Carlo Actis Dato : Earth is the place






© collectie Carlo Actis Dato

“De tenor is de zon, de basklarinet de maan, de bariton de aarde.”



Dit interview maakt deel uit van een reeks die gemaakt werd met de bedoeling een licht te werpen op de Italiaanse improvisatiescene.

Met toestemming van Edizioni Scarabocchio Bolzano publiceren we het gesprek dat Renato Sclaunich had met rietspeler Carlo Actis Dato. Het verscheen bij hen onder de titel “Carlo Actis Dato - La Terra è il posto giusto".

Dag Carlo, laten we het interview beginnen met de titel van een van je werken met je quartet: “Earth Is the Place / La terra è il posto giusto”, kun je ons vertellen hoe dit project tot stand is gekomen? Waarom heb je deze titel gekozen?

Dit is de meest recente cd van mijn klassieke quartet met twee rietblazers, contrabas en drums/percussie. Dus 'vrije', energieke, zelfs free form muziek, maar altijd met een sterke ritmische basis en ook zingbaar, soms met speels gezongen 'refreinen', met knipogen naar wereldmuziek, lang voordat het een banale, radicale/chique mode werd.


Actis Dato Quartet – Earth Is The Place (Leo Records, 2015)



De titel verwijst natuurlijk naar het Arkestra van Sun Ra, maar zoals je kunt zien staat er een ratelslang op de hoes, dus je moet heel voorzichtig zijn ... de planeet is wat ze is, meer en meer verkracht in alle opzichten door te veel mensen en bovendien is het een zeer gevaarlijke plek, met een geschiedenis van oorlogen, genocides, vendetta's, vervolgingen, religieus fanatisme ... kortom - maar je kunt er moeilijk doekjes om winden - een ramp. Pas dus op voor de grond onder je voeten, er kan altijd een giftige slang klaarstaan om ons pad te kruisen! Het eerste stuk is getiteld 'Immigranten' (welke? Italianen in Amerika, of Afrikanen in Europa?).

Vertel ons wat meer over je opleiding? Ik hou erg van autodidacten...

Een paar eerste klarinetlessen van een variété muzikant, een paar maanden later ging ik bij zijn band spelen in een danszaal in Turijn (begin jaren '70), maar 4 keer per week dezelfde (vreselijke) stukken herhalen als Pooh ... buikpijn ... maar daarna maakte de invasie van 'stijldansen' de mentale marteling nog erger.

Het was niets voor mij, al een paar jaar luisterde ik alleen maar naar jazzmuziek (van alle stijlen, te beginnen met Benny Goodman (idool van mijn schoolhoofd vader, niets met muziek te maken), de big bands, swing, hard bop, free als favorieten.

Ondertussen waren de Berklee lesboeken gearriveerd, eerst gekocht in Duitsland en daarna ook in een winkel in Turijn, en ik begon te spelen in big bands, blues bands, R&B ... Ik was een frequente bezoeker van de Swing Club, waar de groten van de jazz speelden: met Ornette Coleman, Art Blakey, de fantastische Philly Joe Jones, Johnny Griffin (eng!), Jean-Luc Ponty, Noah Howard, Jimmy Smith, Don Byas ... onder mijn favorieten.

Altijd fundamenteel aanwezig was de nieuwsgierigheid naar de wereld, reizen, altijd en met de weinige middelen die beschikbaar waren ... Jarenlang wisselde ik van auto na elke reis, als ik ermee naar de woestijnen van Marokko, Algerije, de bergen van Oost-Turkije of Noord-Griekenland reed, naar de Noordkaap ... waar je ook naartoe kon met een oude tweedehands auto. Dit was essentieel!

Als kind verbleven we in de buurt van Taranto (mijn vader was in omgekeerde richting geëmigreerd!) en twee keer per jaar reden we door Italië vanuit Ginosa (“Ginosa Jungle”) om naar onze grootouders in het noorden te gaan. Toen er nog geen snelwegen waren duurde het drie dagen, we sliepen meestal in de auto (een oude Fiat 600 met deuren die naar voren opengingen), picknickten en aten panini. Ik beeldde me in dat ik stilstond en dat de wereld voor mijn gezicht langs bewoog op een gigantisch wiel dat tegen de achterruit was geplakt. Het waren belangrijke reizen om de 'geur' van de wereld te proeven.

Op een avond wilden we een kamer huren in een dorpje in the middle of nowhere, maar toen de dame de deur opende, kwamen er vier of vijf kippen naar buiten ... Nou, we sliepen weer in de auto!

Mijn opa was timmerman, dus hij werkte met zijn handen, hij raakte dingen aan en zweette erover, in grote stofwolken, schaven, zagen, beitels, draaibanken, hamers ... allerlei soorten instrumenten! Hij speelde trompet in de dorpsband. Toen we begin jaren zestig in Turijn woonden, was het de tijd van Renato Carosone en Fred Buscaglione en hun zeer 'jazzy' groepen. We hadden een grote grammofoon/radio die alleen 78 toeren afspeelde, die moeilijk te vinden waren in een oude winkel op Piazza Castello ...

Na de middelbare school schreef ik me in voor studies ingenieur, ik speelde al een paar jaar muziek en ik had gelezen dat de VS the place to be was. Ik dacht dat alles daar gebeurde en dat ook de Italiaanse universiteiten studentenorkesten hadden! Ahahahah!!! Wat een illusie.

Gelukkig ontmoette ik na de maanden in danszalen en daarna op dorpsfestivals (het was er leuk, elke avond op een andere plek, andere mensen, de eerste improvisaties, een zangeres die op Caterina Caselli leek...) bijna bij toeval Claudio Lodati, Enrico Fazio en Fiorenzo Sordini, met wie ik begon samen te werken aan geluiden, sferen en ritme.



Je bent een van de oprichters van de Art Studio, je hebt je muziek met succes door heel Europa gebracht, welke geluiden zaten er in je stukken? Klopt het dat je je hebt laten inspireren door het Art Ensemble of Chicago en de St. Louis school?

Inderdaad, ik had grote aandacht voor het onderzoek van het Franse label Byg Actuel, Anthony Braxton, Art Ensemble of Chicago, Steve Lacy, Archie Shepp... in die tijd (midden jaren '70) was Parijs het centrum van de zwarte avant-garde muziek.

Fiorenzo Sordini en ik gingen er een paar maanden naartoe, we speelden in de metro, net als vele anderen, een zeer nuttige ervaring om te 'deblokkeren' en zonder al te veel scrupules te durven. Later voegden Claudio Lodati en Enrico Fazio zich bij ons en ontmoetten we de Franse saxofonist Hervè Bourde met wie we in '75 zelfs in het Maison de la Radio en in clubs speelden. Toen we terug in Turijn waren was de vraag ‘wat doen we voor de kost?’ We stoten op een muur van onverschilligheid toen, gewoon panettone bezorgen (en opeten als lunch en avondeten!), reclame-interviews doen en andere klusjes, zoveel mogelijk profiteren van de universiteitskantine ...

Met Art Studio stonden we op grote Europese festivals: Sens (Frankrijk), Tübingen (Duitsland), waar Irene Robbins en Guido Mazzon ook aanwezig waren, … we speelden in Nederland en Duitsland ... Italië? Waar is dat?

Ooit hadden we een optreden in Zwolle in een bar; toen we begonnen te spelen draaiden de al halfdronken gasten allemaal hun rug naar ons toe, de eigenaar kwam naar ons toe: 'jongens, het spijt me maar we spelen alleen blues, ga zitten, eet, ik betaal hotel en cachet zoals afgesproken, maar speel alsjeblieft niet verder'. Een ware Blues Brothers scène!!! Maar allemaal correct en we leefden nog lang en gelukkig…

Hoe dan ook, vanaf het begin probeerden we uit onze schulp te kruipen, naar Europa te gaan en verder weg. Ik heb er nooit tegen gekund om solo's van iemand anders uit het hoofd over te doen of bang te zijn voor de 'verkeerde' noten. Nu is alles erg 'glossy', digitaal zelfs in onze gedachten, kunstmatig, zelfs ... de intelligentie! Hoe dan ook, we hebben ook op festivals gespeeld in deze hoek van de wereld: Padova, Palmi, Brescia, Pisa, Ravenna of daaromtrent ...


Enrico, Fiorenzo, Carlo en Piero © collectie Carlo Actis Dato



Kun je ons iets vertellen over Actis Dato Quartetto, Atipico Trio/Quartetto, Actis Furioso. Wat hebben deze formaties gemeen en wat onderscheidt hen?

Het Quartetto werd opgericht in 1984, met Piero Ponzo, Enrico Fazio en Fiorenzo Sordini. Na 10 jaar experimenteren met Art Studio voelde ik de behoefte om een originelere benadering te vinden, vrij om verschillende soorten wereldmuziek te citeren, te zingen en te dansen (in een 'mentale' zin), en om iets te doen dat meer in overeenstemming was met mijn eigen ervaring en onafhankelijk van het Afro-Amerikaans vrij onderzoek. Bovenal was ik niet tevreden met wat Europese 'jazz'-muzikanten over het algemeen deden, die zo druk bezig waren met het zoeken naar geluiden en situaties die nogal moeilijk waren voor de oren van luisteraars (en de mijne ... ehehh).

Dus probeerde ik, samen met anderen, stukken te maken die zouden weerspiegelen wat, in goede en slechte tijden, deel uitmaakte van ons muzikaal/cultureel erfgoed.

Als je wilt, was ik erg geïnteresseerd in wat de Nederlandse jazzmannen deden: Willem Breuker (goede vriend en fantastische muzikant/componist), Maarten Altena, Misha Mengelberg... Met het Quartetto maakten we een dozijn cd's en speelden we in honderden clubs en festivals in Europa en daarbuiten. Relatief weinig in Italië, hier heerst een atavistische angst voor fantasie, voor kleur, voor durf, voor buiten de lijntjes gaan... tegenover de weinigen die erin slagen de barrières van de zelfbenoemde 'critici' te doorbreken: Fellini, Pasolini, De Chiri-co ... enz.

Na zo'n twintig jaar was er een generatiewisseling, nu zijn ik, Beppe di Filippo (sax), Matteo Ravizza (bas) en Daniele Bertone de vier. Met het Quartetto hebben we op vijf continenten gespeeld (alleen niet op Antarctica, verdorie!): Nieuw-Zeeland, drie tournees in Australië, vier in Japan, Canada, Noord-Afrika, Senegal, vijf keer in Ethiopië, Zuid-Afrika, Kenia, Indonesië, Guatemala, Martinique, Siberië en heel Europa etc. etc. (zie http://www.actisdato.it/).


Daniele, Matteo, Beppe en Carlo © collectie Carlo Actis Dato



Het Montréal Festival in Canada, voor 25.000 mensen in de open lucht op een podium op een grote binnenplaats in de stad ... was historisch (voor mij). Zodra ik daar opstond, was het indrukwekkend om de adem en de aanwezigheid van het publiek te voelen, het was alsof ik bij een rockconcert was!

     


Met Atipico Trio ook Finland, Roemenië, Spanje, Frankrijk, Duitsland. Zelfs in 'alternatieve' restaurants, in hotelzalen, in de foyer van grote auditoria was het een gemakkelijk te plaatsen groep ... altijd gericht op wederzijds vermaak (van ons en van het publiek).


  


Hetzelfde gold voor Actis Furioso, tien energieke mannen die zich door niets lieten afschrikken, er altijd voor zorgden zichzelf te amuseren (met de nodige matiging), vermomd in originele tunieken gemaakt door Yuki Mochimaru met Afrikaanse stoffen die lokaal werden gekocht (Senegal en Mali).

Publieksparticipatie is cruciaal, ik wil niet spelen voor mensen die zitten te slapen in hun stoel, denkend aan iets anders terwijl de muzikant prutst met zijn toonladders en akkoorden, of voor radicaal chique mensen die niet luisteren maar piekeren over oude gewoontes ...

    


En in de tussentijd waren er zes albums en vele concerten (Slovenië, België, Duitsland, enzovoort) met de meer 'elektrische' groep: Actis' Band, gevormd met Massimo Rossi (sax), Tony Fontana of de Duitse Karsten Lipp (gitaar), Federico Marchesano (bas) en Dario Bruna (drums).

Hier waren de cd-titels opgedragen aan grote 'helden': Che Guevara, Garibaldi, Allende, Don Quichote en dan aan China. Ook daar zonder grenzen. In Jakarta een concert en masterclass in een enorm theater met de Indonesische groep Krakatau (folk/rock en traditionele instrumenten) waarvan ik te gast was voor de opname van een plaat ... en bezoeken aan de omliggende bergen.

   


Een kleine curiositeit: de eerste cd gewijd aan Che werd met opzet opgenomen (7 en 8 oktober 1997) als eerbetoon aan de 30e verjaardag van Guevara's gevangenneming en einde in de Boliviaanse jungle. Er waren veel recensies, hier en in het buitenland ... maar niemand merkte het (ook al stond er op de cover een muur van in Gallipoli met Che's geschilderde afbeelding) het feit van de data en ... hoe triest! Ik schreef ook een 'opdracht' in de cd: 'Muziek voor dromers, overal en hoe dan ook'. Mah!?!


 
© ECM Records


Je ervaring in het Italian Instabile Orchestra? Hoe kregen jullie het geluid georganiseerd?

Een project van Pino Minafra dat altijd zweeft tussen composities en vrije improvisatie... Met de hulp van Piero Ponzo en Massimo Rossi maakte ik in de loop der tijd drie arrangementen voor orkest, stukken die ook werden uitgevoerd met Atipico en Actis Furioso.

Het was een decennium van fantastische tournees: een week in Engeland (wat erg moeilijk was!), het enorme Chicago Festival, Istanbul, heel Europa... en de grote tournee in Japan (die ik samen mijn vrouw, Yuki Mochimaru en het Cinq TV-netwerk organiseerde) op het Yokohama Festival en een Italiaanse week in Fukui in 2001: we waren met meer dan vijftig muzikanten: Italian Instabile Orchestra, Minafra's Sud Ensemble, Enrico Rava's Electric Five, Giorgio Gaslini en de pop/folk groep Mau Mau, plus de multimedia-artiest Ugo Nespolo. Formidabel!!! En dan met Instabile hadden we droomgasten: Willem Breuker, Ernst Ludwig Petrowski, Lester Bowie, Cecil Taylor ... en een van de allergrootsten: Anthony Braxton!



© Walter Miglio



Jouw avontuur in Centazzo's Mitteleuropa Orchestra?

Dat was ook een geweldige ervaring: rond midden jaren 80 en geweldige festivals en gasten: Albert Mangelsdorff, Franz Koglmann, Carlos Zingaro, composities van Andrea Centazzo, met wie ik net een prachtige cd heb opgenomen voor Ictus in quintet met Sergio Armaroli op vibrafoon...

Met Andrea hebben we in die jaren ook mooie concerten gedaan met zijn semi-klassiek ensemble, met operazangers en ook als duo. In 2012 was er in New York een week met concerten in John Zorn's club The Stone. Het was de 30e verjaardag (denk ik) van Andrea's label, Ictus.

Op je platen komen verschillende steden aan bod, wat is het idee achter titels als “Ankara Twist”, “Bagdad Boogie”, “Blue Cairo”, “Ginosa Jungle”, “Delhi Mambo”, “Swingin Hanoi”, “Fes Montuno”, “Istanbul Rap”. Heb je deze plaatsen bezocht of er verbleven? Hoe werken de combinaties van muzikale genres in de door jou gekozen steden?

Het is juist om het idee van de universaliteit van muziek, genres en muzikanten op de voorgrond te houden; niemand is sant in eigen land (luidt het gezegde), inderdaad. Gelukkig maar, denk aan je leven doorbrengen in die vochtige, bemoste, met rook gevulde krochten van kankerverwekkende sigaretten die jazzclubs vroeger waren, met altijd hetzelfde ellendige, meelevende publiek dat dacht aan het manisch bekritiseren van degenen die niet zulke solo's spelen, of die de noten van de kleine bebop toonladder verkeerd brachten!!! (muziek heeft wiskundige regels, maar wiskunde in de muziek levert niets goeds op). Vandaar de ongerijmde verwijzingen naar ritmes en wereldsteden die lukraak worden gecombineerd, alleen maar om de oren wakker te schudden van zij die horen, maar niet luisteren.


     


Hoe is “The Moonwalker”, een project van jou, tot stand gekomen, wat wilde je ermee vertellen?

Een soort autobiografische titel, die dingen laat horen die noch in de hemel, noch op aarde zijn, maar op de maan! Ahahhah. De andere is “Urartu”, de naam van een beschaving die verdween in het midden van Turkije (een land waar ik erg van hou en waar ik al een dozijn keer doorheen ben gereisd) vóór de Assyriërs en waarvan bijna niets bekend is, alleen heel weinig ruïnes werden blootgelegd... misschien is dat wat er zal gebeuren met degenen die spelen, wanneer de kunstmatige intelligentie het overneemt en de 'anomalieën' worden uitgewist!

In "The Moonwalker" zitten verschillende clips die zijn opgenomen tijdens verschillende tournees in Japan, de VS en Afrika.

Solo spelen is heel spannend, er is geen risico op verveling of 'kwijlen', er staan mensen vooraan en je staat alleen tegenover iedereen, een mooie uitdaging.

Ik had een geweldige solotournee met zeer goede lokale muzikanten in 2016 in Venezuela: tien dagen in verschillende steden en met verschillende formaties, van solo tot bigband, met zeer getalenteerde studenten van door de staat gefinancierde muziekscholen, prachtige nieuwe instrumenten van de beste merken, en wetende hoe verschrikkelijk de economische crisis is die ze doormaken, omdat ze niet gehoorzaam aan de 'goede' kant staan, vraag je je af wat er gedaan zou kunnen worden als politici minder lippendienst zouden bewijzen en meer actie zouden ondernemen.

Hoe belangrijk is ironie voor jou?

Nou, natuurlijk was de laatste regel hierboven vreselijk ironisch, niet sarcastisch! Ahahah. Ik zou zeggen dat het onontbeerlijk is om vol te houden, om nooit op te geven. Ik ben een optimist, er is altijd een nog mooier landschap na die bocht, een nog mooiere wolk, nooit denkend dat het morgen ook zal regenen (hoewel regen mooi en noodzakelijk is - daar, zag je die optimist!?!).



met Baldo Martinez © collectie Carlo Actis Dato


Hoe was het om samen te spelen met Baldo Martinez?

Veel concerten in Spanje, Italië en Frankrijk. Hij spreekt nu bijna goed Italiaans, ik bijna goed Spaans. Baldo Martinez komt uit Galicië, de streek ten noorden van Portugal richting oceaan, richting Amerika, veel wind, weinig flamenco ... en ik heb geleerd dat een van de mooiste en lekkerste dingen ter wereld 'pulpo gallego' is! Al jaren moet Yuki het minstens één keer per week koken! (Nou ja, ik doe dan de afwas!).

Een broederlijk duo, in alle opzichten. Als Duo met gitarist Enzo Rocco hebben we veel getoerd: Engeland, Schotland, Dublin, Maghreb, Denemarken, Litouwen, Albanië... en in 2017 Mexico City. Muziek die misschien iets meer 'inspanning' vereist ... zonder trommels beweegt het voetje maar moeizaam! Maar de mensen, en zeker degenen die niet komen om een nieuwe editie van het duo van Stan Getz en Barney Kessel te horen, storten zich er enthousiast en zonder vooroordelen op. Jammer dat de Covid veel dingen heeft onderbroken, veel verhalen, veel 'reizen'...


met Enzo Rocco © Sergio Campari


Lester Bowie is een hoeksteen van de improvisatie en van de nieuwe Afro-Amerikaanse muziek, hoe werkte het compositorische/creatieve aspect tussen jullie? Met Günter Sommer, een zeer vrije drummer, hoe hebben jullie je muziek tot uitdrukking gebracht?

Het zijn twee 'monumenten' van geïmproviseerde muziek. Lester Bowie was te gast bij het Italian Instabile Orchestra in Ravenna, geloof ik. Het was prachtig toen hij vroeg of hij een solo mocht doen op mijn compositie "AEIO", dat hem meer vrijheid leek te geven, mijn hart maakte een sprongetje!

Met Günter Sommer speelde ik in een quartet met Pino Minafra en Barre Phillips op het festival in Vancouver, Canada. Scherpe, geïmproviseerde muziek, je hebt maar een paar seconden nodig om te ontdekken hoe je verder moet: we zijn hoog in de bergen op een onbekend pad, er is geen tijd om bij elke stap te stoppen en na te denken over de volgende, je moet gaan, het houvast ontdekken, af en toe stoppen om van het uitzicht te genieten, een glimlach uit te wisselen en verder te gaan. Dat is de schoonheid van geïmproviseerde muziek. En mensen, als ze geen kunstmatige intelligentie gebruiken (en hun mobiele telefoons uitzetten) begrijpen dat.

Vancouver is een prachtig gelegen stad, ik ben er vaak geweest. Een geweldige plek om naar terug te keren...

Hoe improviseren ze in het Oosten? Je speelde met de Japanners, Masahiko Satō (piano), Toshinori Kondo (trompet), Satoko Fujii (piano), Akira Sakata (sax), hoe ging dat?

Ik heb vaak gespeeld (zelfs in Italië!) met Japanse, Amerikaanse en Canadese musici. Met de pianist Masahiko Satō, met het MATO quartet (Marcello Magliocchi op drums, ikzelf, Yasuhiko Tachibana op bas en Keisuke Ohta op viool) en toen met Kazutoki Umezu in een wild live duo in Yokohama, een van de meest 'volle' samenwerkingen: bloed, zweet en tranen, zoals ze vroeger zeiden.

Akira Sakata hoorde ik voor het eerst in Tübingen in 1979 (?) met het wilde trio van Yosuke Yamashita. Banzai! Een bevrijding, een lustopwekkende explosie van klanken. Ja, bij hen was alles vrij en spontaan, een paar kleine melodische ideeën, een Turks ritmisch refrein en gaan! Natuurlijk zijn er in Japan ook veel muzikanten die 'conventionele' jazz spelen, of veel big bands, zoals die van Satoko Fuji, bij wie ik te gast was.


 


Je werkte samen met Keith Tippett, een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Canterbury scene. Was je ervaring logisch?

Logisch ... d.w.z. georganiseerd? Ja. Er was genoeg uitgeschreven, maar niet dat het de wens om zich uit te drukken in de weg stond. Keith Tippett zijn persoonlijkheid was zeer aanwezig, hij wist wat hij wilde overbrengen, op de muzikanten en op het publiek. Hij hield de touwtjes goed in handen en het resultaat was geweldig, met de hulp van zijn vrouw Julie Tippetts die het vrouwelijk vocaal kwartet dirigeerde. Heel leuk, we deden ook stukken van Zuid-Afrikaanse jazzmuzikanten, er was de machtige drummer Louis Moholo. Eén programma was zelfs alleen gewijd aan jazz/kwela stukken, de traditionele muziek van het Xhulu volk, de etnische groep van Louis.

Met het quartet speelden we jaren eerder in Kaapstad en daarna in Durban in een township, begeleid door bewakers gewapend met machinegeweren tot aan de luifel waar het concert plaatsvond. Er was veel publiek en ook de groep van een lokale zangeres met wie ik speelde. Warme, vrolijke, luide mensen, een 'beetje' dronken van het bier, hehe-heh, veel enthousiasme. Prachtig ...

Onze instrumenten klonken luid, de machinegeweren hielden zich gelukkig stil, het dansen begon vrijwel meteen, we deden ook lichte 'Afro' stukken, zoals "Dogon", "Senegal", "Abidjan", "Don't feed the drummer! Fela" (voor Kuti), "Sahel" ...

Velen definiëren jouw muziek als een stijlmix, waarbij je uitgaat van populair materiaal (Italiaans, Noord-Afrikaans, uit het Midden-Oosten...) om uit te komen bij vrije muziek, met een expressieve lading die stromen van improvisatie, parodie, lyriek en ironie verbindt. Ben je het daarmee eens? Vertel ons iets over jouw sonische 'smaak'?

Ik ben het met je eens, luister als je wilt naar 'Dogon' of 'Tender is the Rain in Maracaibo' of 'Tango Balengo' (quartet) of ‘I Comunisti Mangiono I Bambini' (Atipico Trio), onder andere.

Jaren geleden kwam er een boek uit met een cd van het Instabile Orchestra ‘Forecast-Previsioni del tempo’, waarin de auteurs van de zes of zeven stukken op de cd hun eigen stukken beschreven: en weg waren ze met technische verhandelingen over toonladders, akkoorden, dissonanten, ritmische spanningen, etc. etc. ... Ik, als volmaakte autodidact, vertelde mijn 'visioenen' op het stuk "AEIO", pratend over bergen, schapen en herders ... misschien zag ik het niet goed? Ahahhah.


© Edizioni Scarabocchio Bolzano


Wat inspireert je als je speelt? Waar komt de muziek vandaan?

Visioenen, herinneringen aan reizen, aan situaties, aan de kindertijd, aan gefantaseerde werkelijkheid, aan wat men zou willen zijn maar niet is, aan waar men zou willen zijn maar niet is, aan bergen, aan sporen in de Sahara woestijn, aan bergen ten noorden van Haridwar, aan de tijd dat ik naar de top van Fuji klom en ziek werd van zuurstofgebrek, aan circular breathng, aan 'andere' ...

Ik hou van muziek waar altijd ritmische en emotionele spanning in zit, die met 'grit' wordt gespeeld. Het heeft niets te maken met versterkte gitaar of loodzware drums als in sommige rockmuziek, het is een innerlijke spanning die er moet zijn, zelfs in langzame, misschien melancholische stukken.

Wat vind je het mooist: baritonsaxofoon, tenorsaxofoon of basklarinet? Hoe wissel je af tussen deze instrumenten?

De tenor is de zon, de basklarinet de maan, de bariton de aarde.

Ik woon al 35 jaar op het platteland, in een klein dorp, in het huis van mijn grootouders. We hebben een tuin, een moestuin, bosjes in de heuvels om hout te sprokkelen voor de verwarming ... of eigenlijk, wacht even, het is tijd om een stuk in de kachel bij te leggen omdat het een beetje fris wordt... strikt houtkachel, GEEN pellets.

Met welke platen ben je opgegroeid en waarom?

Na de swingperiode, en van 's avonds laat luisteren met een Hitachi radio (het vleugje Japan dat altijd terugkomt!!), er was nog Willis Conover die ‘The Voice of America’ presenteerde, sprong ik naar Coleman Hawkins, Sonny Rollins (“Saxophone Colossus”), Thelonious Monk met Johnny Griffin, John Coltrane “live in de Village Vanguard”, de drie avonden Eric Dolphy “live in de Five Spot” met Mal Waldron.

Waarom? Maar waarom, omdat ze geweldig zijn, punt uit! Als we dan punten willen geven aan de vier saxen op basis van wie er beter is in het spelen van half verminderde akkoorden of het spelen van duizend noten in 10 seconden, dan zitten we er naast, de 'pathos' en de patine zijn wat telt!



Wat is samenspel voor jou?

Misschien trivialiteiten zoals: luisteren naar de ander? Weten hoe je op het juiste moment je mond moet houden? Nee: jarenlang spelen met muzikanten die je goed kent, met wie je misschien maandenlang een zolder van vier bij twee meter in Parijs deelde, of met vijf en twee lire naar Amsterdam vertrok in een oud Volkswagen busje (die met het gespleten glas, die van de hippies) om op straat te spelen. Of afspreken in Tübingen, Mazzon en wij met de trommels op de grond dat het busje niet wil starten, kom op duwen, kom op Guido! Dan spring je erin. Ja hoera, net als in het Wilde Westen, de aanval op de postkoets!!! PUM!!! Wat een klap, Guido! Hoofd tegen de deur, maar de motor draait, we gaan ... enzovoort. Nooit stoppen, “elke omgekeerde weg is een nieuwe weg”.

Waarop is je geluidsonderzoek gebaseerd? Door accumulatie of door weglating?

Steeds moeilijker! Ik vind het werkwoord accumuleren beter, dan kun je het later rustig weggooien, of je loopt het risico alleen in stilte te zitten ... Als je naar “AEIO” luistert zul je het begrijpen, vijf frasen boven elkaar aan het begin en nog eens vijf frasen aan het eind in elkaar grijpend (concert met Italian Instabile Orchestra op het Yokohama festival).

Wat betekent het woord ‘experimenteren’ voor jou?

Hetzelfde als onderzoeken. In jezelf zoeken, in herinneringen en gewaarwordingen. En dan proberen om verschillende soorten alchimie met elkaar te combineren, en als de reageerbuis niet ontploft, proberen en nog eens proberen in het openbaar.

Wat is creativiteit voor jou?

Ik herhaal mijn eerdere antwoord. Het is altijd moeilijk om te 'creëren'. Aan de andere kant, omdat je jezelf moet inzetten, als een formule werkt ga je ermee door (wat heeft Coltrane sinds '61 gedaan met het quartet? Precies dat, creatief en waakzaam blijven, maar in principe trouw aan de lijn). Ondertussen verbiedt niemand het maken en verweven van andere ervaringen, altijd blijven onderzoeken en vasthouden aan collabo-relaties (zoals met Baldo Martinez, Enzo Rocco, de Amerikaanse zangeres Ellen Christi en anderen) die kunnen uitgroeien tot grote vriendschappen en dus geweldige ervaringen.

De figuur van 'leider' is erg relatief in semi-geïmproviseerde muziek (iedereen werkt mee en deelt applaus of ... pomodo-ri).

In werkelijkheid, als ik met een band onder mijn eigen naam speel, ben ik altijd erg bezorgd dat alles werkt, dat de 'setlist' klopt, dat het publiek met ons mee kan 'reizen', dat de geluiden kloppen, dat de instrumenten op hun plaats staan ... kortom, grote spanning ... en dan moet ik ook nog spelen ... In plaats daarvan ben je als gast van anderen veel vrijer, kan ik meer ontspannen spelen, zijn de 'organisatorische' muzikale problemen niet je zaak, stromen de solo's vrijer.



Wat probeer je over te brengen als je speelt? Hoe heb je door de jaren heen je muzikale taal ontwikkeld? Wat is je esthetiek?

Niet alleen muziek, niet alleen klanken. Geen wiskundige trucjes met toonladders en akkoorden. Jazz en Europese geïmproviseerde muziek (wat daar nog van over is) zijn een levensfilosofie, een reis in de klankwereld om ons heen. Helaas is die wereld soms een brommer zonder demper die je om twee uur 's nachts wakker maakt, maar boosheid is ook een goede emotie, mits in kleine dosis! Luisteren naar ALLES, proberen veel te absorberen. De muziek van de wereld, de Unesco-platen van andere continenten, die je ging beluisteren bij Caligaris in de buurt van Porta Nuova en waar je er na een hele middag minstens één van kocht om de eigenaar te kalmeren en een andere keer terug te kunnen komen ... in de jaren zeventig was het heel moeilijk om naar 'andere' dingen te luisteren: muziek uit Bali, Indiase muziek, Afrikaanse muziek ... bijna onmogelijk.

Er was geen internet. Nu is er te veel van, en het heeft het plezier vernietigd om iets fantastisch te ontdekken dat je nog nooit hebt gehoord. De culturele/muzikale smeltkroes heeft de barrières genadeloos overwonnen.

Ik hoorde een leerling na dertien seconden met zijn wijsvinger op zijn mobiele telefoon zeggen omdat ik hem had opgedragen naar Eric Dolphy te luisteren: “maar deze mist wel heel veel noten!”.

Waar luister je tegenwoordig naar?

Alles, van Fela Kuti tot Compay Secundo, van Beyoncé tot Kaapverdische muziek, van Harry Belafonte tot Franco's Congolese Soukous, Arabische en Palestijnse muziek, Indiase, Indonesische, Japanse muziek, Stromae, Raúl Barbosa, Bonga de Angolees, Hermeto Pascoal, Georges Brassens, zouk van de Antillen ('A la Martinique'), Mama Rose's calypso en nog veel meer. Natuurlijk af en toe jazzklassiekers. De radio is er bijna alleen voor het nieuws, er is tijd om na te denken. Iets dat op tv verboden is. Die is alleen handig om snel in slaap te vallen.

  
De Werf Brugge, 1999 © Jean-Pierre Tillaert


Wat is improvisatie voor jou, jouw omschrijving?

Wandelen terwijl je naar het uitzicht kijkt en niet naar je eigen voeten: improvisatie. Voilà, wat denk je?

Welke saxofoons en basklarinet gebruik je? Welk merk rieten?

Na dertig jaar alleen Selmer gebruikt te hebben, is de markt geïmplodeerd en de instrumenten die de laatste jaren uit het Oosten komen zijn uitstekend en voor de juiste prijs.

Yamaha basklarinet niet vlug ontstemd en in plastic materiaal, zeer gemakkelijke emissie, onmiddellijk in de juiste stemming, klinkt m.i. uitstekend. Selmer open mondstuk in eboniet, Vandoren 2 rieten.

Vroeger had ik een hele goede Selmer Mark VI bariton die uitstekend was, maar veel tekenen van 'vermoeidheid' begon te vertonen... nu heb ik een Karl Glaser voor een heel goede prijs, in tune, made in China. Berg Larsen 110/2 metalen mondstuk. Rico Royal 2 rieten.

Tenorsaxofoon: ik heb nog steeds de Selmer Super Action II uit 1987, ook om sentimentele redenen. Het was de laatste tenor van George Adams, de saxofonist van Mingus, Gil Evans etc. die ik zag in de memorabele concerten op Umbria Jazz, met Hamiet Bluiett op bariton! Hij was een goede vriend van Yuki en stierf in 1992 en liet het aan haar na. Berg Larsen 110/2 metalen mondstuk. Rico Royal 2 rieten.


George Adams, De Werf Brugge, 14.10.1987 © Jan Vernieuwe



Advies voor een jonge saxofonist?

Reizen!!! En als je niet altijd kunt reizen, doe het dan in gedachten, zet op de bladmuziek zowel ideeën als noten vast; breek het akkoordenraster af, zoals de groten der jazz vanaf het begin hebben gedaan. Louis Armstrong, Charlie Parker, Eric Dolphy, John Coltrane, Ornette Coleman, e.v.a. Ze imiteerden geen anderen, ze speelden 'zichzelf', met de moed om fouten te maken om vroeg of laat de juiste richting te ontdekken.

Ik weet dat de 'saloncritici' het verschrikkelijk vinden om dit te horen, je moet de solo's van die jongens uit je hoofd leren uit respect voor de 'traditie'... Welke traditie? Van wie? Welk jaar, welke dag, welke maand, hoe laat? Ik wil het weten, want misschien verschuift de 'traditie' over tien jaar 74 jaar later of 47 dagen eerder en ik wil voorbereid zijn! Aahahhahh

Kan men nog steeds spreken van Free Jazz of is het als definitie achterhaald en begrensd door een precieze historisch politieke periode?

Kijk, het is niet alsof we het hebben over de verkoop van chips en worst! Het lijkt me een absurd probleem, een nutteloze tijdverspilling.

Free jazz was een stijl met sterke en nobele politieke motivaties, die ik deelde, en dit maakte de kleine 'critici' vol 'gezond verstand' bang om de grijze 'zuiverheid' van hun culturele vooroordelen te verpesten.

Men luistert naar muziek. Of je het leuk vindt of niet. Maar het heeft vele betekenissen, het is niet alleen geruis in de wind, het is net als schilderijen. Voor iemand die nu uit Myanmar komt en voor Picasso's Guernica wordt geplaatst, is het natuurlijk moeilijk te begrijpen wat het is, en waarom die stier op het schilderij tevoorschijn lijkt te willen komen om degenen die ernaar kijken te verslinden. Zo, ik denk dat je begrijpt wat ik bedoel.


De Werf Brugge, 1999 © Jean-Pierre Tillaert


Hoe is het heden met de geïmproviseerde muziek in Italië gesteld?

Eh eh eh eh ... Ik heb te veel vijanden. En dan woon ik nog op het platteland, en elke ochtend heb ik vier of vijf merels, twee eksters met hun gezinnen in de dennenboom, en andere kleine vogels die wachten op de kruimels die we achterlaten ... Problemen ... andere problemen ...

Plannen voor de toekomst?

Spelen (?) en reizen ... het wordt steeds moeilijker, de wereld is steeds meer in oorlog, er zijn te veel mensen, er is geen ruimte meer voor zielen, voor horizonten, voor natuur, en het wordt steeds duurder ... Ik herinner me dat ik op de oude Fiat 500 uit '72 vroeger zelf de koppelingen, de bougies en de verdeler verving. Nu is dat allemaal onmogelijk, je hebt een graad in elektronica nodig!

© Renato Scaunich (vrije vertaling: Jos Demol)
In samenwerking met Edizioni Scarabocchio Bolzano


In case you LIKE us, please click here:



Foto © Leentje Arnouts
"WAGON JAZZ"
cycle d’interviews réalisées
par Georges Tonla Briquet




our partners:

Clemens Communications





Hotel-Brasserie
Markt 2 -
8820 TORHOUT

 


Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse


Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée


Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant


Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon


Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage


Special thanks to our photographers:

Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte

Serge Braem
Cedric Craps
Luca A. d'Agostino
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper

Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein

Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre

Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
France Paquay
Francesca Patella
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten

Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden

Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner


and to our writers:

Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Renato Sclaunich
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Peter Van De Vijvere
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst