© Sylvain Gripoix
"...het is een pad dat ik op een tamelijk eenzame manier heb gevolgd
en dat me al tien jaar fascineert en boeit."
Dan Tepfer, een Frans-Amerikaanse pianist uit New York, was een vaste partner van Lee Konitz - twee duo-albums - en maakte indruk met zijn 'Variaties' op Bachs 'Goldberg variaties'.
Het 'Inventions/Reinventions' album van dezelfde Bach die hij dit jaar uitbrengt en op 18 december 2024 presenteert in de Grand Manège in Namen verdienen een paar toelichtingen van de pianist.
Allereerst, wat bracht je tot improvisatie?
Ik ben opgegroeid in Parijs in een Amerikaans gezin, mijn grootvader was jazzpianist aan de West Coast. Van jongs af aan wist ik dat je voor een piano kon gaan zitten en dingen kon creëren, dankzij mijn grootvader en ook dankzij mijn moeder, die samen met haar vader jazz had gezongen. Zij begon als operazangeres en zong twintig jaar in het koor van de Parijse Opera. Ik was me er dus van bewust dat dit een acceptabele manier van muziek maken was; aan de andere kant heb ik een karakter dat zich daarvoor leent, ik ben heel spontaan. Dus het idee om gewoon het podium op te gaan en uit te drukken wat er in mijn hart zit, wat er op dat moment gebeurt, spreekt me erg aan.
Vond je Bach een goed hulpmiddel?
Bach is ook de muziek uit mijn jeugd. Vanaf mijn zesde of zevende op het conservatorium moest ik Bach spelen van mijn leraren en ik ben er altijd dol op geweest; het is echt muziek die me diep heeft geraakt.
Als we het over improvisatie hebben, moeten we begrijpen wat vast en wat vrij is. Als je bijvoorbeeld in de jazz op een conventionele manier speelt, begin je met de melodie die vastligt en de harmonieën die daarbij horen, en dan ga ik improviseren op het harmonische raamwerk. Er zijn veel manieren om deze balans te vinden: de muziek van Bach heeft zo'n sterk en onverwoestbaar vast onderdeel, als een berg die daar maar staat, dat wij twintigste-eeuwse musici willen reageren op deze berg die ons zoveel materiaal aanbiedt. Voor mij is Bach prachtig materiaal waarop ik kan reageren.
© Noa Dylon
Bij de Inventions zijn je interpretaties intuïtief, vernieuwd bij elk concert. Het is een ander concept dan wat je deed met de Goldberg variaties…
Als je improviseert, is er een heel intuïtief deel, maar improvisatie betekent niet pure improvisatie, in de zin dat we, net als wanneer we met elkaar praten, beginnen met ideeën en we het juiste woord moeten kiezen en bewuste beslissingen nemen. Voor iemand als ik, die zijn hele leven al improviseert, kan improvisatie deels onbewust en deels bewust zijn, wat niet betekent dat het van tevoren vastligt, maar het kan wel heel bewust zijn.
Het is een beetje zoals acteurs op het toneel die een tekst hebben en die, door hun taalvaardigheid, weten hoe ze er inhoud aan moeten geven…
Precies, en ik denk dat de grootste uitdaging in muzikale improvisatie is om dit gemak van spreken te bereiken.
Om terug te komen op de vorige vraag: het concept dat ik gebruik bij de Inventions is anders dan wat ik dertien jaar geleden begon met de Goldberg variaties. In de Variaties neem ik de strikte data die Bach zichzelf oplegde, en ik reageer op elk van de variaties door een kader te gebruiken dat vergelijkbaar is met dat van hem. Ik neem bijvoorbeeld zijn harmonische kader, ik neem zijn melodische ideeën, in feite remix ik de elementen die hij gebruikte in de Variaties, maar op mijn eigen manier.
Bij de Inventions is het project anders: mijn interpretaties reageren niet op Bachs Inventions: ze komen uit zichzelf. Het enige wat ze delen met Bach is een narratief concept met betrekking tot wat het is om een verhaal te vertellen in muziek, de link ligt op dit abstractieniveau.
Als ik dit project in concert speel, zijn de improvisaties volledig vrij en elke keer anders. Wat vastligt in de vrije improvisaties is dit narratieve concept dat ik strikt volg aan het begin van een hoofdpersonage dat plotseling in chaos kan terechtkomen, in het onbekende, en het personage zal zijn weg terug naar veiligheid moeten vinden. Dit is het mechanisme dat ten grondslag ligt aan alle verhalen in elke interpretatie.
© Noa Dylon
Vind je het nuttig om tijdens een concert deze aanpak uit te leggen of is het aan de luisteraar om zich te oriënteren?
Ik denk niet dat het nuttig is om uit te leggen wat ik ga spelen omdat het erg abstract is. Het proces, ja, dat leg ik uit omdat ik denk dat het nuttig is. Maar ik hoop dat de muziek op zichzelf staat en dat als ik het niet zou uitleggen, mensen met me mee zouden reizen. Het is interessant om het concept achter het project uit te leggen.
Zijn er muzikanten die je hebben aangemoedigd of geïnspireerd in deze richting?
Natuurlijk heb ik veel muzikale helden, waaronder Keith Jarrett, maar ook Thelonious Monk, Ahmad Jamal, Brad Mehldau en Chick Corea.
Maar of er iemand is die me heeft aangemoedigd in deze benadering, nee. Het is heel zeldzaam in de jazzwereld. Er is Keith Jarrett, die heel beroemd is om zijn volledig geïmproviseerde concerten, en het was zijn aanpak die me aanmoedigde om te doen wat ik doe, maar uiteindelijk zijn er maar heel weinig muzikanten die dat doen. In de jazz ga je uit van een standard, maar hier vind je uit op het moment, het is heel veeleisend, het is een pad dat ik op een tamelijk eenzame manier heb gevolgd en dat me al tien jaar fascineert en boeit.
Tekst © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling: Jos Demol) - foto’s © Noa Dylon/Sylvain Gripoix
In samenwerking met JazzMania
Op 18 december 2024 om 20u00 stelt Dan Tepfer « Inventions/Ré-Inventions » voor in de Grand Manège Namur,
in het kader van de Steinway Christmas Days (16 -21 december. Het volledige programma vind je hier)
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst