© Alexander Popelier
Alex Koo, die op vijfjarige leeftijd wordt uitgeroepen tot wonderkind van de klassieke muziek en in zijn tienerjaren tot jazzvirtuoos, voorkomt dat hij verstrikt raakt in een wervelwind die hem ver zou brengen van zijn enige doel: muziek spelen voor zijn plezier. Een (mooie) ontmoeting.
Allereerst wil ik het hebben over je achtergrond: je bent geboren in België, en hebt een Belgische vader en een Japanse moeder...
Alex Koo : Ja, dat klopt.
Als artiestennaam kies je voor een Japanse achternaam. Word je verscheurd tussen de Japanse en de westerse cultuur? Of lukt het je om de twee met elkaar te verzoenen?
Alex Koo : Ten eerste is Koo mijn tweede naam, niet de naam van mijn moeder. Ik heb deze achternaam gekozen om vergissingen te voorkomen. Mijn naam is 'Derudder', wat ingewikkeld kan zijn om te schrijven of uit te spreken voor iemand die geen Vlaming is.
De Japanse cultuur is een deel van mij... Toen ik heel jong was, voelde ik dat ik anders was dan de anderen. In ons huis hadden we een grote vierkante bak gevuld met water (lacht). Sindsdien zijn de dingen veranderd. Ik heb de wereld rondgereisd en veel mensen ontmoet. Uiteindelijk zijn er veel gelijkenissen tussen de twee culturen, die van het Verre Oosten en die van het Westen. Vandaag voel ik me meer Belg dan Japanner. De Japanse cultuur is een 'plus' die ik in me heb.
Je ondervindt het niet per se in je muziek…
Alex Koo : Ja, het is waar. Mijn muziek is een spiegel van mijn ervaringen en ontmoetingen. Ze vonden plaats in België, New York en Nederland…
Waarom dan deze titel voor het nieuwe album: 'Blame It On My Chromosomes'?
Alex Koo : (hij lacht) Deze titel is een manier om te accepteren wat ik artistiek ben. Maar we maken muziek voor andere mensen. Ik ben geen carrièrezoeker, daar heb ik geen plannen voor. Maar promotiewerk is onvermijdelijk. Het moet gebeuren, maar ik hou er niet van. De tien nummers die ik voor dit album heb geschreven moeten uit die context worden gehaald. Voor het eerst in mijn professionele leven heb ik dit album samengesteld zonder enig thema. Net als bijvoorbeeld bij het vorige album 'Etudes For Piano' (een soloalbum in opdracht van Bozar - noot van de redactie). Een album dat ik ook met plezier heb gemaakt... Sommige nummers op het album zijn lang geleden geschreven. Het is muziek die me raakt of die het publiek waardeert. Uiteindelijk besloot ik dat de tijd rijp was om dit werk op te nemen.
© Bernard Rie
Je begon al heel jong klassieke stukken op de piano te spelen. Hoe voelde je je toen je op vijfjarige leeftijd werd beschreven als een “wonderkind”? Herinner je je dat nog?
Alex Koo : Ik speelde al een paar jaar bij een privéleraar voordat ik aan de academie begon. Ik ervaarde dat ik dingen speelde die veel oudere laureaten ook speelden. Maar de eerste keer dat ik me bewust werd van deze 'gave' was toen ik naar een programma op televisie keek. Een Amerikaanse talkshow. De presentator riep uit, terwijl hij naar een jongen van mijn leeftijd luisterde die een aantal zeer moeilijke stukken van Debussy bracht: “Deze jongen heeft ongelooflijk veel talent!” Maar ikzelf had deze muziek ook perfect onder de knie. Toen realiseerde ik me dat er op mijn leeftijd maar heel weinig mensen waren die zo konden spelen als ik. Dat is waarschijnlijk het moment dat ik doorhad dat ik professioneel muzikant zou worden.
Je raakte voor het eerst geïnteresseerd in jazz toen je een tiener was. Hoe is dat zo gekomen?
Alex Koo : Mijn broer was net terug van een verblijf bij onze Japanse familie. Daar speelde mijn tante een beetje piano. Ze had wat jazzpartituren. Hij speelde 'Take Five' van Dave Brubeck voor me. We hadden thuis geen jazzplaten, ik kende er niets van en ik vond het ongelooflijk! Ik ontdekte deze muziek, ook gespeeld door mijn broer! Dingen waarvan ik niet wist hoe ze moesten gespeeld worden! Ik sprak snel met mijn pianoleraar die me binnen een jaar inschreef voor jazzlessen op de academie. Voor mij was jazz net als vrijheid!
Maar je hebt je klassieke wortels ook nooit verloochend. Van Rachmaninov tot de minimalisten... en Brian Eno…
Alex Koo : Ja, dat staat buiten kijf. Voor mij maakt Eno deel uit van de minimalistische beweging. In tegenstelling tot Philip Glass is hij geduldiger in het ontwikkelen van zijn muziek. Ik mag hem erg graag, hij heeft me beïnvloed.
Ik wil het nu hebben over een bijzonder hoofdstuk: dat van de virtuositeit. Net als iedereen heb ik uitbundige artikelen gelezen: “België is te klein geworden voor Alex Koo”. Ik weet dat je daar bescheiden over bent gebleven... Maar zijn deze commentaren niet ook de bron van een vorm van druk die de muzikant aan wie ze gericht zijn, te verduren krijgt?
Alex Koo : Nee, ik voel geen druk. Zodra ik begin te spelen, concentreer ik me op de muziek. Het is ik en de piano. Ik raak nooit gestresseerd. Dat was anders toen ik jong was en meedeed aan concoursen. Mijn ouders stimuleerden het niet, moet ik toegeven, maar ik zou ook nooit van mijn kinderen eisen dat ze aan wedstrijden meedoen. Het is niet goed voor het zelfvertrouwen.
Virtuositeit kan ook schadelijk zijn. Soms komen mensen naar me toe en verwachten ze dat ik op een bepaalde manier speel. Sommige avonden heb ik daar geen zin in. Ik ben meer geïnteresseerd in een vertolking gebaseerd op gevoel dan op techniek.
© Robert Hansenne
Wat kan gebeuren als je solo speelt...
Alex Koo : Over het algemeen is meer dan de helft van wat ik speel geïmproviseerd. Soms duurt het thema van het stuk niet lang. Bij het trio zijn de improvisaties wat meer georganiseerd. Ik kan de structuur van het stuk of de kleur niet zomaar veranderen omdat ik dat wil.
Je zei ooit: “De enige manier om te voorkomen dat je als jazzmuzikant in een depressie wegzakt, is jezelf over te geven aan de muziek”. Heb je er ooit spijt van dat je professioneel muzikant bent?
Alex Koo : Ja, meerdere keren... Elke week stel ik mezelf nog steeds dezelfde vraag (glimlacht)... Ik hou van muziek, spelen, componeren en concerten. Alles gaat goed voor mij, omdat ik praktisch alleen mijn persoonlijke projecten speel, met mensen die ik leuk vind.
Maar ik hou niet van alles wat erbij komt kijken... De promotie, de business. Tegenwoordig is het niet genoeg om getekend te hebben bij een label om goede muziek te brengen met goede muzikanten... Je moet ook een mooie website hebben, volgers op Instagram, abonnees op YouTube... Ik krijg de indruk dat muziek influencers meer erkenning krijgen en een belangrijkere rol spelen dan de muzikanten zelf.
Ik begrijp dat dit kan bestaan, maar ik hou er echt niet van om dat te doen, video's, dat soort dingen. Ik wil gewoon muziek maken, meer niet. Maar als je niet meedoet aan dat soort promotie, besta je gewoon niet.
Is jazz niet nog steeds een beetje immuun voor dit soort strategieën?
Alex Koo : Het is waar dat het bij jazz iets minder aanwezig is. Maar het is er ook, en binnenkort zullen we er niet meer aan kunnen ontsnappen. Wat je ook doet, of je nu bakker bent of muzikant, imago is belangrijker geworden dan inhoud.
Er staat een nummer op het album dat me doet glimlachen: “Hey Man, We Should Play Sometime”. Ik ken niet veel andere projecten dan je eigen...
Alex Koo : Nee, het is een grapje! Toen ik in New York woonde, was het een zin die muzikanten altijd tegen elkaar zeiden... “Hey Man, ...”. Hé Man, ...” Zonder echte bedoelingen, een beetje zoals vragen of ik in orde was.
© Louise Vervaet
Toch werk je zelden samen aan andere projecten…
Alex Koo : Dat is waar. Ik ben geen sideman die overal speelt... Ik maak keuzes: ik ben vader geworden (wat mijn leven heeft veranderd), ik geef les, ik ben gaan drummen... Dat kost allemaal tijd. Ik heb tijd nodig om op mijn instrument te oefenen en dat doe ik nu al minder dan toen ik op het conservatorium zat.
Laten we terugkomen op het nieuwe album: 100% akoestisch... In dat opzicht, duidelijk anders dan de Vlaamse scene…
Alex Koo : Ja, en zelfs anders dan de huidige jazzscene in het algemeen. Ik heb hiervoor gekozen: alleen maar akoestische klanken. Dat is belangrijk voor me. Ik ben nog niet klaar met het verkennen van het geluid van de piano en zijn mogelijkheden. Ik heb nog veel te leren. Het is een kwestie van integriteit. Hetzelfde geldt voor de drummer en de keuze van de contrabas: 100% akoestisch! Het is waarschijnlijk een beetje tegenstrijdig met wat we vandaag de dag horen. Aan de andere kant hechtte ik veel belang aan de mix. Ik hou van mixen, overdubs toevoegen en proberen een sterk geluid te creëren.
Tot slot koos je voor de klassieke configuratie van piano, bas en drums. Je vorige trio's bevatten één of twee blazers, geen contrabas...
Alex Koo : Ja, inderdaad! Ik ben nu al meer dan vijftien jaar professioneel bezig en dit is mijn eerste album opgenomen met piano, bas en drums! (hij lacht) Mijn carrière is wat dat betreft atypisch! Drie jaar geleden stemde ik ermee in om voor het eerst als soloartiest op te nemen. Ik voelde me er klaar voor. Net zoals ik me eindelijk klaar voelde om in dit formaat op te nemen. Voor een pianist zijn de solo en het klassieke trio heilig! Ik deed het tegenovergestelde...
Je weet zeker hoe je jezelf moet omringen met ervaren muzikanten! Na Ralph Alessi en Mark Turner is hier de befaamde ritmesectie met Dré Pallemaerts en Lennart Heyndels!
Alex Koo : Ik ken Lennart Heyndels al heel lang. We hebben verschillende achtergronden, maar we ontmoeten elkaar geregeld. We begrijpen elkaar, zowel muzikaal maar ook als mensen. We zijn oude vrienden.
Dré Pallemaerts en ik speelden meer dan tien jaar geleden voor het eerst samen. Ik herinner het me nog perfect. Zodra hij zijn eerste bekken aanraakte, zei ik tegen mezelf: “Wow! Dat is de drummer met wie ik wil spelen!” We hebben een hele sterke onderlinge band. Zowel in de structuur als in de improvisatie. Als het gaat om het terugvallen op de eerste noot van het thema, is Dré gewoon ongelooflijk! Met hem spelen is een heerlijk gevoel.
© Annie Boedt
Ambrose Akinmusire speelt op twee nummers. Hoe heb je dit georganiseerd?
Alex Koo : Ik belde hem gewoon op en we praatten wat. Toen stuurde ik hem ons werk voor die twee stukken. Het waren heel open tracks. Wat hij terugstuurde was perfect! Niets aan te veranderen. Het is zo mooi!
Ik hou ervan dat een compositie op één pagina past, dat het een verhaal vertelt op één pagina en dat iedereen begrijpt wat ik wilde uitdrukken. Dat is alles wat we nodig hebben.
Op twee nummers zing je... is dit iets wat je van plan bent verder te exploreren?
Alex Koo : Ja, maar ik kan maar beter veel oefenen (lacht)! Ik moest elke keer de beste van dertig takes nemen! (lacht). Maar ja, ik hou van zingen en verhalen vertellen. De teksten geven een andere touch aan mijn muziek. Het is een beetje jammer dat ik zo laat ben begonnen, ik realiseer me nu pas hoeveel ik van zingen houd. Soms hoor ik bij oude composities de melodie in mijn hoofd. Ik had een zangeres kunnen uitnodigen voor het album, maar voor één of twee nummers kan ik het net zo goed zelf doen als dat mogelijk is.
Ik heb net een paar nieuwe nummers geschreven waarop ik ook zing. Misschien neem ik ze op voor een toekomstig album.
Wat kunnen we je wensen voor 2025?
Alex Koo : Ik zal je antwoorden met een cliché: gelukkig zijn, zorgen dat mijn gezin ook gelukkig is. En dan doorgaan met wat ik doe. In het algemeen ben ik gelukkig... Meer prozaïsch, als ik de lamp van Aladdin mocht hebben, zou ik de geest vragen om het beheer van mijn website op zich te nemen... Ik ben daar echt niet geschikt voor! (lacht)
Interview © Yves Tassin (vrije vertaling : Jos Demol) - foto’s © Annie Boedt / Bernard Rie / Robert Hansenne / Alexander Popelier / Louise Vervaet
In samenwerking met JazzMania
W.E.R.F. / N.E.W.S.
Recensie Jazz'halo
Alex Koo concerteert op 7 februari 2025 in Flagey Brussel
ON TOUR 2025:
07/02 - FLAGEY, Brussels [SOLD OUT]
14/02 - BIJLOKE, Gent [SOLD OUT]
16/02 - DE CASINO, Sint-Niklaas
21/02 - DE ROMA, Antwerpen
27/02 - NOVA EXPRESS, Mechelen [SOLD OUT]
15/03 - DE SPIL, Roeselare
16/03 - KAAP, Oostende [LAST TICKETS]
23/03 - 30CC, Leuven Jazz
27/03 - CCHA, Hasselt
28/04 - Duc des Lombards, Paris
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Luca A. d'Agostino
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
France Paquay
Francesca Patella
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Renato Sclaunich
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Peter Van De Vijvere
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst