gaat, net zoals vorig jaar, weer met beide Young VIPS in gesprek. Locatie is het nabij de Amstel gelegen Grand Café De Jaren.
De Zuid-Koreaanse Sun-Mi Hong begon te drummen toen ze zeventien was.
© Petra Beckers
Waarom heb je besloten om de drums te spelen?
Ik ging regelmatig naar de kerk toen ik jong was, omdat mijn ouders nauw bij de kerk betrokken waren. De dienst werd begeleid door een band, bestaande uit een zanger, bassist, toetsenist en drummer. Aanvankelijk zong ik mee, maar toen ik 12 jaar oud was, raakte ik geobsedeerd door het geluid van het slagwerk. Een imposant geluid en een indrukwekkend instrument. Ik was een verlegen meisje. Ik keek altijd, maar durfde nooit met de drummer te praten. Ik probeerde te zien wat hij aan het doen was.
Ik vroeg mijn ouders of ik drumlessen kon krijgen, maar dat wilden ze niet. Ze hadden niets met muziek. Mijn ouders waren beiden kapper van beroep. Ze begrepen mijn wens niet. Waarom muziek? Waarom drums? Op mijn zeventiende kreeg ik uiteindelijk toch de kans en mocht ik van mijn ouders naar een proefles op de drumschool. Mijn eerste leraar was een Heavy Metaldrummer. Deze onderwees me een uur en vervolgens speelde ik drie uur non-stop.
Dus de eerste keer dat achter de drumkit zat, speelde je al drie uur achtereen!
Ik was erg opgewonden. Ik had nog nooit op dat instrument gespeeld. Mijn armen en benen trilden. Het was zo intens. Ik vond dat geweldig. Na die dag bleef ik terugkomen en luisterde ik nog gretiger naar de drummer in de kerk. Ik was enorm leergierig.
Welke muziek werd er in de kerk gespeeld?
Dat was een soort gospelmuziek. De kerkdrummer heeft me meegegeven dat muziek altijd ergens over moet gaan. Je moet er zin in hebben, anders is muziek ten dode opgeschreven. Dat hebben ze in de drumschool nooit tegen me gezegd. Het ging daar enkel om vaardigheden, techniek, ritme en hard oefenen.
In de kerk was het drummen verbonden met spiritualiteit. Als je niet spiritueel verbonden bent met de muziek ben je drummer, maar heeft het geen enkele betekenis.
Dus je hebt de muziek op twee manieren leren benaderen. Op je negentiende ben je naar de Universiteit van Howon gegaan om te studeren. Wat studeerde je daar?
Op mijn negentiende wilde ik na twee jaar hard werken aan mijn muzikale ontwikkeling naar het conservatorium. Mijn ouders wilden niet dat ik dat deed. Ze zagen mijn muzikale activiteiten als een hobby. Maar wederom gaven mijn ouders me het voordeel van de twijfel. Anderhalf jaar lang oefende ik acht uur per dag. Alles wat ik deed was muziek. Ik had een professionele leraar aan een professionele academie. Ik ging er elke dag heen en ik oefende en ik raakte steeds meer verbonden met de muziek.
Dus in Howon is je interesse in de jazzmuziek ontstaan?
Niet bepaald, ik studeerde aan de popafdeling. We werden onderwezen in de muziek van Toto en Stevie Wonder, veel fusion, veel muziek uit de jaren zeventig en tachtig. Gelukkig had ik veel goede medestudenten en leraren op school. Ik probeerde meer open te spelen, maar ik had wat betreft de jazzmuziek geen referentiemateriaal.
Omdat je onderwezen werd in pop en rock?
Ja precies. Ik kwam met de jazzmuziek in aanraking via Youtube. Mijn medestudenten en ik luisterden naar Brian Blade, Elvin Jones en Tony Williams en ik vroeg me af: “wat is dit, waarom is het zo open en vrij?” Ik zag ze niet worstelen met het ritme en de metronoom. Ik vroeg mezelf af: “hoe kan ik dit benaderen?” Ik wilde net zo vrij worden als zij! En toen ben ik op een dag gestopt met studeren en besloot ik om jazz te leren. Ik moest improviseren. Na een jaar studeren ben ik gestopt met mijn opleiding, tot grote onvrede van mijn ouders.
Je bent gestopt na een jaar en vervolgens?
Ik ging naar een jazzdrummer die ik dat jaar in Howon had leren kennen. Ik wist dat deze drummer de beste was in dat vakgebied. Toen ik twintig was, leerde ik brushes en allerlei andere basistechnieken uit de jazzmuziek. In die tijd ging mijn vriend naar Nederland, omdat alle mensen die jazz speelden naar scholen in Nederland waren geweest, conservatoria in Groningen, Amsterdam en Den Haag. Al deze mensen gingen vervolgens terug naar Korea om te onderwijzen. Het lesgeld is in Nederland aanzienlijk lager dan in New York en het onderwijs is er ook beter. Uiteraard was ik toen nog niet klaar, maar in navolging van mijn vriend benaderde ik een van de jazzscholen in Amsterdam, en ik werd meteen aangenomen. Ik sprak geen woord Engels!
© Ho-Sung Joo
De muziek heeft je ertoe gebracht deze beslissing te nemen.
Ja, ik moest een nieuwe taal leren. In Nederland merkten ze dat ik geen woord Engels kon spreken, maar ik kon wel drummen. Daar waren ze gelukkig blij mee en daarom accepteerden ze me op school. Ik moest woordenboeken gebruiken en dingen proberen te begrijpen. Ik begreep niet hoe ik moest spellen wat de mensen vertelden. Het Engels heeft me meer moeite gekost dan het drummen.
Maar je bent er toch in geslaagd.
Ik speelde in ensembles, maar ik kon met niemand communiceren. Ik had zes Koreaanse vrienden op het conservatorium en we waren op dat moment erg close. Ik heb er een tijd aan gedacht om te stoppen, maar ik heb er uiteindelijk voor gekozen om verder te gaan.
In Europa heerste een ander jazzklimaat dan in Korea.
Voor mij was het spannend om een compleet andere cultuur te leren begrijpen. Er wordt hier veel meer gevraagd en gediscussieerd dan in Korea. Zo was het voor mij ook echt moeilijk om naar het waarom te vragen. Ik probeerde mijn studiegenoten te kopiëren, ik zocht uit hoe ze dachten en observeerde hoe ze zich gedroegen in bepaalde situaties. Dit was mijn eerste uitdaging. De muziek kwam later. Mijn medestudenten ontwikkelden zich uitzonderlijk snel en ik vroeg me af waarom ze het zo goed deden en ik in zekere zin bleef stilstaan. Ik oefende zo hard terwijl zij tijd namen om op het terras een biertje te drinken en feest te vieren. Daar had ik geen tijd voor. Ik begon aan mezelf te twijfelen. Ik was twintig! Was ik wel zo goed in drummen?
Je studiegenoten waren ouder dan jij en ze hadden een andere start.
Dus probeerde ik hun manier van leven te benaderen. Ik gedroeg me meer Europees. Heel open voor alles. Ook mijn muziek werd meer open. Ik durfde meer risico's te nemen. Ik speelde samen met pianisten en bassisten. Ze vertelden me wat ik kon doen en uiteindelijk voelde het zo veilig aan dat ik met ze van mening durfde te wisselen.
Vanaf mijn derde jaar begon ik met jamsessies. Docenten als saxofonist Jasper Blom en bassist Frans van der Hoeven introduceerden me in de Nederlandse jazzscene. Benjamin Herman was een van mijn grootste supporters in Nederland.
Wanneer ben je met je eigen muziek begonnen?
Op het conservatorium was er veel aandacht voor commercie en promotie. Daar was ik aanvankelijk niet mee bezig omdat ik erg verlegen was. Ik moest hard werken om mijn eigen identiteit, geluid en kleur te ontwikkelen. Ik speelde geen andere instrumenten en nu moest ik ineens gaan componeren. Ik speelde piano sinds mijn zevende en ook op het conservatorium kreeg ik harmonie- en melodielessen aan de piano, maar dat betekende niet dat ik al in staat was om te componeren! Ik kreeg compositieles. Ik had toegewijde leraren. Als ik vier maten muziek had geschreven, dan hielpen ze me verder met de volgende vier maten. Ze vroegen me of ik werd geraakt door een bepaald geluid, of door een bepaald loopje. Ze leerden me te combineren en probeerden te achterhalen welke kant ik met mijn compositie uit wilde.
Ik had in die tijd ook mijn eigen trio. Ik hield van triomuziek. Brad Mehldau, Keith Jarrett met Jack DeJohnette, Bill Evans. Triomuziek is voor mij zo interessant omdat je er veel mee kunt uitdrukken. Een muzikaal gesprek. In het begin schreef ik niet voor mijn eigen trio. Daar voelde ik me te verlegen voor. Ik had mijn eerste compositie al een paar maanden klaar voordat ik het aan mijn trioleden durfde voor te leggen. Daarom speelden we gewoon standards, want deze kende ik goed. Ik had geen vertrouwen in mijn eigen composities.
Hoe is het er van gekomen dat je je eigen muziek uiteindelijk toch durfde uit te voeren?
Mijn triopartners waren nieuwsgierig. Ik liet ze de eerste acht maten van mijn compositie zien. We probeerden er samen iets van te maken en toen dat lukte werd ik zelfverzekerder en ging ik verder componeren. Dit was mijn ding en ik wilde proberen het te spelen. Ik hield ook van kwintetmuziek. Ik wilde luid, wild en agressief kunnen spelen en dat kan uitstekend met blaasinstrumenten. Ze hebben een andere benadering van de muziek en dat maakt het ritmisch gezien voor mij interessanter.
Hoe heb je je bandleden gevonden?
Het waren studiegenoten van me. We hebben elkaar allemaal ontmoet op school in Amsterdam. Als je in Amsterdam studeert, ben je erg verwend. Er zijn honderden goede tenorspelers. Uiteindelijk koos ik voor Niccolo Ricci.
Waarom Niccolo?
Vanwege zijn geluid! Mijn trompettist en Nicccolo hebben hetzelfde geluid. Ze hebben allebei een donker en somber geluid. Het is heel eerlijk staat dicht bij mijn eigen muziek.
Vertel me over je debuutalbum, First Page.
Het is deels een trio-, deels een kwintet-album. Het was een geschenk aan mezelf. Ik wilde vieren wat ik tot nu toe van mijn leven had gemaakt. Dat is waarom ik het First Page heb genoemd. Ik opende de eerste pagina van mijn leven in Nederland. Ik maakte het album twee maanden voor mijn afstuderen. Op de dag van mijn afstuderen kon ik mijn eigen cd verspreiden. Ik heb de opnames, het mixen en masteren helemaal alleen gedaan. Ik had geen label. Ik dacht: “ik ga afstuderen en wat heb ik dan?” Ik wilde iets fysieks hebben.
En je tweede album ...
… zal Second Page heten. Nu is het anders. De tweede pagina begint op de dag dat ik ben afgestudeerd in 2017.
Sun-Mi Hong Quintet at North Sea Jazz Festival 2018 © Eric van Nieuwland
Vorig jaar heb je een wedstrijd gewonnen en gespeeld op het North Sea Jazz Festival en dat is het begin van je Young Vip Tour, dat is een geweldig hoofdstuk van je tweede pagina denk ik.
Het biedt mij de mogelijkheid om mijn eigen muziek te vertolken en mezelf zo mogelijk te overtreffen. Young VIPS is geweldig! Ik ben erg benieuwd hoe mijn muziek zal worden ontvangen op deze podia.
Vertel me alsjeblieft over je plannen voor deze Young VIP-tour.
Toen ik hoorde dat Sanne zou toetreden tot de Young Vips, wilde ik haar ontmoeten. Ik luisterde naar Sannes muziek voordat ik haar leerde kennen en ik wist meteen dat we samen iets konden maken. Op het Uitmarkt-festival speelde mijn kwintet op het zelfde podium als Sannes Trio Mudita. Ik was onder de indruk. Ze maakt prachtige geluiden en ze is muzikaal zo flexibel dat ze alles kan doen wat ze wil.
Uiteraard verschillen we van elkaar. De muziek van Sanne is spiritueler, stiller en folky. Mijn kwintet klinkt meer als een Amerikaanse jazzband. Maar er zijn ook overeenkomsten. We spelen op een organische manier, eerlijk en improviserend, schetsend.
Jullie gaan elkaar waarschijnlijk wel vinden op de Nederlandse podia?
Sanne brengt een keur aan muzikanten mee met verschillende instrumenten uit heel Europa. Ik speel met mijn eigen kwintet. Als we daar Sannes kleur aan toevoegen wordt dat echt heel bijzonder. Ik heb er enorm veel zin in.
© Robin Arends
Sun-Mi Hong Quintet
Sun-Mi Hong (drums)
Nicolo Ricci (tenor saxofoon)
Alistair Payne (trompet)
Young-Woo Lee (piano)
Alessandro Fongaro (contrabas)
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst