© Roger Vantilt
Het debuutalbum van de Franse celliste, studente aan het Conservatorium van Brussel, komt uit op 11 oktober 2024. Een belangrijke ontmoeting voorafgaand aan een tournee die haar in november naar onze contreien brengt: op 29 (in de Jazz Station Brussel) en 30 (in l’An Vert Liège).
Adèle, je hebt gekozen voor een in wezen klassiek instrument, de cello…
Ja, ik zit nog steeds op het Conservatorium, mijn master 2 in klassieke muziek.
Waarom ben je elders gaan zoeken voor dit eerste album?
Ik ben geboren in een familie van muzikanten, mijn vader is een jazz contrabassist (*). Zo ben ik opgegroeid met zowel klassieke als improvisatie-invloeden, dus het was niet meer dan logisch dat ik cursussen en workshops volgde die me op verschillende muzikale paden brachten.
Zijn er cellisten die je hebben aangetrokken tot jazz?
Vincent Ségal, Vincent Courtois, Guillaume Latil, ja, ik heb ze ontmoet, ik heb lessen en workshops bij hen gevolgd. Ik heb veel naar hen geluisterd.
Onder de oudere spelers zijn er muzikanten als Hank Roberts of Ernst Reijsiger?
Ik ken wel wat van hun werk, maar ik heb me er niet in verdiept zoals de mensen die ik eerder vernoemde.
© Julia Gat
Hoe is jullie quartet ontstaan?
Toen we met de eerste repetities begonnen, was Wajdi Riahi's trio er nog niet. We ontmoetten elkaar op het Conservatorium tijdens duo sessies; Pierre Hurty kwam bij ons terecht via Fabrizio Cassol's Medinea project. We begonnen eigenlijk als trio, maar na een paar repetities had ik het gevoel dat er een stem ontbrak om iets anders aan de muziek toe te voegen. Ik vond de combinatie van trompet en cello erg goed, dus de keuze voor Oscar Viret lag voor de hand.
Je was op de Grand Manège in Namen met Aka Moon, had deze muziek een link met Medinea?
Nee, het is heel anders dan Medinea, het was echt de muziek van Aka Moon. Voor Medinea definieert Fabrizio zichzelf als een dramaturg, een soort artistieke coach, het oog van een buitenstaander.
Dit zijn muzikanten uit het Middellandse Zeegebied die veertien dagen bij elkaar komen en samen componeren rond de tradities van het Middellandse Zeegebied. Fabrizio komt niet direct tussenbeide, hij speelt niet, alles gebeurt mondeling.
Je album ‘Close to the Water’ is onvermijdelijk beïnvloed door water…
Het schrijven was gespreid over verschillende jaren, na verschillende sessies in Tunesië, Aix-en-Provence, Lissabon... Het resultaat was dat ik er telkens uit kwam met een heleboel ideeën, en hierdoor zijn veel nummers ontstaan.
Je composities lijken te worden gedomineerd door beelden, je hebt het over de invloed van de zee, het is erg cinematografisch. De jazz in je muziek volgt niet echt de codes: het is wel een quartet, maar je volgt geen thema en improvisatie, de muziek is erg verdeeld, was dat bewust vanaf het begin?
In feite schreef ik de muziek aanvankelijk op de piano, wat al snel van cruciaal belang was; er is ook het feit dat Oscar en ik elkaar zo goed kennen, dat de communicatie tussen onze twee instrumenten op een heel natuurlijke manier gebeurde. Omdat we alle drie deel uitmaakten van het Medinea-proces, dat heel collectief is, werden mijn composities samen herwerkt, we zochten naar een manier om de dingen samen te laten klinken, en omdat het geen erg gebruikelijke formatie is, moesten we onszelf een beetje opnieuw uitvinden. samen. Het was een collectieve zoektocht, iets waar ik heel blij van werd.
© France Paquay
Was de stem van je broer een uitgemaakte zaak of heb je aan andere formules gedacht?
Op het moment dat ik mezelf die vraag stelde, gebeurde het dat Oscar en Wajdi elkaar ontmoetten in een aparte context waar ik niet bij was. En ook bij Medinea zagen ze elkaar terug. En toen ik hun relatie zag, was het voor mij duidelijk. Ik was net in Brussel aangekomen en we kwamen niet zoveel meer met elkaar in contact.
Waarom Brussel?
Ik ben hier half toevallig komen studeren. Ik had Fabrizio Cassol een jaar eerder ontmoet en het leek me geweldig om in dezelfde stad te zijn. Daarna kwam het Aka Moon avontuur en andere dingen die zich ontwikkelden. De aanwezigheid van Fabrizio en het feit dat ik Pierre Hurty al ken sinds Medinea, dat was ongetwijfeld een factor, ik had de keuze tussen verschillende scholen maar de aanwezigheid van geweldige muzikanten en het feit dat ik het gevoel had dat we hier mooie ontmoetingen konden creëren, dat speelde ook mee.
Als je componeert, speel je meer met nuance en variatie dan met de ontwikkeling van een thema…
Ja, dat is waar. Het is op een spontane manier geschreven, het was erg verbonden met het gevoel terwijl we zochten naar vormen, hoe we een thema konden laten klinken.
En ontwikkelen deze thema's zich anders tijdens een concert?
Sommigen, ja, als er ruimte is. Soms is de balans zo wankel. Omdat ik vaak moet switchen van pizzicato naar strijkstok, moet ik van tevoren een beetje weten welke functie ik ga vervullen. Daardoor zijn er stukken waar het moeilijk is om ruimte te laten voor veel spontaniteit, omdat er een voorbereiding nodig is voor verschillende passages.
© Julia Gat
De muziek is behoorlijk gestructureerd, vol nuances, zodat het meer klinkt als een klassiek kwartet dan als een quartet…
Absoluut. Er zijn solo's, maar die zijn niet op dezelfde manier bedoeld als in de jazz, waar de solist erg op de voorgrond staat. Hier is het alsof de solist en de begeleiders op dezelfde voet staan.
Naar welke componisten en muzikanten luister je en wie inspireren je?
Dat is een goede vraag. De muziek van Fabrizio Cassol is onvermijdelijk. Er is een Franse violist, Mathias Levy, naar wie ik veel luister. Onlangs hoorde ik een album van een Deense gitarist uit Amsterdam, Teis Semey, genaamd ‘En Masse’. Een ander album dat net uit is en waar ik erg aan gehecht ben is de 'Medinea Session' (Outhere, Fuga Libera), waarop 23 artiesten uit Medinea staan en waarin wij vier hebben gespeeld met Wajdi, Pierre en Oscar. We hebben op dit moment zoveel te doen. Ik hou ook erg van de muzikaliteit van accordeonist João Barradas.
Tekst © Jean-Pierre Goffin (vrije vertaling: Jos Demol) - foto’s © France Paquay/Roger Vantilt/ Julia Gat
In samenwerking met JazzMania
* Jean-Philippe Viret, Oscar en Adèle vormen een familietrio van contrabas, trompet en cello, met de toepasselijke naam 'Triumviret'.
In case you LIKE us, please click here:
Hotel-Brasserie
Markt 2 - 8820 TORHOUT
Silvère Mansis
(10.9.1944 - 22.4.2018)
foto © Dirck Brysse
Rik Bevernage
(19.4.1954 - 6.3.2018)
foto © Stefe Jiroflée
Philippe Schoonbrood
(24.5.1957-30.5.2020)
foto © Dominique Houcmant
Claude Loxhay
(18/02/1947 – 02/11/2023)
foto © Marie Gilon
Pedro Soler
(08/06/1938 – 03/08/2024)
foto © Jacky Lepage
Special thanks to our photographers:
Petra Beckers
Ron Beenen
Annie Boedt
Klaas Boelen
Henning Bolte
Serge Braem
Cedric Craps
Christian Deblanc
Philippe De Cleen
Paul De Cloedt
Cindy De Kuyper
Koen Deleu
Ferdinand Dupuis-Panther
Anne Fishburn
Federico Garcia
Jeroen Goddemaer
Robert Hansenne
Serge Heimlich
Dominique Houcmant
Stefe Jiroflée
Herman Klaassen
Philippe Klein
Jos L. Knaepen
Tom Leentjes
Hugo Lefèvre
Jacky Lepage
Olivier Lestoquoit
Eric Malfait
Simas Martinonis
Nina Contini Melis
Anne Panther
Jean-Jacques Pussiau
Arnold Reyngoudt
Jean Schoubs
Willy Schuyten
Frank Tafuri
Jean-Pierre Tillaert
Tom Vanbesien
Jef Vandebroek
Geert Vandepoele
Guy Van de Poel
Cees van de Ven
Donata van de Ven
Harry van Kesteren
Geert Vanoverschelde
Roger Vantilt
Patrick Van Vlerken
Marie-Anne Ver Eecke
Karine Vergauwen
Frank Verlinden
Jan Vernieuwe
Anders Vranken
Didier Wagner
and to our writers:
Mischa Andriessen
Robin Arends
Marleen Arnouts
Werner Barth
José Bedeur
Henning Bolte
Erik Carrette
Danny De Bock
Denis Desassis
Pierre Dulieu
Ferdinand Dupuis-Panther
Federico Garcia
Paul Godderis
Stephen Godsall
Jean-Pierre Goffin
Claudy Jalet
Chris Joris
Bernard Lefèvre
Mathilde Löffler
Claude Loxhay
Ieva Pakalniškytė
Anne Panther
Etienne Payen
Jacques Prouvost
Yves « JB » Tassin
Herman te Loo
Eric Therer
Georges Tonla Briquet
Henri Vandenberghe
Iwein Van Malderen
Jan Van Stichel
Olivier Verhelst