In de aanloop naar zijn residentie op het Brussels Jazz Festival vertelde Casimir Liberski over zijn invloeden en de drie concerten die hij zal geven.
Werd je in je tienerjaren door iets getriggerd dat je naar jazz leidde ?
Casimir Liberski : Het begon al voordat ik een tiener was. Mijn vader vertelde me dat hij, zelfs toen ik nog een baby was, veel jazz in huis bracht, vooral Thelonious Monk, en zelfs als heel jong kind hoorde ik zijn muziek, ik heb echt oude herinneringen aan Monk stukken, het is alsof ze deel uitmaakten van de allereerste momenten van mijn leven. Het deed me bewegen, zingen, jazz, swingen... Het is iets dat me bijblijft op dezelfde manier waarop sommige mensen naar Mozart of iets anders luisteren.
De andere trigger was de oude blues. Ik heb ook de Laurel en Hardy periode, en de oude tekenfilms... We waren ook geabonneerd op een serie genaamd 'Jazz&Blues' met kleine boekjes, variërend van werkliederen en spirituals tot Coltrane en Bud Powell. Het was een enorme verzameling die ik op een rommelmarkt heb verkocht, ik weet niet waarom.
Ken je Robert Crumb, de Amerikaanse striptekenaar uit de jaren 1930 die 78 toeren verzamelde? Mijn vader luisterde veel naar Keith Jarrett, de 'Live at the Blue Note' box. Er waren veel andere invloeden, zoals een best of van Ray Charles, wat een echte obsessie was toen ik acht of tien was, een "Very Best of Ray Charles" waarin hij niet zong, dingen die een beetje in de stijl van Red Garland waren, maar meer rootsy, meer rhythm 'n blues, maar al met een bebop vocabulaire. Dan was er Stevie Wonder en, in mijn tienerjaren, Brad Mehldau.
Is deze 'artist in residence' in Flagey geen weerspiegeling van alles wat je hebt opgeslagen ?
Casimir Liberski : Ja, ik probeer dat bij elk concert te brengen, maar je kunt niet alles doen, je moet kiezen... Vroeger dacht ik dat ik alles in hetzelfde potje zou stoppen, maar dat kan niet. In het soloconcert ga ik bijvoorbeeld voor iets intiemers, durf ik voor minimalisme of naïviteit te gaan, neem ik stilistische vrijheden die ik, mochten er gasten bij zijn, waarschijnlijk niet zou nemen. Er zijn ook meer experimentele dingen met muzikanten op elektronische instrumenten, waarbij ik verder kan gaan in mijn zoektocht naar nieuwe geluiden en andere texturen...
Je bent ook geïnteresseerd in electro en je hebt een album gemaakt met videogamemuziek…
Casimir Liberski : Het hoort ook bij deze tijd. Ik realiseer me dat dit al het geval was van in de jaren 60 met Sun Ra, zij gebruikten al heel lang synthesizers.
Natuurlijk speelt het heden een belangrijke rol in moderne muziek, jazz en zwarte Amerikaanse muziek. Ik heb me echter niet echt verdiept in Latijns-Amerikaanse muziek. Ik vind het misschien wel leuk, maar ik heb me nooit in die cultuur verdiept en ik ben er nooit naartoe gereisd.
Ik ging door mijn hiphop- en rap fase in de jaren 90, maar ik heb moeite met het meer decadente spul van tegenwoordig: ik hou ervan als er een ritme en poëzie in de teksten zit, als het welsprekend is, als het iets zegt... Als het alleen maar verdwaasd kapitalisme is, ben ik niet geïnteresseerd tenzij de muziek interessant is. Hiphop in de jaren 90 was zinvol, ze gebruikten o.a. Monk, ze verwezen naar muziek... Vandaag heb ik de indruk dat het commerciëler is, het is minder smaakvol... een beetje zoals alles wat vandaag gedaan wordt dat een beetje klinkt als kunstmatige intelligentie.
De pure Britse rock was niet echt mijn cultuur, maar later wel een beetje The Beatles; niet zoals Brad Mehldau in zijn boek over de jaren 70 praat. Bij hem zit er lijn in met folk, pop-rock... Ik hield ook van Nino Rota, zigeunermuziek...
Er zit ook Brassens in je solorepertoire…
Casimir Liberski : Er was een album uit de jaren 60, "Les Géants du Jazz jouent Brassens", een instrumentale plaat volgespeeld door Franse jazzmusici, een prachtig swingend jazzalbum dat ik grijsdraaide.
Een ander album dat me onderdompelde in traditionele jazz was Laurel & Hardy, een Nederlandse groep, Beau Hunk plays Laurel & Hardy, super grappig met geweldige melodieën. Mijn ouders luisterden naar Miles Davis, Frank Zappa... Eigenlijk kwam mijn inspiratie van waar mijn ouders naar luisterden.
Op Flagey speel je ook met wat ik het New York Quartet noem, een verwijzing naar je lange periode in New York, met een aantal beroemde muzikanten...
Casimir Liberski : … met wie ik in New York heb gespeeld, maar altijd apart. Ik ben bezig met het voorbereiden van enkele partituren: omdat we nog nooit samen hebben gespeeld, gaan we tijdens de dag van de residentie voor het concert de temperatuur een beetje voelen en allerlei ideeën uitproberen. Ik wil niet teveel de richting aangeven met zulke originele mensen. Ik wil ze hun vrijheid geven.
Er is ook free jazz, mijn laatste grote revelatie, de laatste van mijn verschillende leerervaringen. Daarvoor hield ik helemaal niet van free jazz, maar ik had het geluk Ornette Coleman te ontmoeten die in hetzelfde gebouw woonde als een vriend van de familie wiens man dokter was en Ornette als patiënt had. Ik probeerde naar zijn muziek te luisteren, maar ik kon het niet begrijpen. Toen ik naar hem toe ging, luisterde ik naar 'The Change of the Century', dat begint met het titelnummer 'Free' met arpeggio's, en dat maakte indruk op me, en vanaf dat moment raakte ik verslaafd, en de harmolodics die harmonie en melodie vermengt, verleidde me.
Het opende deuren en opende mijn oren voor Schönberg, Stockhausen, atonale muziek, bruitisme, musique concrète... Vandaag ben ik meer bezig met melodie, goed beseffend dat ik uit die zone kan breken... En de muzikanten met wie ik speel bij Flagey zitten op dezelfde golflengte: Greg Osby heeft Ornette's composities gecoverd op zijn platen, hij is een geweldige muzikant, een virtuoos op de sax, vloeiend en fijngevoelig. Nasheet Waits, de drummer van Jason Moran, heb ik ontmoet toen hij met Andrew Hill speelde, ik was een fan, we zullen waarschijnlijk een stuk van Andrew spelen. Ik heb wat sessies met Nasheet gedaan in zijn studio en dat werkte heel goed. Larry Grenadier is de bassist van Brad Mehldau en hij is een jeugdvriend van me. Ik herinner me dat ik Larry uitnodigde om te jammen in Ornette Coleman's loft in New York, en het was geweldig.
Je hebt een aantal intense jaren in New York beleefd. Hoe is de aanpassing aan de Belgische muziekscene verlopen sinds je hier terug bent ?
Casimir Liberski : Het is geen kwestie van 'zich herhalen', het is een kwestie van 'doorgaan'. Maar je moet niet denken dat het gemakkelijk was in New York, er waren veel psychologische en emotionele problemen, dilemma's om ver van mijn familie te wonen met wie ik altijd een goede relatie heb gehad, het was geen vlucht. De verwachtingen waren hoog, er was veel ambitie... ook al is ambitie heel schadelijk voor de kunstenaar, je kunt het beter vergeten, het is schadelijk voor de kunst, je hebt haast, je denkt dat je concessies moet doen, maar dat is niet zo.
Muzikaal gezien is het niet gemakkelijk geweest. Ik heb het idee om jazzmuzikant te worden min of meer opgegeven en in plaats daarvan geprobeerd om een balans te vinden in mijn muzikale keuzes. Ik ben ook gestopt met het mystificeren van Amerika en New York, ik kijk minder naar waar mensen vandaan komen, ik denk dat mijn eigen smaak muzikaal, maar ook menselijk overheerst. Ik woon in Brussel, ik hou van deze stad, van zijn zachtheid.
Interview © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling: Jos Demol) - foto’s © Johan Jacobs
Een samenwerking JazzMania / Jazz’halo
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst